Startpagina Paarden

Paard aan huis: op naar een waardevolle hooiopslag

Het belangrijkste onderdeel van een paardenmenu is hooi. Een voorraad kwaliteitshooi aan huis is een waardevol bezit. Het is bovendien actueler dan ooit, gezien het hooiseizoen vlak voor de deur staat. Welke paardenhouder zit nu trouwens niet op hete kolen om te maaien, te schudden, te oogsten of… aan te kopen!

Leestijd : 4 min

Fourrage of ruwvoer, binnenkort wordt het bijzonderste onderdeel van het menu van onze paarden van het land gehaald. Waar komt het woord ‘fourrage’ eigenlijk vandaan? Het komt uit het Frans en wordt dikwijls omschreven als ‘dagelijks groenvoeder voor paarden en vee’. In het Nederlands spreken we van ruwvoer, en de stengels die het bevat dekken daarbij ruimschoots de lading. De hippische sector is een belangrijke afnemer geworden van ruwvoer de voorbije jaren. Het is bovendien een kieskeurige afnemer, zo blijkt uit de ervaring van Landbouwleven.

Paardenhooi vroeger

Als product van de landbouw was het een bijna vaststaand feit dat hooi voor paarden afkomstig diende te zijn van ‘ouder’ gras. Tot pakweg 20 jaar geleden was dat bijna de codetaal van elke landbouwer of handelaar, bij wie men hooi aankocht. Voor paarden? Dan adviseerde men hooi, gemaakt van gras dat in een later stadium werd gemaaid, met meer structuur en stengel, kortom wat men vandaag meer ‘bite’ noemt. Het was toen zelfs volstrekt ‘not done’ om te opperen dat gras van een vroege eerste snede beter was voor sommige paarden. De landbouwer behield de tweede fijnere en kortere grassnede vaak voor de jonge kalveren. Het werd dus algemeen aangenomen dat hooi voor paarden gemaakt werd van ouder gras.

Kruidenhooi en VEP

Even later deed de term ‘kruidenhooi’ zijn intrede bij de Vlaamse paardenhouder, dikwijls via handelaren die vrachtwagens fijn, groen hooi afkomstig van bergweiden invoerden uit bergachtige gebieden in onder andere Duitsland en Frankrijk. Het dient gezegd dat er toentertijd nog praktisch geen sprake was van het gevaarlijke Jacobskruiskruid. De opgang van het gevaarlijke goedje in hooi werd inmiddels ingedijkt in de ruwvoerhandel.

Ook het feit dat er door de agrarische wetenschap werk werd gemaakt van voederanalyses speelde een rol. Het voederwaarderingssysteem voor paarden, VEP (Voeder Eenheid Paard) zorgde dan ook voor een kentering. Ontwikkeld in 1995, zorgde de VEP voor gegevens die de paardenhouder toelieten om gerichter te voeren. Het voederwaarderingssysteem VEP heeft het onder andere over de energiewaarden. Ineens was er geen uniformiteit meer in hooi voor paarden, gezien het ene hooi voedzamer bleek dan het andere. Een laat maaistadium zorgt immers voor ouder gras met veel ruwe celstof, waaruit het paard minder energie kan distilleren. Daartegenover staat dat hooi gemaakt van jong gemaaid gras energierijker is. Hobbypaarden aan huis hebben veel meer hooi nodig dan krachtvoer, tenzij ze ingezet worden in de fokkerij. Het spreekt vanzelf dat een drachtige en zogende merrie, alsook een opgroeiend veulen, veel meer nodig heeft dan alleen maar gras en hooi. Eindelijk werd de boodschap de paardenwereld ingestuurd dat het ene hooi het andere niet is. Er bestaat geen ‘hooi voor paarden’. Er bestaan wel paarden die beter af zijn met een bepaalde soort hooi!

Hooi winnen en kopen

Voor het winnen van hooi moet het weer meezitten. De 2 voorbije jaren werden veel kleine pakjes klassiek hooi van het land gehaald in Vlaanderen, vooral in streken waar veel paarden huizen. Klassiek hooi in kleine balen vraagt om een veldperiode van 5 tot 7 dagen. Grote balen doen er nog enkele dagen bij, al scheelt het soms een slok op een borrel als de temperatuur boven de 30 °C gaat en de wind het noorden kiest. Kleine pakjes zijn makkelijk hanteerbaar, grote pakken vragen om machinekracht. Wie hooi aankoopt van het veld, houdt dus het best de vinger aan de pols de komende weken, want door de regenval belooft het een zware eerste snede te worden. Bespreek het dus tijdig en zorg dat de opslagplaats klaar ligt.

Idem dito voor voordrooghooi, dat om een kortere veldperiode vraagt. Voor paarden is dat over het algemeen 1 of 2 dagen vroeger dan hooi. Zaak is om snel te wikkelen na het persen en om ervoor te zorgen dat er genoeg plastic rond zit. Onderzoek de wikkel bij aankoop, vooral aan de hoeken en vraag om een open pak te mogen bekijken.

Kijken, voelen en ruiken

Hooi van goede kwaliteit is meestal groen tot geel/groen, het mag geen schimmel bevatten en er mogen geen grote hoeveelheden stof opwaaien bij het opschudden. Goed hooi ruikt bovendien altijd lekker. Beslis vooraf of u gaat voor grof of fijn hooi. De structuur is dus belangrijk en is meebepalend voor de voedingswaarde. Fijn en zacht hooi wijst op vroeg volwassen gras, met zachte stelen. Meestal heeft dat hooi een hoge voedingswaarde. Bij standaardhooi werd het gras iets later gemaaid. De bladeren zijn nog zacht, maar de stengels beginnen reeds te verharden. Hard aanvoelend hooi heeft een grove structuur en vereist paarden met een goed gebit. Voor de doorsnee paarden is standaardhooi ideaal. Voor oude paarden is fijn en zacht hooi een must voor hun gebit. Hou dus rekening met de behoeften van uw paarden als u hooi aankoopt, gezien het de basis en het grootste gedeelte uitmaakt van hun rantsoen en dus van hun welzijn!

Patricia Borgenon

Lees ook in Paarden

Meer artikelen bekijken