Startpagina Groenten

De Pleynhoeve: “Je moet de asperge soigneren en dan krijg je er een topproduct voor terug”

Voor De Pleynhoeve in Noorderwijk is hét hoogtepunt van het jaar alweer bezig: het aspergeseizoen. Mensen lopen op en van het veld voor de oogst van asperges, en binnen de hoeve staat iedereen paraat aan de machines om dat witte goud te sorteren en te verpakken. “Hier zie je de hele familie samenwerken aan één doel”, vertelt eigenaar Ben Van Olmen. “We soigneren het aspergegewas een heel jaar door, het is heel arbeidsintensief, maar het product dat je ervoor krijgt is van topkwaliteit.”

Leestijd : 8 min

Het is 6u ’s morgens, midden april. Meer dan de helft van de Belgen ligt nog in bed te ronken, maar dat is zeker niet het geval bij De Pleynhoeve. De machines draaien op volle toeren en de familie van Ben Van Olmen en zijn vrouw Katrien – een team van 14 personen – sorteert en verpakt gefocust maar in een goed tempo de witte lekkernij voor de winkel opengaat. “Tegen 10u hebben we 800 à 900 kilo asperges verwerkt, en dat is nog niet eens de piek van het seizoen. We zijn in de aanloop van het seizoen. De nachten zijn fris, we hebben vorst gehad, waardoor de groei wat is geremd. Aan de andere kant is door die koude de verkoop ook wat minder. Pas als het weer warmer wordt, komen de mensen af voor asperges”, vertelt Ben. “Tot de opening is het een echte rush: de asperges worden klaargemaakt om vers aangeboden te worden in de winkel. Daarna wordt de ruimte nog opgeruimd en gekuist, zodat we de klanten netjes kunnen ontvangen.”

Het is dus een geoliede machine, die met de tijd geleidelijk aan is gegroeid. Bens ouders, Sus en Roos, startten het aspergebedrijf De Pleynhoeve op in 2000. “Het was de droom van mijn vader om terug asperges te kweken. Mijn grootouders hadden immers een aspergebedrijf. Ze hadden eerst een koeienstal en een extern kippenbedrijf. De koeienstal is omgebouwd tot de aspergehoeve in 2000, en in 2010 zijn ze ook volledig met het kippenbedrijf gestopt. In 2018 namen mijn vrouw en ik het bedrijf over”, vertelt Ben. In 2000 was het aspergebedrijf nog geen hectare groot, maar toen al zette heel de familie zich in voor deze groente. Ben herinnert het zich nog goed. “We maakten de asperges klaar in busseltjes en konden soms doorwerken tot middernacht. Toen gingen de asperges nog naar de veiling van Werchter.”

Verkoop via hoevewinkel en BelOrta

De aspergeveiling van Werchter werd echter opgedoekt, en vanaf toen kwamen de asperges bij BelOrta in Sint-Katelijne-Waver terecht. “Daar werden alle asperges van meerdere bedrijven samen verkocht in één blok. Toen werd de nadruk nog niet zo gelegd op de kwaliteit van asperges. Daarom beslisten we om onze eigen hoevewinkel te openen”, gaat Ben verder. “Bovendien kregen we van steeds meer mensen in de streek de vraag om asperges op het bedrijf te kopen.”

De familie verkoopt de asperges dus vooral via de korte keten en Bel-Orta. “Een klein deel van de asperges komt terecht in de plaatselijke winkels.”

Vollegrondsproducten vers

Door het succes van de hoeveverkoop kon het areaal asperges namelijk groeien van 7.000 m² in 2000 tot 15 ha nu. “Die hoeveverkoop geeft ons echt veel voldoening”, vertelt Ben. “Je werkt hard voor een product met goede kwaliteit en smaak. We kregen voor onze asperge ook het Flandrialabel. De asperges komen via de veiling dan in verscheidene winkels terecht, maar hoe we die er soms zien liggen… verkleurd, soms droog. Dan ben je teleurgesteld. Daarom verkopen we liever via korte keten, via onze hoevewinkel, dat we weten dat ons product vers wordt verkocht, zoals het hoort.”

De familie hoopt ook hun hoeve snel weer te kunnen openen voor de jaarlijkse restaurantdag eind mei. “We ontvangen wel eens groepen voor rondleidingen en proevertjes. Het is leuk om te laten zien hoe je je werk doet om ze zo vers en kwalitatief te krijgen.”

In de hoevewinkel komen niet enkel de witte asperges te liggen. Een zus van Ben teelt in Bevel vollegrondsaardbeien ‘Op het veld’ genaamd, en die aardbeien komen steevast vanaf begin mei ook in de hoevewinkel te liggen. “Wij gaan dus volop voor de vollegrondsproducten”, lacht hij. “Buiten de snacktomaatjes van Den Berk dan. Ik werkte daar 13 jaar voor we voltijds De Pleynhoeve overnamen.”

Sorteermachine voor snellere verwerking

Doorheen de tijd automatiseerde de familie de verwerking van de asperges stap voor stap. In het begin gebeurde het wassen, snijden en sorteren immers volledig met de hand. Nu zorgt één machine voor alles. “We zijn erg gegroeid en staken op den duur te veel tijd in het sorteren, terwijl je er niet langer dan 2u kan blijven staan. Mijn vader besliste in 2012 om een sorteermachine aan te schaffen. De beste beslissing ooit. Met deze machine verwerken we 700-800 kg per uur.” Alle machines komen van een Duits merk. Zo werkt de familie met de Espaso-sorteermachine van Neubauer.

Het geoogste product komt er ongewassen en ongesorteerd in, waarna ze op de juiste lengte worden gesneden en worden gewassen met zuiver leidingwater. In het toestel wordt elke asperge getuimeld, waarbij er 8 foto’s worden getrokken. Op basis hiervan kan de asperge in de juiste categorie worden geplaatst. “We kunnen verschillende parameters per categorie van asperges aangeven in de machine, zoals minimum- en maximumlengte, minimum- en maximumdoorsnede, minimale kromming, percentage lichtverkleuring, open topjes, roest en groeischeuren”, geeft Ben mee. “Zo mag de A-klasse maar maximum 50% blauwverkleuring hebben, bij de blauwtjes ligt de verkleuring tussen 50 en 100%. Om te sorteren heeft de machine 20 uitgangen.”

Recente schil- en topsealmachine

Om sneller en vlotter te werken werd sinds 2014 ook een schilmachine aangekocht, van Tenrit Foodtec. Het is een horizontale peller. De asperges worden op 8 plaatsen geschild door telkens 2 messen. Die zijn zo geplaatst dat heel de asperge geschild kan worden. “Je kan ze met de hand nooit zo goed schillen als met deze machine. Op elk stuk asperge is er maar één keer geschild. Er is wel 20-25% gewichtsverlies door de schillen. De schillen worden in zakjes gedaan en de klanten mogen die meenemen als ze er bijvoorbeeld bouillon van willen trekken. Ze betalen immers voor 1 kg, maar er zit na het schillen maar 750 g netto in.” Een goed systeem, zeker tijdens de coronacrisis. “Vroeger konden de klanten ze ter plekke laten schillen als ze dat wilden. Nu, met de coronacrisis, is dat bijna niet meer mogelijk, ook om het volk in de winkel te minderen.”

De geschilde asperges komen dan in bakjes terecht, en worden getopseald met een topsealmachine. “Nadeel is dat het wel wat plastic bevat, maar om het goed vers te houden zijn er nog niet veel alternatieven. Wat ik wel goed vind, is dat die bakjes uit 80% gerecycleerd plastic bestaan.”

Vroege en late rassen voor efficiënte aanpak

Op het veld gebeurt de aspergeteelt zeer georganiseerd. Het areaal van 15 ha is ingedeeld in 10 percelen. Elk jaar wordt er 13 ha geoogst en 2 ha opnieuw aangeplant. “We oogsten 10 jaar van één perceel, daarna staat het even braak en wordt er opnieuw aangeplant. Dat doen we om de grond gezond te houden. De leeftijden van de aspergepercelen verschillen dus, en daarmee ook de opbrengst. We hebben percelen van 2 jaar, 6 jaar, 8 jaar,… De opbrengst ligt tussen 5.000 en 7.000 kg per ha, afhankelijk van ouderdom. Percelen van 10 jaar oud produceren niet veel. Die van 2 jaar oud moeten voorzichtig worden geoogst. Van percelen van 3 à 4 jaar krijgen we 7.000 kg.”

Ook de keuze in rassen is weldoordacht. “Alles tegelijk oogsten is niet interessant, dus we werken met vroege en late rassen”, geeft Ben mee. Toeleveranciers zijn Limgroup uit Nederland, waarvan hij Backlim, Herkolim en Gijnlin zaait, en Bejo voor het ras Prius. “Backlim is een laat en tussenseizoen ras. Herkolim is een ras voor het tussenseizoen en gebruiken we voor herinplant. Herkolim gebruiken we voor percelen waar we een tweede keer asperges opzetten. Als vroege rassen kies ik Gijnlin en Prius.”

Weinig gewasbescherming, veel irrigatie

De Pleynhoeve werkt volgens de conventionele landbouwprincipes, maar gewasbescherming wordt enkel gebruikt wanneer nodig. “Als je goed monitort, moet je weinig spuiten”, verklaart Ben. Aan het einde van het seizoen is het uitkijken voor de aspergekever en –vlieg, als de asperges doorgroeien en het gewas opkomt. “Het is vooral belangrijk dat te doen bij de vroege rassen, waar de populaties tijd hebben om te groeien.”

Irrigatie in de zomer is dan weer wel heel belangrijk om de hergroei goed te laten verlopen. Zeker in de steeds warmere zomers is dat een must. “We willen een groot gewas creëren, want dat zorgt voor onze opbrengst het volgende jaar.” Ze geven de asperges dag en nacht water, met dikke darmen tussen de ruggen, zo is er minimaal verlies van water.

Onder folie en microtunnels

Net als de meeste aspergeboeren, kiest ook De Pleynhoeve voor volleveldsteelt. “We gaan voor de smaak. Als de zon zijn werk doet, komt het wel goed”, lacht Ben. Alle percelen liggen rond Plassendonk. En de naam verraadt het al: veel velden zijn laag gelegen. “We merken ook dat de percelen die iets hoger liggen, het beter doen. Die 2,5 m in hoogteverschil maakt dat de grond iets sneller opwarmt en het water er beter afgaat. We kunnen er in het voorjaar sneller op om de rijen te leggen en folies te trekken”, aldus Ben.

De zwart-witte folies zijn bovendien belangrijk voor de sturing van de oogst, naar vroegheid of laatheid toe. “Bij de late rassen leggen we bewust de witte kant boven om die laat te houden. Bij de vroege rassen komt de zwarte kant bovenaan”, aldus de aspergeboer. Om extra vervroeging te krijgen, wordt op een deel areaal minitunnels geplaatst met transparante folie. De tunnels geven een serre-effect, zodat de bodem iets sneller opwarmt en 's nachts de warmte in de bodem wordt gehouden. “Voordeel is dat je 14 dagen vroeger bent met asperges te oogsten.”

Arbeid naargelang de drukte

Tijdens het aspergeseizoen is het alle hens aan dek. Midden april startte de familie al om half 6 ’s morgens. In de piek van het aspergeseizoen wordt al gestart om 4u ’s morgens. “We nemen in de piek van het aspergeseizoen dus geen extra mensen aan”, geeft Ben mee. Wel komen er 8 seizoenswerkers uit Polen om te helpen op het veld. In de top van het seizoen zijn er dat 10. “De folies worden machinaal getrokken, maar het steken gebeurt nog handmatig”, vertelt hij.

Door Covid-19 is het laten komen van seizoenswerkers iets complexer geworden. In het begin waren er 6 aangekomen, die op dag 1 in België getest werden, dan in quarantaine gingen en op dag 7 weer werden getest. “Ik moest wel een formulier in orde brengen dat ze in quarantaine buiten mogen werken mits de nodige maatregelen, waaronder voldoende afstand”, verklaart Ben. Als er nu mensen bij komen, eist hij een test in Polen. “De seizoenswerkers moeten negatief getest zijn voor ze naar hier komen, anders kan er in de groep een probleem ontstaan.

We proberen om elk jaar 1 of 2 nieuwe gasten te hebben, zodat er wat verloop van volk is, maar er zijn ook enkele die al meerdere jaren komen”, vertelt Ben. Hij zorgt ervoor dat ze in de buurt kunnen verblijven en voorziet voedsel doorheen de dag. “Als ik ze soigneer, soigneren ze mijn asperges ook, hé”, lacht hij. “Het is een arbeidsintensieve teelt, maar het is zo’n mooi product. Tja, voor wat hoort wat zeker?”

Marlies Vleugels

Lees ook in Groenten

Het behoud van specifieke middelen is een vorm van natuurherstel, stelt groenteteler Meindert-Jan Botman

Groenten Broccoli- en bloemkoolteler Meindert-Jan Botman uit het Nederlandse Oostwoud maakt zich niet alleen ernstig zorgen om het verdwijnen van het middelenpakket om ziektes en plagen te kunnen bestrijden, hij is ook al flinke bedragen kwijt om zijn gewassen tegen haas, gans, duif en eend te beschermen. Toch geeft de teler niet op. Hij ging zelfs eind december naar Amerika om er een speciale broccolioogstmachine te gaan bekijken.
Meer artikelen bekijken