Pieter Dezeure en Tine Oyaert: “Wij vertrouwen erop dat het goedkomt”

Pieter Dezeure en Tine Oyaert met hun kindjes Sil, Baptist en Odette.
Pieter Dezeure en Tine Oyaert met hun kindjes Sil, Baptist en Odette. - Foto: AV

Het melkveebedrijf van Pieter Dezeure (33) en Tine Oyaert (32), De Beauven, telt vandaag zo’n 145 melkkoeien. “Wij hebben dit bedrijf 10 jaar geleden overgenomen van mijn vader”, vertelt Pieter. “Dat beschikte toen over een quotum van 530.000 l melk.”

Tine combineert sinds 2014 het werk op de boerderij met haar eigen afslankcentrum Slim&Fit in een knap gerenoveerde stal, waar ze als diëtiste onder meer voedings- en bewegingsadvies geeft. Tine: “Het centrum past bij mijn opleiding Voeding en Dieetleer, die ik in Gent volgde. Daar ontmoette ik Pieter, die er industrieel ingenieur Landbouw deed. De combinatie met het melkveebedrijf zorgt voor een goed evenwicht, want ik houd ook voldoende sociaal contact buiten de landbouwsector. Door de coronapandemie ligt de focus nu wel al vele maanden wat meer op het melkveebedrijf. Ik help bij het melken, verzorg de kalfjes en doe het papierwerk.” Het koppel heeft 3 kinderen: Sil (8), Baptist (6) en Odette (4).

Samenwerken loont

“Sinds 2016 werken we samen met een collega-veehouder. Hij doet de jongvee-opfok en ik nam zijn koeien over. Zo groeiden we vrij snel naar een volume van 1 miljoen l”, vertelt Pieter. “Ondertussen telt onze stapel 145 melkkoeien. We leverden in 2020 1,5 miljoen l melk.”

Door deze groei konden Pieter en Tine wel extra handen gebruiken op het bedrijf. “Samen met een collega-varkenshouder en 2 collega’s met gemengde bedrijven zetten we gezamenlijk één fulltime werkkracht in via de vennootschap Agrodema. Dat werkt goed en is precies wat we nodig hadden.” Samenwerken waar het kan, is duidelijk een basisingesteldheid van Pieter, want ook inzake tractoren en machines werkt hij samen met collega’s. “Ik maak deel uit van de machinering hier in de regio. Ik nam als jongste van 7 kinderen het landbouwbedrijf over. Wij wilden dus liefst niet te veel kapitaal spenderen in de aankoop van machines voor de veldwerkzaamheden. We zochten daarom naar een efficiënte manier om machines beschikbaar te hebben. Door deze samen met collega’s te gebruiken lukt dat prima en houden we deze kosten beter in de hand.”

Van vader op zoon bij Milcobel

Die insteek van samenwerking sluit perfect aan bij het coöperatiegevoel. “Mijn vader leverde melk aan de coöperatie Milcobel”, vertelt Pieter. “Na de bedrijfsovername bleven wij gewoon bij dezelfde afnemer. Eerlijk gezegd waren we hier als drukbezette twintigers met een groeiend gezin niet zo mee bezig.” Pieter herinnert zich wel dat er toen ook melkprijsspanningen waren. De voorbije 10 jaar stonden al meerdere malen boze boeren aan de poorten van Milcobel om hun ongenoegen te uiten over de prestaties van hun zuivelcoöperatie. “Maar bijvoorbeeld in de onstuimige jaren 2009 – toen studeerde ik zelfs nog in Gent en was dit letterlijk ver van mijn bed – en 2012 waren de prijzen bij alle zuivelaars ongunstig, ook bij Milcobel. Er was toen een algemene laagconjunctuur in de sector.”

Pieter herinnert zich wel goed de omgekeerde situatie. Eind 2015 ving Milcobel namelijk 400 melkveehouders op die bij FrieslandCampina aan de deur waren gezet. Anderzijds kozen in 2017 een honderdtal Milcobel-leveraars voor de Waalse coöperatie Laiterie des Ardennes (LDA), de tweede grootste melkerij van ons land. In die jaren twijfelden Pieter en Tine ook wel. “We zagen toen heel wat collega’s die overstap maken naar LDA. Het zette ons aan het denken, maar we bleven in onze coöperatie geloven. Bovendien haalde LDA in onze regio geen melk op, dus staken we er geen verdere energie in.”

Te lage marges

Pieter wijst, in het kader van die onrust, op het langdurige probleem van de extreem kleine marges waarmee men in de melkveehouderij moet omgaan. “Wij werken in een heel volatiele markt. De varkens- en de aardappelsector zijn nog volatieler, maar in die sectoren zijn er grotere prijssprongen. De periodes met gunstige prijzen kan men er (meestal) gebruiken om de slechtere te overbruggen. In de melkveehouderij lukt dat vandaag niet. Die schommelende melkprijs zit snel onder onze kostprijs.” Pieter rekende het voor ons uit: “Gespreid over de 10 jaar waarin wij nu boeren, bedraagt onze gemiddelde kostprijs 32 cent/l. In diezelfde periode kregen we voor onze melk ook slechts 32 à 33 cent/l uitbetaald. Je merkt het… we werken op het scherp van de snee. De voorbije maanden lagen de melkprijzen flink onder dat gemiddelde bedrag. Bij een uitbetaling van slechts 30 euro/100 l komt onze bedrijfsvoering dus onder druk te staan. Dat verschil van 2 euro in reële melkprijs betekent immers 30.000 euro minder inkomsten per jaar!

Wij moeten omgaan met heel lage marges. De schommelende melkprijs zit snel onder onze kostprijs , stelt Pieter Dezeure.
Wij moeten omgaan met heel lage marges. De schommelende melkprijs zit snel onder onze kostprijs , stelt Pieter Dezeure. - Foto: Tine Oyaert

De return on investment is dus erg laag in de melkveehouderij. Als jonge boeren hebben wij nog niets kunnen bufferen. Investeren in ons bedrijf is dus niet gemakkelijk, terwijl dit ook nodig is bij lage inkomsten. Gelukkig zijn onze technische cijfers goed en kunnen we voor investeringen nog steeds rekenen op onze bank. Een belangrijk facet voor de bank is toch wel dat wij afzetzekerheid bij onze coöperatie kunnen voorleggen. Die garantie heb je niet bij alle zuivelaars…”

Beslissingen op verkeerde moment

Bij een melkprijs onder de kostprijs rijst dan ook de vraag of Pieter en Tine de beslissingen en investeringen van hun coöperatie tijdens de voorbije jaren wel onderschrijven. “Tja, als ik Milcobel vergelijk met ons eigen bedrijf, dan heeft de coöperatie het geld dat binnenkwam ook deels geïnvesteerd in de eigen structuren”, stelt Pieter. “Hoewel het water je aan de lippen staat, blijf je steeds investeren. Dit was evenzeer zo bij Milcobel. Over het algemeen waren de investeringen in melkpoeder, boter en mozzarella niet slecht, maar de beslissingen vielen niet altijd op het goede moment om deze producten te verwaarden. Een voorbeeld: de extra melk van de Campina-boeren was welkom om de fabriek volop te doen renderen, maar op dat moment waren de poederprijzen erg laag. Achteraf bekeken waren de marktomstandigheden dus niet ideaal om die producten te valoriseren. Ook de veelheid aan productiesites was niet ideaal binnen de kostenstructuur.”

Pieter bevestigt dat het toenmalige management te veel focus heeft gelegd op de operationele zaken en te weinig op de vermarkting van de bijkomende melkvolumes. ”Maar dankzij de investeringen beschikt Milcobel nu wel over een modern melkverwerkingsapparaat in goed uitgeruste fabrieken. Dat voordeel moet er nu uitkomen, zeker nu er een strategie gevolgd wordt met focus op toegevoegde waarde en commerciële versterking. Daarom heb ik nu wel vertrouwen in de toekomst.”

Concurrentie op de markt

Heel wat collega-melkveehouders hebben dat vertrouwen niet meer. Volgens Pieter heeft dat te maken met een samenloop van omstandigheden. “We kunnen niet ontkennen dat de Milcobelprijzen slecht waren, zeker in 2020. Op zo’n moment begin je als melkveehouder rond te kijken en sta je open voor andere mogelijkheden. Daarnaast moest de groei getemperd worden.” Milcobel communiceerde in oktober nog dat het de melkaanvoer beter wilde afstemmen op de beschikbare verwerkingscapaciteit en dat het wilde voorkomen dat de melkplas te snel blijft groeien. “Dat bericht was een domper voor de leveraars die wensten uit te breiden. Bij deze factoren speelt emotie mee in je beslissing. Je bent boos omdat het niet loopt zoals je wil. Daarnaast waren er natuurlijk de nieuwe spelers op de markt. Concurrentie is niet verkeerd, maar je kent enkel hun ‘mooi’ verhaal.” “De leden-leveraars willen álles weten over het reilen en zeilen bij Milcobel”, vult Tine aan, “maar van hun nieuwe afnemer weten ze amper iets. De kleine marges zorgden natuurlijk voor heel veel frustraties, maar op de duur kijkt men méér naar de negatieve punten van Milcobel dan naar die van een ander bedrijf, want Milcobel is in hun ogen toch de slechte!”

Pieter en Tine waren nochtans niet blind voor de situatie. Pieter: “Wij gingen half februari ook luisteren naar de informatie van Royal A-Ware. Wij volgden ooit een business class over marketing. Nadien herken je de typische argumentering bij verkoopverhalen onmiddellijk. Ze overtuigden ons niet. Wij redeneren behoorlijk rationeel. En ja… we ontvangen bij Milcobel al lange tijd een (te) lage melkprijs en op managementvlak heeft men te weinig oog gehad voor een noodzakelijk evenwicht tussen het operationele van de fabrieken en het commerciële van de afzet. Maar zoals aangehaald hebben we nu een modern verwerkingsapparaat. Dat moet nu renderen en ónze melk verwerken!”

Blijvers en vertrekkers

Heel wat collega-melkveehouders van Pieter en Tine kozen wél voor een vertrek naar een andere afnemer van hun melk. Tot begin april waren er 365 leveraars die hun opzeg hebben gegeven bij de coöperatie. Wellicht zouden er nog meer gevolgd zijn, maar er werd een maatregel ingesteld waarmee alle opzeggingen vanaf 5 april 2021 en tot en met 1 juli 2021 worden geweigerd. Volgens de statuten was deze beslissing mogelijk. Daarover ontstond veel ophef.

“Iedereen heeft het volste recht om voor een andere afnemer te kiezen”, reageert Pieter. “Dat bepaalt iedereen natuurlijk voor zijn eigen situatie en naar eigen gevoel. Wij namen intussen al geruime tijd geleden de beslissing om bij Milcobel te blijven. Bij diegenen die tot het uiterste moment (begin april) hun beslissing in beraad hielden en dan toch niet mochten vertrekken, heerst er nu natuurlijk veel frustratie.” Pieter heeft echter begrip voor de beslissing van de raad van bestuur. “De raad van bestuur heeft ingegrepen omdat een versneld vertrek van een minderheid van de leden de lopende hersteltrajecten voor de meerderheid van de trouwe leden in gevaar konden brengen. De productieprocessen en de leveringen aan klanten/afnemers moeten kunnen doorgaan. De collega’s die binnen 8 maanden nog steeds willen vertrekken, kunnen dat.”

Pieter Dezeure:  Het komt terug goed met Milcobel en daarom blijven wij de coöperatie trouw!”
Pieter Dezeure: Het komt terug goed met Milcobel en daarom blijven wij de coöperatie trouw!” - Foto: Tine Oyaert

Betere vooruitzichten

Over de vele recente wissels in de leiding van de coöperatie hebben Pieter en Tine weinig te zeggen: “Ook in andere bedrijven zie je die veranderingen. Enkele CEO’s namen hun opdracht sowieso op met een bepaalde termijn voor ogen. Vandaag hebben we het volste vertrouwen in de huidige CEO Nils van Dam en in voorzitter Betty Eeckhaut.”

De voorbije maanden en weken verhoogde Milcobel zijn melkprijs met 6 euro. Van 27 euro voor de jaarwissel steeg de prijs voor mei naar 33 euro/100 l. Pieter ziet hiervoor 2 belangrijke redenen: de gunstigere marktsituatie en de eerste positieve effecten van een betere werking van het bedrijf. ”Volgens mij heeft van Dam het in de vingers om de commercialisatie te versterken en om de transitie te maken naar producten met toegevoegde waarde. Ook enkele kordate, maar noodzakelijke, beslissingen – sanering aan de top en de sluiting van de verlieslatende fabriek in Schoten – en een grote schuldenafbouw in 2020, uiten zich nu op het terrein. Dat ervaren we (eindelijk) in een betere melkprijs. Van Dam maakt ook werk van een betere wederkerige communicatie met de leden. Ook Betty is sterk gegroeid in haar functie als voorzitter van de raad van bestuur na haar onverwacht plotse start in juni 2020. Samen met ondervoorzitter Vanessa Van Eynde, tevens voorzitter van de coöperatieraad, vormen ze een goed team. De daadkracht die we nu zien geeft ons vertrouwen. Wees ervan overtuigd dat de top van Milcobel ook wel weet dat die 32 - 33 euro/100 l nog niet voldoende is. Het zogenaamde Compass-plan en de Feniks-strategie moeten nu in praktijk gebracht worden. Er zijn nog heel wat verbeterpunten die besparingen zullen opleveren, die nog moeten uitgewerkt worden. Nils Van Dam staat ook positief tegenover samenwerkingsverbanden met andere zuivelaars. Hij zoekt naar win-winsituaties voor de hele structuur onder het motto ‘wat goed is voor de coöperatie is goed voor de boer’. Dat is een goede ingesteldheid!”

Pieter en Tine hopen alvast dat de rust binnen Milcobel snel zal weerkeren. “Het komt terug goed met Milcobel”, zeggen ze volmondig, “en daarom blijven wij de coöperatie trouw!”

Anne Vandenbosch

Streven naar coöperatie 2.0

Met meer dan 2.400 leden-leveranciers en een volume van 1,7 miljard l melk (in 2020) is de coöperatie Milcobel de grootste zuivelverwerker van ons land. Het bedrijf telt 10 ledenkringen (inclusief de jongerenkring) in het ophaalgebied. Van elk bestuur van de ledenkringen zitten telkens 4 afgevaardigden in de coöperatieraad. Deze raad komt vijfmaal per jaar samen. De raad van bestuur telt maximum 7 leden melkveehouders en 2 externe bestuurders. Melkveehoudster Betty Eeckhaut is voorzitter. Daarnaast is er het operationele management met Nils van Dam als CEO.

“Vandaag wordt gestreefd naar een betere ledenstructuur”, weet Pieter Dezeure. “De werkgroep ‘Coöperatie 2.0’ neemt dit onder de loep. De logge structuur moet eruit. De coöperatie blonk de voorbije periode bijvoorbeeld niet uit in communicatie naar haar leden-leveraars. Intussen werd hier wel al verandering in gebracht met actuele flashberichten en efficiënte webinars. Velen voelen zich echter nog altijd niet gehoord, maar voor mij is de top van het bedrijf geen ivoren toren zoals wel eens wordt beweerd. Ik vind die trouwens heel toegankelijk, ik kan altijd wel bij iemand terecht.”

De raad van bestuur moet volgens Pieter een kritische blik op het management hebben en houden. “Na enkele wissels is het belangrijk om ook daar de stabiliteit te herstellen, zodat we over een ploeg beschikken met capabele bestuurders.”

Meest recent

Meest recent