Startpagina Wetgeving

Melkveehouders stuwen bio omhoog

In 2016 kwamen er netto maar liefst 60 Vlaamse landbouwbedrijven bij. Dat maakt dat er nu 340 zijn in totaal. Het bio-areaal nam zelfs nog feller toe, met niet minder dan 30  %, tot zo’n 7.000 ha. Dat is te verklaren door de vele nieuwkomers in de biologische melkveehouderij. Het ziet er echter niet naar uit dat het plafond al is bereikt: ook het bedrag dat de consument aan bio besteedt, blijft stijgen.

Leestijd : 5 min

De cijfers van het departement Landbouw en Visserij laten geen plaats voor twijfel: de biosector in Vlaanderen groeit verder. Omschakelen is nochtans niet vanzelfsprekend, en niet voor elk bedrijf de juiste oplossing. In 2016 verwelkomde de bioketen 75 nieuwe bedrijven. Er stopten eveneens vijftien bedrijven hun activiteit als bioproducent.

Sector groeit

Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege stelde de resultaten voor op het melkveebedrijf in omschakeling van de familie Cerpentier - De Cock in Stekene. “Uit het rapport blijkt dat meer en meer landbouwbedrijven dezelfde keuze maken. Zo zijn er het voorbije jaar maar liefst 60 biologische landbouwbedrijven bijgekomen”, stelde de minister.

In de biosector zijn vooral de groentetelers goed vertegenwoordigd: in 2016 maakten zij een derde uit van de Vlaamse biologische bedrijven. Akkerbouw en dierlijke productie nemen elk 17  % voor hun rekening, en fruitteelt nog eens 14  %.

Het bioareaal steeg op één jaar tijd met 30  %, en bedraagt nu 6.960 ha, goed voor 1,1  % van de totale Vlaamse landbouwoppervlakte. In de categorieën ‘aardappelen, groenten en kruiden’ en ‘bodembedekkers’ nam het areaal zichtbaar toe. Het zijn echter vooral de nieuwe biomelkveehouders die hier verantwoordelijk voor zijn.

Hoofdrol voor melkvee

In 2016 schakelden twaalf melkveehouders inderdaad om. Dit is een duidelijke trendbreuk, gezien het aantal rundveehouders van 2013 tot 2015 (licht) daalde. “Dit relatief hoge cijfer is onder meer het gevolg van de beslissing om een gefaseerde omschakeling voor melkveehouders toe te laten”, sprak de minister. Bedrijven kunnen op die manier eerst hun percelen omschakelen, en het jaar erop pas hun dieren. De melk kunnen ze dan al na zes maanden als biologisch verkopen. Op die manier is de omschakelingstermijn verkort tot anderhalf jaar.

Volgens het rapport is de voornaamste trigger voor omschakeling echter de beslissing van FrieslandCampina om vanaf 1 juli 2016 geen melk meer op te halen bij meer dan 400 bedrijven, waaronder het gastbedrijf in Stekene.

DSC_0120

Daarnaast speelde de provincie West-Vlaanderen een belangrijke rol door het omschakelingstraject van een aantal melkveehouders te begeleiden. “We hebben samen met de sector nagedacht over hoe we dat succes kunnen omzetten naar andere regio’s, zoals Limburg. Regionaal werken, met clusters van landbouwers, brengt een nieuwe dynamiek teweeg”, aldus het departement.

Melkprijs

Minister Schauvliege haalde de prijsval in de gangbare melksector aan als reden waarom zoveel melkveehouders naar alternatieven zijn gaan uitkijken. “Momenteel zitten we aan 33 cent per liter, in augustus vorig jaar zaten we rond de 20 cent”, illustreerde Maarten Cerpentier, die met zijn ouders het melkveebedrijf uitbaat, haar uitspraak.

“Vanaf september zijn ook onze dieren omgeschakeld. Dan gaan we bij de coöperatie Biomilk.be. De prijs voor biomelk is gegarandeerd voor het hele jaar, en bedraagt nu 49 cent per liter”, deelde Maarten nog. “Makkelijk is het niet”, antwoordde hij toen de minister hem vroeg of de omschakeling zwaar is geweest. “In ‘t begin heb je de inkomsten niet, maar wel het extra werk.”

Subsidiewetgeving

Al is de omschakelingstermijn verkort, het blijft een periode waarin je extra investeert zonder een meerprijs te ontvangen. Het departement L&V is van mening dat er voldoende instrumenten zijn om mensen die willen omschakelen daarin te ondersteunen. In het jaarrapport staat nochtans te lezen dat de overhuidsuitgaven voor de biologische sector in 2016 met 5  % gedaald zijn.

Vooral de biohectaresteun is achteruitgegaan sinds het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) hervormd werd in 2015. De Vlaamse overheid verminderde deze subsidiebedragen omdat de Europese Unie bepaalt dat de hoogte van de bedragen niet hoger kan zijn dan de som van de gederfde inkomsten en de extra kosten die een omschakelende of omgeschakelde biolandbouwer heeft ten opzichte van een gangbare landbouwer. Ze baseerde zich daarvoor op een studie van het Instituut voor Landbouw-, Voedings- en Visserijonderzoek (ILVO), en het Louis Bolk instituut in Nederland.

Strategisch plan

In het jaarrapport staat nog te lezen dat een bedrijf uit de biosector gemiddeld bijna 1.500 EUR minder rechtstreekse steun (betaalrechten, vergroeningspremie en eventuele premie voor jonge landbouwers) krijgt toebedeeld dan het gemiddelde landbouwbedrijf (9.912 EUR in t.o.v. 8.443 EUR). Daartegenover staan de Vlaamse overheidsuitgaven i.v.m. bioketen- en marktontwikkeling, onderzoek, ontwikkeling, communicatie, promotie en draagvlakverbreding, die met 11,5  % toenamen t.o.v. het jaar voordien.

“Landbouwers informeren en overtuigen blijft belangrijk”, duidt minister Schauvliege die keuze. In het kader van het huidige strategisch plan ‘Biologische landbouw’ kent ze dan ook subsidie toe aan het initiatief ‘Bio zoekt Boer’, dat geïnteresseerde landbouwers advies geeft om succesvol om te schakelen. Volgens het rapport won één derde van de omschakelaars in 2016 eerst advies in bij ‘Bio zoekt Boer’ of een erkend biobedrijfsadviseur.

Hoeveel bio kopen we?

De Belgische gezinnen hadden in 2016 in totaal ruim 586 miljoen EUR veil voor bioproducten, goed voor een stijging van 12  %. De Vlamingen betaalden daarvan 257 miljoen, een teken dat ze relatief iets minder besteden aan bio dan hun zuidelijke landgenoten. Opmerkelijk is dat bijna iedereen weleens bio koopt (93 % van de bevolking, het hoogste niveau ooit).

Op lange termijn besteedde de Belg in 2016 dubbel zoveel aan bio als in 2008. Hoeveproducten die zowel op lange termijn als in vergelijking met 2015 in stijgende lijn verkopen, zijn verse zuiveldesserts, roomijs, aardappelen, boter, taart en banket, eieren en bloem. Sinds 2015 verloren biologisch rund- en kalfsvlees en melkvervangers als sojadrinks terrein. Op lange termijn gingen groentesalades en varkensvlees achteruit.

Wie verkoopt bio?

Waar koopt de Belgische consument zijn bioproducten? Al werden de klassieke supermarkten iets minder belangrijk, toch verkochten ze het merendeel van de bioproducten (41,5 %). Op de tweede plaats vind je natuurvoedingswinkels en speciaalzaken, met inbegrip van Bioplanet. Rechtstreekse verkoop op de hoeve zelf of via boerenmarkten neemt 4 à 5  % van het marktaandeel in, en staat pas op de vijfde plaats, na de buurtsupermarkten (10,2 %) en de hard discount (9,4  %). Enkel de openbare markten nemen een lager marktaandeel in (3,2  %).

De categorie van de hard discount, waartoe Aldi en Lidl behoren, is niettemin de sterkste groeier (van 3,2  % in 2014 naar 5,5  % in 2015 en 9,4  % in 2016). Het prijsverschil tussen bio en gangbaar blijft echter stabiel over de jaren heen. Biologische versproducten zijn gemiddeld een derde duurder dan gangbare producten. Eieren tonen jaar na jaar het grootste prijsverschil: bio kosten ze dubbel zoveel als gangbaar.

Toekomst?

Het geld dat de Belgen uitgeven aan biovoeding stijgt gestaag - maar meer dan de inflatie en de totale besteding aan voedsel - en doet dat al jaren. Nooit gaven er meer mensen aan open te staan voor deze producten.

“De vraag blijft dus stijgen en dat biedt verdere groeimogelijkheden voor de biolandbouwers. Met het nieuw strategisch plan, dat klaar zal zijn tegen het eind van dit jaar, zullen we ook die groei van de biolandbouw in Vlaanderen blijven vooropstellen. Deze cijfers tonen dat de kansen er zijn om op grotere schaal naar bio te kijken in Vlaanderen. Die moeten we grijpen”, vond minister Schauvliege.

D.C.

Lees ook in Wetgeving

Pelt-arrest verontrust landbouwbedrijven

Wetgeving De Vlaamse overheid bekijkt of er nood is aan verduidelijking over de milieutechnische eenheid in het kader van de vergunningsverlening van waterwinningen. Het Pelt-arrest over grondwaterwinningen verontrust landbouwbedrijven met meerdere grondwaterwinningen.
Meer artikelen bekijken