Gele en bruine roest blijven uitbreiden in wintertarwe
Deze week werden door het Landbouwcentrum Granen en partners opnieuw waarnemingen uitgevoerd in de wintertarwe op onbehandeld gewas. Er werd vooral waargenomen dat gele en bruine roest uitbreidt.
De meerderheid van de wintertarwe bevindt zich in het stadium ‘aar volledig uit’. 22% van de tarwe bevindt zich reeds in het stadium ‘begin bloei’ tot ‘bloei voltooid’. Bij 39% van de tarwe is de aar nog niet volledig uit.
Sterke uitbreiding
Gele roest breidde opnieuw verder uit na de sterke uitbreiding vorige week. Bij 23 van de 25 waarnemingspercelen werd gele roest teruggevonden. Bij 15 percelen is de behandelingsdrempel bereikt, voornamelijk gevoelige rassen zijn sterk aangetast. Gevoelige rassen moeten zeer goed opgevolgd worden!
Bruine roest is meer en meer aanwezig, bij 2 percelen werd de behandelingsdrempel bereikt. Bruine roest moet de komende week nog goed worden opgevolgd. Bij de rassen die zeer gevoelig zijn, dient men zeer waakzaam te zijn.
En verder
Bladseptoria blijft op de meeste percelen aanwezigen en breidde verder uit naar de bovenste bladeren. De bovenste (2) bladeren worden best ziektevrij gehouden.
Meeldauw werd bij 3 percelen in beperkte mate waargenomen.
Insecten
Bladluizen werden nog steeds weinig waargenomen, nergens werd de schadedrempel bereikt. De meest gevoelige periode voor schade door bladluizen is de periode vanaf het in aar komen tot het begin van de afrijping van het graan. Vooral in de periode tussen de stadia ‘alle aren uit’ en ‘einde bloei’ kunnen de bladluizen schade aanrichten.
Vooral bij zeer droog weer dient men bijzonder waakzaam te zijn voor het optreden van graanhaantjes. De economische schadedrempel is afhankelijk van het gewasstadium, maar momenteel blijft de druk laag.
