Startpagina Pluimvee

Naar een lager antibioticumgebruik bij vleeskippen

Het antibioticumgebruik bij vleeskippen doen dalen is een hele uitdaging. Het vraagt een aangepast management en een andere manier van werken op verschillende vlakken. Met relatief eenvoudige maatregelen rond de dagelijkse werking van het bedrijf kan het antibioticumgebruik geleidelijk aan dalen.

Leestijd : 7 min

Het departement Landbouw en Visserij organiseerde in samenwerking met Amcra en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) een webinar over antibioticumgebruik bij vleeskippen. Daarin werden onder andere de darmgezondheid, de reductiedoelstellingen en handige tips voor het verlagen van antibioticumgebruik besproken.

Vicieuze cirkel

“Het darmstelsel van een kip is zeer kort en zeer efficiënt. Daardoor kan er ook veel mislopen”, legt Nikolai Ongena, praktijkdierenarts pluimvee, uit. “Als er iets misgaat in de darmen, ontstaat er al snel een vicieuze cirkel. Vleeskippen krijgen veel voer met een hoog eiwitgehalte. Loopt een kip coccidiose, mycotoxines of virussen op? Dan gaat de werking van de darmen achteruit en verteren de kippen die grote hoeveelheid voer minder goed. Daardoor ontstaat een overaanbod van voedingsstoffen in de darm, waar de Colstridiumbacteriën van genieten.

Als een overgroei van die bacteriën ontstaat, treden er meer en meer ontstekingen in de darmwand en het darmslijmvlies op, waarna de darm weer minder goed in staat is om te verteren. Daardoor blijven opnieuw te veel nutriënten in de darm aanwezig, waardoor de cirkel rond is”, gaat Ongena verder.

“Er is al veel onderzoek gedaan naar de darmgezondheid van vleeskippen, waardoor we perfect weten hoe de darmen werken. Enkele acties die we kunnen toepassen voor het verlagen van antibioticumgebruik zijn: een reductie van de voeropname, betere drinkwaterkwaliteit, het geven van voer met een lager eiwitgehalte en de preventie van coccidiose, mycotoxines en virussen. Door al die acties kunnen we antibioticagebruik vermijden, en kunnen we gebruikmaken van alternatieven, zoals: zuren, probiotica en prebiotica.

Als de darmen ontstoken zijn, kunnen we de ontsteking aanpakken door het toevoegen van additieven in het voer of drinkwater die zorgen voor een sneller herstel van de darmwand. Denk maar aan ß-glucanen, boterzuur en ontstekingsremmers. Om de vertering in de darmen te stimuleren kunnen we ook enzymes aan het voer toevoegen”, zegt Ongena. “Probeer de cyclus te doorbreken door de juiste strategie voor jouw bedrijf te bespreken met je dierenarts.”

Preventie coccidiose

“Als we België vergelijken met de Verenigde Staten, zien we dat hier zeer weinig kippen gevaccineerd worden tegen coccidiose, namelijk maar 15%. In de Verenigde Staten is de wetgeving rond antibiotica en cocciodiostatica (chemische cocciodioseremmers in het voeder) strenger. Daar wordt 50-60% van de kippen tijdens de zomerrondes gevaccineerd. Het is hoog tijd dat België daarin meegaat, want door die vaccinatie kunnen we resistentie tegen antibiotica en coccidiostatica verminderen.

Veel mensen gaan ervan uit dat die vaccinatie veel kost en te complex is. Dat klopt, want de vaccinatie moet gebeuren onder de juiste begeleiding in combinatie met een correct anticox-rotatieprogramma. Maar dat klopt ook niet, want na de coccidiosevaccinatie kan je het antibioticumgebruik verminderen, wat resulteert in een reductie van 5% in kostprijs per kuiken. Bovendien kan je de voerconversie verbeteren. Dat compenseert de prijs van de vaccinatie ruimschoots.”

Goed begonnen, half gewonnen

“In het beste geval gaan de kuikens op 6 weken tijd van 40 g naar ongeveer 3 kg”, gaat Ongena verder. “Een mens heeft 2 à 3 jaar nodig om een stabiele darmflora te ontwikkelen. Bij een kip gebeurt dat op enkele weken. Een optimale start in die ontwikkeling is dus zeer belangrijk.

Om goed te groeien hebben de kippen een goede ontwikkeling van de darmwand en darmbarrière nodig. Die barrière zorgt voor een goede opname van de voedingsstoffen en zorgt er ook voor dat de slechte pathogenen en bacteriën de darmwand niet kunnen verlaten naar de bloedbaan. Als dat wel gebeurt, kan het bekende enteroccenprobleem ontstaan.

Gemiddeld is er een hatch window van 36 uur. Dat is de tijd tussen het eerste kuiken dat uit het ei komt en het moment waarop de kuikens uit de broeikas worden gehaald. Daar rekenen we nog 12 uur bij tot de aankomst op het pluimveebedrijf en de toegang tot voer en water. Dan zijn we 48 uur verder. Als we dat berekenen op een periode van 6 weken leeftijd, zien we dat de kuikens bijna 5% van hun leven niet kunnen eten en drinken. Daar begint de eerste achterstand al.

Om die tijd te verkorten is het on farm hatching systeem een goede oplossing. Twee Vlaamse bedrijven die we opvolgden, konden zo hun antibioticumgebruik doen dalen met 62,76%. Voor die 2 bedrijven samen was dat op één jaar tijd een reductie van 47 kg (actieve stof) antibiotica voor 150.000 kuikenplaatsen.”

Bij ‘on farm hatching’ komen de kuikens in de stal uit het ei. Het antibioticumgebruik is aanzienlijk lager.
Bij ‘on farm hatching’ komen de kuikens in de stal uit het ei. Het antibioticumgebruik is aanzienlijk lager. - Foto: AV

Drinkwaterkwaliteit

Volgens Ongena wordt de kwaliteit van het drinkwater vaak over het hoofd gezien. Toch is dat heel belangrijk, want kuikens drinken meer dan dat ze eten. “Op de leeftijd van 6 weken, heeft een kip ongeveer 6,5 l water gedronken. De hygiëne in de drinkleiding is dus zeer belangrijk. Problemen kunnen zich daar snel opstapelen. Denk maar aan de bekende biofilm, residuen van medicatie en zelfs slijm. De biofilms en slijmlagen kunnen ervoor zorgen dat de bacteriën zich vasthechten in de leiding en zo door de kuikens worden opgenomen.

De kwaliteit van het drinkwater kan je aanpakken door het installeren van UV-behandeling op de installatie en door mechanische reiniging. Dat wordt nog te weinig gedaan. Voor mechanische reiniging kan je een APIRE gebruiken. Dat is een toestel op basis van lucht en waterdruk. Die 2 wisselen elkaar af en zo komen achtergebleven deeltjes in de waterleiding los, waarna ze naar buiten spoelen.

Je kan ook gebruikmaken van een systeem van Harsonic op ultrasone trillingen die ervoor zorgen dat de bacteriën zich niet kunnen vasthechten en soms zelfs kapot kunnen trillen. Het belangrijkste en gemakkelijkste systeem is de desinfectie van het water zelf door middel van producten als peroxides of chloordioxides. Er bestaan ook probiotica die actief gaan inwerken op de biofilm en zo de biofilmvorming verminderen.

Één landbouwer die we volgen heeft zo onlangs de waterbron van zijn bedrijf aangepakt, ontsmet en een UV-filter geïnstalleerd op de drinkwaterinstallatie. Hij kon zijn antibioticumgebruik bijna tot 0 terugdringen.”

Antibioticumreductieplan

In 2014 stelden Amcra en haar partners voor het eerst een antibioticumreductieplan op. Dat plan bevatte 3 reductiedoelstellingen te behalen tegen eind 2020. Bénédicte Callens van Amcra licht toe wat de realisaties zijn tot nu toe.

“In 2014 waren er nog geen diersoortspecifieke antibioticumgebruiksgegevens voor handen. We wisten nog niet hoeveel antibiotica gebruikt werden in elke sector. Om het gebruik toch te kunnen volgen, werd gebruikgemaakt van verkoopcijfers van antibiotica bij alle dieren in België. De meest recente data zijn die van 2011 tot en met 2019.

De eerste doelstelling van het plan was een reductie van 50% in het totaal antibioticumgebruik tegen eind 2020 (ten opzichte van 2011). Eind 2019 werd een reductie bereikt van 40,3%. De tweede doelstelling is een daling van 75% in het gebruik van kritisch belangrijke antibiotica, die we ook kennen onder de naam van de rode antibiotica. Daar behaalden we eind 2019 een reductie van 77,3%. De laatste doelstelling beschrijft het gebruik van de met antibiotica gemedicineerde voeders, een doelstelling die ingevuld moet worden door de varkenssector. Het gebruik van de met antibiotica gemedicineerde voeders moest met 50% dalen. Daar behaalden we eind 2019 een daling van 71,1%. De resultaten van het slotjaar van het eerste antibioticumreductieplan 2020 worden bekendgemaakt tijdens het jaarlijkse infomoment dat dit jaar doorgaat op 22 juni via webinar (voor meer info: www.amcra.be).

Visie 2024

Met het einde van 2020 in zicht werd reeds eind 2019 een nieuw reductieplan opgesteld met 4 nieuwe doelstellingen. “Dat plan heet Visie 2024. Bij de opmaak van Visie 2024 waren in tegenstelling tot het eerste plan wel diersoortspecifieke antibioticumgebruiksgegevens beschikbaar. Via Sanitel-Med worden sinds 2017 immers antibioticumgebruiksgegevens verzameld op het niveau van de individuele veehouderij. Ook private datacollectiesystemen, zoals het AB Register, verzamelen die gegevens. Bij de opmaak van het nieuwe plan in 2019 kon er dus per diersoort een reductiepad uitgestippeld worden.

De eerste doelstelling van Visie 2024 gaat dus over diersoortspecifieke reductiedoelstellingen op bedrijfsniveau. Het doel is dat elk bedrijf streeft naar een verlaagd antibioticumgebruik en het reductiepad volgt dat voor zijn sector is uitgestippeld. We willen de veehouders daartoe motiveren door hen te benchmarken en hen op de hoogte te stellen van de reductiepaden die voor hun sector werden vastgelegd. Het ultieme doel is tegen eind 2024 maximum 1% alarmgebruikers te hebben per diersoort. Die alarmgebruikers zullen opgevolgd en gecoacht worden om hen te begeleiden naar een verminderd antibioticumgebruik.”

Het reductiepad voor vleeskippen

“Veehouders ontvangen een rapport waar hun antibioticumgebruik wordt weergegeven door een BD100-waarde. Het reductiepad toont de grenzen aan voor laaggebruikers (groene zone), aandachtsgebruikers (gele zone) en grootgebruikers (rode zone) voor vleeskippen tot eind 2024”, legt Callens uit. “Die grenzen bestaan uit vastgelegde BD100-aandachts- en actiewaarden die progressief afnemen tussen de startdatum 1 januari 2021 en eind 2024 (zie figuur 1). Door de toekomstige grenswaarden nu al duidelijk te communiceren kan elke braadkippenhouder zich voorbereiden en eventueel de nodige maatregelen voorzien om het antibioticumgebruik aanvaardbaar te houden.”

Figuur 1. Reductiepad uitgetekend voor de vleeskippensector met vermelding van de aandachts- en actiewaarden tussen 1 januari 2021 en 31 december 2024.
Figuur 1. Reductiepad uitgetekend voor de vleeskippensector met vermelding van de aandachts- en actiewaarden tussen 1 januari 2021 en 31 december 2024.

Het reductiepad voor de braadkippen wordt sectoraal gedragen, aangezien het is afgesproken binnen een Amcra-werkgroep waarin alle schakels van de sector alsook de andere betrokken partijen waren vertegenwoordigd. Ook voor de varkens- en vleeskalversector werden reductiepaden 2021-2024 voor antibioticagebruik op bedrijfsniveau vastgelegd.

Om het reductiepad voor braadkippen zowel in de AB Registerrapporten als in de Sanitel-Med-rapporten te kunnen toepassen, was een aanpassing nodig van de rekenmethodiek in het AB Register pluimvee: in plaats van met gewichtscurves wordt nu met geschatte standaardgewichten bij behandeling gerekend (1 kg voor braadkippen). Zo werd ook een grote stap gezet in de uniformering tussen het AB Register en Sanitel-Med-rapporten voor braadkippenhouders. Dit zal de duidelijkheid van de benchmarkrapporten en dus ook de interpretatie en toepassing ervan in de bedrijfsvoering enkel verbeteren.”

Algemene doelstellingen tegen 2024

“Dankzij de reductiepaden in de verschillende diersectoren zouden we er in kunnen slagen om tegen 2024 het algemeen antibioticumgebruik in België te doen dalen met 65% ten opzichte van 2011. Dan gaan we richting het mediaangebruik in Europa. Momenteel bevindt België zich nog bij de hogere gebruikers van antibiotica binnen Europa.

We stelden voor 2024 een specifieke doelstelling op voor het gebruik van colistine, een kritisch belangrijk antibioticum met hoogste prioriteit voor gebruik bij mensen. Het gebruik ervan moet evolueren naar max. 1 mg/kg biomassa tegen 2024. Dat kan onder meer door het nooit in te zetten als eerstekeuzemiddel. Een goede diagnostiek moet het gebruik ervan rechtvaardigen.

De andere doelstelling gaat over het gebruik van de met antibiotica gemedicineerde voeders. Daar legden we al een mooie weg af, maar we streven naar een verdere daling tot 75% tegen eind 2024”, sluit Callens af.

Sanne Nuyts

Lees ook in Pluimvee

Meer artikelen bekijken