Startpagina Actueel

Alternatief voor zoogkoeienpremie moet tegemoet komen aan weggevallen inkomen én klimaatdoelen

Tegen 2027 valt de gekoppelde EU-steun voor vleesveehouders (de zoogkoeienpremie) weg. “Een duurzaam alternatief moet de weggevallen inkomenssteun opvangen én de klimaatdoelstellingen realiseren”, zegt Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) in de commissie Landbouw als antwoord op vragen van Emmily Talpe (Open VLD) en Chris Steenwegen (Groen).

Leestijd : 4 min

In het Vlaamse regeerakkoord werd overeengekomen om tegen 2027 de gekoppelde Europese steun aan Vlaamse vleesveehouders - de zogenaamde zoogkoeienpremie - uit te faseren. Het is alleen niet echt duidelijk of dat nu een goede zaak is of niet. Een alternatief is alleszins meer dan nodig om de lokale vleesveehouderij in Vlaanderen te ondersteunen en vooral om ze verder in stand te houden.

Verschillende opties

Er liggen verschillende opties op tafel, maar een beslissing is er nog lang niet omdat we grotendeels afhankelijk zijn van wat Europa zinnens is toe te laten. Er is sprake van een graslandpremie, maar ook een duurzaamheidspremie behoort tot de mogelijkheden. Ook hierover is het laatste woord nog niet gezegd.

In de voorbereiding voor het volgende GLB (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid én het Vlaams Strategisch GLB-plan dat in opmaak is) werkt de administratie van Vlaams landbouwminister Hilde Crevits aan verschillende scenario’s rond die duurzame alternatieven om de huidige gekoppelde steun voor de betrokken vleesveehouders te compenseren.

“De alternatieven worden gezocht binnen het kader van de Europese ontwerp GLB-verordeningen en moeten hier dus ook in passen. Er wordt gekeken naar diverse mogelijkheden, waaronder ook binnen de ecoregelingen en de agromilieu-klimaatmaatregelen”, zegt minister Hilde Crevits.

In beide types van maatregel geldt echter dat er alleen een vergoeding kan gegeven worden voor de ‘bovenwettelijke inspanningen’ die de landbouwer levert. “De vergoeding voor ecoregelingen en agromilieuklimaatmaatregelen kan berekend en betaald worden per ha, of, afhankelijk van de uitkomst van de Europese trilogen, per diereenheid.”

Indien een graslandpremie wordt ontwikkeld, zal de vergoeding dus in elk geval gelinkt zijn aan de oppervlakte grasland. “Dit heeft tot gevolg dat veehouders met een kleiner areaal grasland hiervoor minder in aanmerking zullen komen dan veehouders met een groot areaal. En dus zullen niet alle zoogkoeienhouders op dezelfde manier kunnen gecompenseerd worden”, aldus minister Crevits.

Oppervlakte grasland

Het laatste voorstel voor graslandpremie dat besproken werd met zowel landbouw- als natuurorganisaties, wil via een ecoregeling het aanhouden van meerjarig grasland stimuleren en het vernieuwen van grasland ontraden.

Het gaat dan over graslanden die al minimum 10 (of 15) jaar als zodanig zijn aangegeven in de verzamelaanvraag, én die de laatste 6 jaar niet werden vernieuwd. Elk jaar dat het grasland langer wordt aangehouden zonder te vernieuwen, kan er een subsidie ontvangen worden voor de opgebouwde koolstof onder het grasland.

“Een tweede ecoregeling die besproken werd, zet in op een meer extensieve uitbating van graslanden. Deze omvat het beperkt bemesten via organische mest, en een verbod op het gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Deze maatregel zou op eenzelfde perceel kunnen gecombineerd worden met de voorgaande regeling”, geeft minister Crevits mee.

Klimaatmaatregel

Tot slot is er ook de mogelijkheid om in te zetten op het verhogen van het areaal blijvend grasland door een agromilieuklimaatmaatregel met een looptijd van 5 jaar.

“Daarnaast zijn mijn diensten ook in overleg met de Europese Commissie om na te gaan op welke manier we eventueel met een hervorming van de gekoppelde steunmaatregel bijkomende inspanningen kunnen vergoeden.”

Het aandeel gekoppelde steun dat naar de vleesveehouders gaat, wordt bepaald door het percentage van de pijler I-enveloppe dat daarvoor ter beschikking zal worden gesteld.

“Dit zijn keuzes die pas kunnen gemaakt worden eenmaal we zicht hebben op het totaalplaatje. Het regeerakkoord stelt heel duidelijk dat het moet gaan over een duurzaam alternatief om zowel de weggevallen inkomenssteun op te vangen als de klimaatdoelstellingen te realiseren waarvoor de betrokken veehouders inspanningen leveren.”

Vandaag gaat 10% van de eerste pijler naar de gekoppelde inkomenssteun, als het een duurzaam alternatief moet garanderen dat de vleesveesector een gelijkaardig aandeel blijft ontvangen, dan impliceert dit – zoals de teksten nu voorliggen op Europees niveau – wellicht een nieuwe gekoppelde steunregeling.

Hand in hand

Het ecologische, economische én sociale aspect gaan hier hand in hand, volgens minister Crevits. “De huidige gekoppelde steunregeling stopzetten, zonder volwaardig alternatief, zou een grote impact hebben op de rendabiliteit van vleesveebedrijven.”

Dit zou de huidige uitstroom in de vleesveesector verhogen en aldus de druk op grasland vergroten. Wellicht zal een deel van de graslanden worden omgezet naar akkerland.

“Een ander deel zal overgaan naar andere veehouders zoals melkveehouders, of verdwijnen uit de landbouw. In functie van het behoud van de koolstofstocks onder deze graslanden en dus de klimaatdoelstellingen is het gewenst dat de graslanden behouden blijven. Bijkomend, als percelen uit professioneel landbouwgebruik gaan, zijn ook de randvoorwaarden niet meer van toepassing. Ook het graslandbeheer speelt een rol in de opbouw en/of behoud van koolstof in grasland.”

Concurrentiepositie

Daarnaast is er de concurrentiepositie van Vlaamse veehouders. In Wallonië blijft gekoppelde steun behouden, waardoor onze Vlaamse vleesveehouders een concurrentieel nadeel zullen ondervinden.

“Het is daarom voor mij belangrijk dat de middelen ook effectief terecht komen bij de betrokken vleesveehouders, maar dat de sector tegelijkertijd verduurzaamt door onder meer in te zetten op graslandbeheer en andere duurzaamheidscriteria. Maar hoe we dit concreet vorm kunnen geven, hiervoor zijn we ook afhankelijk van wat Europa toelaat”, besluit minister Crevits.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Landsbond Pluimvee vecht ministerieel besluit over kalkoenen aan

Pluimvee De Landsbond Pluimvee, de sectororganisatie voor pluimveehouders, heeft na overleg met de Vlaamse kalkoenenhouders, een verzoekschrift neergelegd bij de Raad van State tot vernietiging van het ministerieel besluit van 22 december 2023 van de Vlaamse regering tot vaststelling van de minimumvoorschriften voor de bescherming van kalkoenen.
Meer artikelen bekijken