Startpagina Melkvee

Zes jaar BVD-bestrijding: een succesverhaal met een toekomst

Na 6 jaar BVD-bestrijding heeft vandaag maar liefst 99,3% van de Vlaamse rundveebeslagen het BVD-vrij bedrijfsstatuut behaald. Het is een succesverhaal, maar BVD vereist toch nog alertheid, zo stelt Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ).

Leestijd : 4 min

Het nationaal bestrijdingsprogramma voor boviene virale diarree (BVD) ging op 1 januari 2015 van start met het systematisch opsporen van BVD-dragers of IPI-dieren (immunotolerant permanent geïnfecteerd). 99,3% van de Vlaamse rundveebeslagen behaalde intussen het BVD-vrij bedrijfsstatuut. In de maand februari 2021 was er zelfs een primeur: voor de eerste keer sedert de start werd gedurende een volledige maand geen enkele IPI geboren! Toch is de strijd nog niet gestreden, want ook dit jaar werd er nog op een 15-tal bedrijven circulatie van het BVD-virus aangetoond.

Minder IPI-kalveren, minder BVD-circulatie

Sinds de start van het Stop-BVD-bestrijdingsprogramma in 2015 wordt elk pasgeboren kalf binnen de 7 dagen na geboorte onderzocht op aanwezigheid van het BVD-virus via een oorweefselstaal, ook wel earnotch genoemd. Op basis van het resultaat van dat onderzoek krijgt het kalf een BVD-dierstatuut toegekend dat levenslang geldig is.

IPI-dieren zijn dragers van het BVD-virus. Dit betekent dat ze in de baarmoeder besmet raakten ten gevolge van een al dan niet tijdelijke infectie van het moederdier. Hierdoor beschouwt het kalf het BVD-virus als lichaamseigen en zal het nooit afweer ontwikkelen tegen het virus. Deze permanent geïnfecteerde kalveren houden het virus niet alleen in stand, maar verspreiden als ware virusfabrieken massale hoeveelheden van het BVD-virus, met alle nefaste effecten op de diergezondheid. Vandaar: hoe minder IPI-kalveren er geboren worden, hoe kleiner het risico op circulatie.

Voor het programma startte, had een gemiddeld rundveebedrijf elke 5 jaar te kampen met BVD-insleep. Dankzij de sterke daling van het aantal IPI’s en de strikte maatregelen op besmette bedrijven, is het voor de meeste bedrijven een haalbare kaart geworden om BVD-vrij te blijven.

BVD-succesverhaal

Dat het aantal IPI-kalveren sinds de start van de strijd tegen BVD jaarlijks een drastische daling kent, is duidelijk te zien in figuur 1. Terwijl er in 2015 nog 2.792 IPI-kalveren werden geboren (wat overeenkomt met 0,55% van de geboortes), tellen we in 2020 nog slechts 107 geboortes van IPI-dieren (amper 0,02% van de geboortes). Vóór de start van het programma was dit naar schatting nog 1 à 2 kalveren op de 100 geboortes.

Figuur 1. Evolutie van het percentage IPI-kalveren geboren in Vlaanderen.
Figuur 1. Evolutie van het percentage IPI-kalveren geboren in Vlaanderen. - Bron: DGZ

In 2021 werden tot april 22 BVD-dragers of IPI’s (0,01%) geboren op 15 Vlaamse rundveebedrijven (0,13% van de Vlaamse bedrijven). Op het merendeel van de bedrijven was er al BVD op het bedrijf aanwezig, bij 2 ging het om een nieuwe infectie. De maand februari 2021 was dus zelfs een mijlpaal in Vlaanderen. Voor het eerst sinds de start van de strijd tegen BVD werden er een hele maand lang geen nieuwe BVD-dragers geboren.

Niet alleen het totaal aantal IPI’s dat geboren wordt, maar ook het aantal bedrijven waar voor het eerst IPI’s opgespoord worden, is van belang (figuur 2). Dit aantal bedrijven daalt zichtbaar: van 1.204 in 2015, over 448 in 2017 naar slechts 17 in 2020. Dit werkjaar zijn er tot vandaag nog maar 2 bedrijven waar er sprake is van een nieuwe infectie.

Figuur 2. Aantal bedrijven waar voor het eerst een IPI-kalf geboren werd, van januari 2015 tot en met december 2020.
Figuur 2. Aantal bedrijven waar voor het eerst een IPI-kalf geboren werd, van januari 2015 tot en met december 2020. - Bron: DGZ

Blijf alert

Ook al is de evolutie gunstig, alert blijven is belangrijk. De paar bedrijven waar BVD nog circuleert, worden aangespoord om samen met de bedrijfsdierenarts gepaste acties te ondernemen om BVD onder controle te brengen. Op besmette bedrijven moeten bioveiligheidsaspecten, zoals quarantaine- en hygiënemaatregelen en bedrijfskledij, voor alle erfbetreders én vaccinatie goed uitgevoerd worden. Dit helpt ook om besmettingen naar andere bedrijven te voorkomen.

Het is uitermate belangrijk om elk verdacht geval zo vroeg mogelijk op te sporen en te vermijden dat er nieuw geïnfecteerde bedrijven bijkomen. Denk er ook aan dat elke verwerping op aanwezigheid van BVD-virus moet onderzocht worden. Ook bij aankoop van dieren blijft aandacht voor BVD essentieel, want een van de voornaamste oorzaken van insleep is de aankoop van een Trojaanse koe. Weet dat aankoop van drachtige runderen afkomstig van niet-vrije bedrijven (al dan niet import) een groot risico inhoudt. Dit jaar nog bleken er 4 geïmporteerde runderen positief voor BVD bij aankomst. We moeten dus altijd zeer voorzichtig zijn, en geïmporteerde runderen strikt afzonderen en aan een virologisch onderzoek onderwerpen.

Enkele Stop-BVD-tips

• Wordt er een nieuwe IPI opgespoord of dreigen er meerdere IPI’s geboren te worden? Onderneem direct actie samen met de bedrijfsdierenarts en beperk de BVD-circulatie onmiddellijk.

• Wordt BVD op je bedrijf bevestigd? Ga na wat de mogelijke besmettingsbron is. Weet dat een BVD-drager ontstaat als het moederdier in het eerste trimester van de dracht in contact gekomen is met het virus.

• Ga bij elk bevestigd geval na wat de impact kan zijn voor het bedrijf.

• Is er sprake van een onverdacht bedrijf? Voer altijd een bevestigingsonderzoek uit.

Alleen door insleep van nieuwe BVD-infecties te vermijden en bestaande infecties kordaat aan te pakken, kan de rundveesector een vervolg breien aan het succesverhaal van het BVD-bestrijdingsprogramma dat we vandaag kennen. Alleen zo kan Vlaanderen BVD-vrij worden, en dat komt zowel de dierengezondheid als de hele rundveesector ten goede!

DGZ

Lees ook in Melkvee

Hooibeekhoeve pakt hittestress in de melkveehouderij aan

Melkvee Hooibeekhoeve focust zich binnen het project Life ACLIMA op melkveehouders en put daarbij uit actueel onderzoek en ervaringen in de eigen stallen. Ook al lijkt de zomer nog veraf, het is nu een heel goed moment om al te anticiperen op een warme zomer.
Meer artikelen bekijken