Startpagina Akkerbouw

Stefan Muijtjens: “Een adviseur hoeft op zich niet, maar reflecteren is noodzakelijk”

Om een biolandbouwer te zijn, moet je uit het juiste hout gesneden zijn. Hij moet zijn bedrijfsvoering ten allen tijde op orde hebben, goed voorbereid zijn en zijn juiste afzetmarkt kennen. Stefan Muijtjens is een landbouwadviseur die hierop inzet. “Als adviseur begeleid ik zo’n 20 landbouwers, waarbij ik focus op bodem en klimaatrobuustheid. Ook een gesloten kringloop is belangrijk om verlies in productie te vermijden.”

Leestijd : 8 min

In Nederland en in Duitsland is het fenomeen al iets meer ingebakken, maar in België nog niet echt. Het gaat om te betalen voor een adviseur. Stefan Muijtjens uit Herstappe, vertelt dat hij in de meeste gevallen als landbouwadviseur een soort partner van de landbouwer, een parttime agronoom is. Hij vergelijkt zijn job met een boekhouder: die werkt immers ook slechts een aantal uren voor een landbouwer, alleen werkt hij in het veld en minder op kantoor. Momenteel werkt hij voor 20 landbouwbedrijven in België en in Nederland en heeft hij al meer dan 20 jaar ervaring.

Momenteel werkt Stefan Muytjens voor 20 landbouwbedrijven in België en in Nederland en heeft hij al meer dan 20 jaar ervaring.
Momenteel werkt Stefan Muytjens voor 20 landbouwbedrijven in België en in Nederland en heeft hij al meer dan 20 jaar ervaring. - Foto: SM

Landbouwleven sprak met hem over wat zijn job inhoudt, en over zijn ervaringen in de biolandbouw.

Op welke manier maakt u afspraken met de landbouwer?

SM: “Dat doe ik via een vast format: een adviesopdrachtformulier. Daar kunnen mensen kiezen uit verschillende formules: van niet zo intensief (2 keer per maand anderhalf uur) tot intensief (iedere week een halve dag). Ik merk op dat de kleinste bedrijven het niet blijven vragen. Voor de middelgrote bedrijven is het bedrijfsbreed de ondernemers ondersteunen, voor de grotere bedrijven is het een specifieke taak, een soort ‘Chef cultuur’.

Er zijn wel wat kleinschalige bedrijven onder mijn klanten, maar die help ik misschien maar 1 à 2 seizoenen en dan zijn ze vertrokken.”

Wie zijn uw klanten?

Ik heb klanten in België en Nederland, maar de meesten komen uit Nederland. Vroeger reed ik alle richtingen uit, van West-Vlaanderen tot in Luxemburg en ver in Nederland. Nu hou ik me aan de regio Nederlands en Belgisch Limburg, Vlaams-, Waals- en Noord-Brabant. Ik specialiseer me in tuinbouw, akkerbouw, waaronder ook de voederteelt. Dus ik volg allerlei klanten: van melkveehouders tot aardbeiplantenkwekers tot grote akkerbouwers tot heel kleine tuinders.

Momenteel volg ik zo’n 20 bedrijven op, waaronder gangbare en biologische bedrijven. Elk jaar merk ik dat er wel wat gangbare telers omschakelen naar bio en die doen het goed. Ze groeien en krijgen er steeds meer omschakelpercelen bij. Twee derde is bio en een derde werkt gangbaar. Toen ik 20 jaar geleden startte, was dat omgekeerd. Daarnaast zie ik dat de gangbare landbouwer van nu niet meer werkt als de gangbare landbouwer vroeger. Ze boeren met een bewustzijn voor klimaat en bodem en dan gaat het om landbouwers tussen 25 en 50 jaar. Opmerkelijk is dat ook de oudere boeren bewust willen boeren, omdat ze merken dat hun kleinkinderen eventueel het bedrijf willen overnemen en dan willen ze een goed draaiend bedrijf achterlaten.

Werkt u naar een bepaalde visie toe, zoals een gesloten kringloop?

Ik bekijk elk bedrijf als een systeem, met andere woorden, ik neem alles mee: de ondernemer, zijn dieren, de bodem, enzovoort. Een bepaald type ondernemer spreekt dat aan, en die kan ik helpen. Naar een gesloten kringloop werken vind ik logisch. Overal waar de kringloop niet gesloten is, ontstaat een probleem. Dat kan opgelost worden met geld, maar als dat gebeurt lijd je ergens verlies. Dat is economisch niet zinnig: er is wat productie voor niets.

Hoe belangrijk vindt u de bodem in uw werking?

Ik ben altijd al heel erg gefocust op de bodem. Naar mijn gevoel zegt die bodem heel erg veel over hoe het bedrijf functioneert. Vroeger stond de bodem helemaal niet centraal, maar zeker de laatste 5 jaar merk ik dat er veel ondernemers stilstaan bij het belang ervan, en terecht! Er zijn wel mensen die vinden dat ik te veel op de bodem focus, maar ik vind dan dat ze in het verleden te weinig op de bodem hebben gefocust. Vroeger dachten mensen dat alles wel in orde zou komen met wat meststoffen en gewasbescherming, maar nu willen we de uitstoot minderen. En nu zien we dat er problemen ontstaan bij slecht functionerende systemen. Aan de andere kant moet je niet overdrijven, en is bodem niet het enige dat belangrijk is. Je kan een topbodem hebben die helemaal in orde is, maar als het product niet goed verkoopt, dan heb je nog altijd niets.

Welke vragen krijgt u het meest?

In het begin van de carrière zijn biotelers heel erg bang voor alle dingen waar hun toeleveranciers hen heel erg bang voor maken. Als je in de gangbare landbouw zit, dan zijn er wel wat erfbetreders en die zeggen wat er problemen zou kunnen geven: ziekten, te weinig meststoffen of kunstmest,... Over die zaken krijg je de meeste vragen. Als het bedrijf redelijk goed draait, krijgen de ondernemers meer zelfvertrouwen. Dat is belangrijk, want enkel dan gaan ze eens wat nieuw proberen, zoals nieuwe teelten of andere afzet. Dat is vooral belangrijk bij biotelers. Als je biologisch teelt, is het belangrijk dat ze moeten realiseren dat de afzet in bio heel anders verloopt in vergelijking met de gangbare teelt. De verkoop van de producten vraagt meer tijd omdat je veel kanalen hebt. Voor sommige producten is de markt ook veel kleiner en is het voor afzet heel erg zoeken: waar moet het naartoe? Aan wie wil je verkopen? Wat zijn de kwaliteitsnormen? In tegenstelling tot gangbare landbouw is het grootste aandeel bestemd voor verse consumptie. Bio vraagt andere teeltsystemen, een ander teeltidee...

Is de afzet volgens u de grootste uitdaging in de biolandbouw?

Verstandig de afzet afstemmen is inderdaad een uitdaging, en daar kan ik wel eens bij adviseren. Ik doe geen handel, maar werk wel mee aan hun netwerk. We maken dan samen een lijstje van wie ze kunnen contacteren. Ondernemers moeten zelf contacteren om te weten hoe de markt werkt.

Geeft u soms aan dat ze beter voor de korte keten zouden kiezen?

Dat hangt af van het type bedrijf, de locatie en het type ondernemer. Ik vind de korte keten een heel interessant en lovenswaardig idee om lokaal dingen te doen, maar je moet realistisch zijn: het past niet bij iedereen. Wat je wel ziet in de biologische teelt ten opzichte van de gangbare landbouw, is dat de toegevoegde waarde van tussenhandelaren in bio veel kleiner is.

Merkt u de meeste problemen in teelttechniek of eerder in de visie van het bedrijf?

Als een gangbare ondernemer biologisch wil gaan telen, moet die zich eerst oriënteren. Er is nood aan een visie voor de toekomst voor het bedrijf, maar daar kan ik niet zo veel bij helpen. Er zijn heel wat projecten hierrond en ook mensen van Innovatiepunt kunnen dat prima. Ik help telers bij het concrete. Als iemand prei wil telen bijvoorbeeld, geef ik advies over rassen, bemesting en geef ik hun mee wat de mogelijke knelpunten zijn. Zelf heb ik 15 jaar een biotuinbouw- en graanbedrijf gehad, waardoor ik hun mijn ervaring kan meegeven. Ik ben met dat bedrijf gestopt omdat dat voor mij gewoon niet werkt. Ik wil wel mijn praktijkkennis en ervaring delen. Zeker bij mensen onder de 40 kan ik wat betekenen. Ik merk over het algemeen dat zij de technieken helemaal niet meer kennen. Die hebben bijvoorbeeld nooit geschoffeld of gewiedegd. Met hen ga ik samen mee in het veld machines afstellen en optimaal maken en zien waar er verbeterpunten zijn.

Dus u ziet adviseur zijn een beetje als leerkracht zijn?

Ja, ik probeer het hun wel wat eigen te maken, dat ze een soort autonomie ontwikkelen. En hoe meer ze weten, des te moeilijkere vragen ze aan mij stellen. Hoe moeilijker de vragen zijn, hoe beter dat ik in mijn job word. Ik vind het fijn om mee te denken aan oplossingen, ik vind het belangrijker dat ze zich verbeteren en ontwikkelen.

Vindt u dat elke biobedrijf een adviseur nodig heeft?

Dat hoeft niet, maar het is wel belangrijk dat ze blijven reflecteren over waarmee ze bezig zijn. Dat kan door zelf erover na te denken of erover te praten, eventueel met (niet-landbouw) collega-ondernemers.

Zorgt u dan ook voor vergaderingen?

Ja, maar alleen met de eigen groep landbouwers die ik begeleid. We komen 6 keer per jaar samen en dan bespreken we allerlei topics. Dat kan gaan van nieuwe technieken tot bedrijfsvisies. Omdat elk bedrijf zo anders is van werking en regio, leren ze ook van elkaar. Vaak is het zo dat men ondernemers van één (deel)sector samen zet om te discussiëren, terwijl ik denk dat het interessant is om de sectoren te mengen, zodat er nieuwe ideeën ontstaan. Bijvoorbeeld: in plaats van veetelers allemaal samen te zetten, zou het interessant zijn dat ze eens praten met een glastuinder. Zo probeer ik creativiteit te stimuleren, en wat meer durf om wat nieuwe zaken te doen.

Ik herinner me deze spreuk: dat je eerst moet dromen, dan denken, durven en dan doen. Dat vind ik heel belangrijk: mensen moeten ook durven dromen in de (bio)landbouw en niet alleen maar doemdenken.

Denkt u dat er veel doemdenken dan?

Ik denk van wel. Er zijn veel landbouwers die bang zijn voor de toekomst en te veel nadenken over de dingen die niet goed zijn of gaan. Mensen vergeten ondertussen dat ze veel talenten hebben. De meeste landbouwers kunnen bijvoorbeeld heel zelfstandig werken en zijn het gewend om veel dingen op te pakken, op te lossen en vooruit te gaan. In vergelijking met sommige andere beroepen zijn het heel harde werkers, ze kijken niet op de klok. Bovendien kunnen heel wat landbouwers goed met geld omgaan. Dat zijn talenten die niet iedereen heeft en dat moet je ook kunnen zien als landbouwer. Ook het omgekeerde is soms waar. Dan zeg ik tegen mensen dat ze beter stoppen met het bedrijf en ze beter iets anders doen met hun talent. Sommige mensen kunnen bijvoorbeeld beter een hoveniersbedrijf beginnen in plaats van in de landbouw te blijven doorwerken. Ik durf echt te zeggen dat iemand beter een andere richting kan uitslaan.

Waar is in de biologische landbouw het meeste nood aan?

Het ondernemerschap is soms te beperkt, landbouwers moeten hun eigen rekening kunnen maken. In de meeste projecten proberen mensen oplossingen te vinden voor iedereen, terwijl ik denk dat je meer moet kijken naar ideeën of dingen op maat van het bedrijf.

Maar het belangrijkste is voorbereiding. In de biolandbouw moet je voorbereid zijn. Je mag niet het type ondernemer zijn dat afwacht, dan kan je er beter niet aan beginnen. Met de landbouwers die ik begeleid, zijn we nu al aan het voorbereiden voor het seizoen in 2022. Ik ben bezig met het maken van een lijstje met focuspunten. Dan gaat het om bemesting, machine-uitrusting, personeel…

Hoe belangrijk is klimaatrobuust telen voor u in het advies?

Klimaatrobuust telen is zeer belangrijk. Als je voor de klimaatopwarming je ogen sluit, is de kans dat het fout zal gaan met je bedrijf heel groot. Het is iets waar ik al 10 jaar mee bezig ben. De bedrijven waar ik voor werk hebben er niet zoveel moeite mee. Bij hen gaat het eerder om verbeteringen, finetunen en nieuwe oplossingen bedenken. Op vlak van klimaatbestendigheid zijn de boeren die ik ken wel goed bezig. Het belangrijkste is niet meer ploegen, en zo veel mogelijk de bodem met groen bedekt te houden. Over hoe dat moet, daar kan ik hen bij helpen. Dan zoeken we naar detailoplosingen, voor elk bedrijf is dat anders. Voor een melkveehouder in de Kempen is dat anders dan voor een akkerbouwer op een kleigrond. Het is leuk om oplossingen te vinden, elkaar daarin te helpen en te ondersteunen.

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

BioForum vraagt schadefonds voor pesticidendrift

Akkerbouw Bioboeren ondervinden volgens BioForum heel wat financiële schade van pesticidengebruik waar ze zelf niet verantwoordelijk voor zijn. De sectororganisatie voor de biologische landbouw en voeding roept op om hiervoor een schadefonds op te richten.
Meer artikelen bekijken