Startpagina Actueel

Er wordt hard gewerkt om pocketvergisters nog performanter en robuuster te maken

49 van de 60 pocketvergisters hebben verleden jaar elektriciteit of warmte geproduceerd. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Robrecht Bothuyne (CD&V) bij bevoegd minister Zuhal Demir (N-VA) opvroeg. In verschillende operationele groepen wordt intussen hard gewerkt om de pocketvergisters nog performanter te maken, onder meer met een nieuw aanbod.

Leestijd : 6 min

Veehouders leveren al heel wat inspanningen om de uitstoot van methaan te beperken. Het gebruik van een pocketvergister, waarbij de mest wordt vergist om er groene energie mee te produceren, blijft een heel interessante optie om de methaan nuttig aan te wenden, eerder dan meer te laten ontsnappen naar de omgeving.

Resultaten 2020

Over de resultaten en de investeringssteun van die pocketvergisters vroeg Robrecht Bothuyne, Vlaams parlementslid voor CD&V, in een schriftelijke vraag aan bevoegd minister Demir een stand van zaken op. Uit haar antwoord blijkt dat er verleden jaar in totaal 60 pocketvergister- eenheden in Vlaanderen waren, waarvan er 55 certificaatgerechtigd waren en 49 effectief certificatensteun hebben ontvangen in 2020.

Volgens informatie van Biogas-e werden sinds 2011 ongeveer 87 eenheden gebouwd, waarvan er ondertussen een aantal uit dienst zijn genomen. Installaties met een bruto nominaal vermogen tot en met 10 kWe en met startdatum na 1 januari 2018 komen niet meer in aanmerking voor certificatensteun.

Voor de plaatsing van warmtekrachtinstallaties met een bruto nominaal vermogen tot en met 10 kWe kan sindsdien wel een premie worden aangevraagd. “Sinds de start van het nieuwe systeem is aan 5 pocketvergisters investeringssteun toegekend”, aldus minister Demir.

Totale productie

De totale elektriciteitsproductie door de pocketvergisters bedroeg in 2020 1.945 MWh, de totale hoeveelheid geproduceerde warmte bedroeg 6.486 MWh. Het gaat dus om het equivalent van het verbruik van ongeveer 555 gezinnen aan elektriciteit en ongeveer 325 gezinnen aan warmtevraag in bestaande woningen.

Gemiddeld werden er in 2020 per pocketvergister 34 groenestroomcertificaten (of 3.308 euro) en 80 warmte-krachtcertificaten (of 2.481 euro) toegekend. “Dit komt neer op een totaal gemiddeld steunbedrag van 5.789 euro per pocketvergister eenheid en per jaar.” Het steunbedrag moet afgezet worden tegenover een totale investeringskost inclusief randinvesteringen die door Biogas-e op 155.000 euro worden geraamd, of een investeringskost van ongeveer 15.000 euro per kilowatt elektrisch.

Verleden jaar waren er in totaal 49 pocketvergisters die gebruikt werden om energie te produceren. 11 pocketvergister eenheden hebben verleden jaar géén elektriciteit of warmte geproduceerd.

Kennis en expertise

Bij uitbaters en constructeurs merken we de voorbije jaren een toename in kennis en expertise. “Vandaag is het aantal installaties die stilliggen wegens administratieve of slechte opvolging eerder minimaal. De meeste problemen blijven veelal constructie-technisch en/of zijn gelinkt aan de kosten voor dergelijke problemen of voor de vervanging van defecte onderdelen. Daar wordt al een stuk aan tegemoet gekomen”, stelt minister Demir.

Ook belangrijk om mee te geven is dat een pocketvergister uiteraard nu eenmaal niet bij elke boer en/of stal past, en dat daar vanuit alle hoeken aandacht voor moet zijn. Er wordt heel hard gewerkt om de pocketvergisters robuuster en performanter te maken, onder meer door de Operationele Groep Pocketboer II (2019-2021), die werd opgericht na een positieve evaluatie van de eerste Operationele Groep Pocketboer I. Partners zijn Biogas-e, Boerenbond, Innolab, Inagro en 5 ervaren pocketboeren.

Via Facebookgroep

“Deze operationele groepen dien(d)en hoofdzakelijk als overleg- en netwerkplatform, waarbij uitbaters kunnen leren van elkaars ervaringen, installaties vergelijken en samen op zoek gaan naar oplossingen voor problemen, om op die manier hun eigen installatie te optimaliseren.” Uitbaters bekijken dan bijvoorbeeld of een aangeleverde oplossing ook voor hen van toepassing kan zijn. Via de Facebookgroep worden urgente problemen gecommuniceerd, en waar mogelijk, vlug potentiële oplossingen geboden.

Mede dankzij de oprichting van deze operationele groepen en de problemen die daar werden geïdentificeerd, is er een vernieuwd aanbod van installaties op de markt die meer robuust en performant zijn (met bijkomende opties om bijvoorbeeld schuimproblematiek tegen te gaan en met een hogere verblijftijd van de mest in de reactor). “Constructeurs zetten zich ook in om eerdere (constructietechnische) problemen recht te trekken en bieden een verbeterde onderhoudsdienst aan.”

Betere rendabiliteit

Verschillende aanpassingen aan bestaande installaties moeten ook de rendabiliteit verbeteren. De inspanningen van de verschillende stakeholders hebben een positief effect gehad op de toestand van pocketvergisting in Vlaanderen, met weer een lichte stijging van het aantal installaties.

“Onder meer met Pocketboer II wordt blijvend ingezet om dit effect door te trekken. Ook is er een periodieke opvolging van de status van de pocketvergisters om de vinger aan de pols te houden en de evolutie in kaart te brengen.”

Volgens minister Demir verloopt het project naar wens. “Er is frequente communicatie tussen onder meer de projectpartners en de pocketboeren via kerngroepen, kenniscoöperaties, de Facebookgroep, 1-op-1 contact...”

Tijdens de laatste maanden van het project zullen normaal gezien nog ontzwavelingstesten worden uitgevoerd in kader van het bieden van een mogelijke oplossing voor de vele zwavelproblemen bij installaties, zal nog verder gekeken worden naar de mogelijke impact van het huidige beleid of (verwachte) veranderingen daarin (vernietiging van terugdraaiende teller en uitrol digitale meter, capaciteitstarief, VLIF-steun,…) en zal verder kort op de bal worden gespeeld bij technische problemen of vragen, door bijvoorbeeld in overleg te gaan met verschillende actoren. “Het is ook de bedoeling dat de Facebookgroep na afloop van de operationele groep blijft bestaan”, geeft minister Demir nog mee.

Stakeholders

Eind november 2020 had een overleg met alle stakeholders plaats. Er werd ingezoomd op het belang en de werking van de operationele groep, de stand van zaken van pocketvergisting in Vlaanderen en België, resultaten van en verwezenlijkingen door de operationele groep (met focus op bijvoorbeeld knelpunten en gerelateerde aanpassingen, rendabiliteit, beleid) en toekomstperspectieven. Ook werd ruimte gelaten voor feedback en vragen.

“Er kwamen geen concrete opmerkingen op de aanpak die wordt gehanteerd in het project. Wat wel meegenomen wordt van dit overleg, was de piste die werd aangebracht om, door te hygiëniseren, de dikke fractie van digestaat klaar te maken voor export naar het buitenland. Enkele mogelijkheden werden bediscussieerd en deze piste werd ook aangehaald tijdens de daaropvolgende kenniscoöperatie.”

Er werd geconcludeerd dat dit vermoedelijk een dure investering zal zijn voor kleine installaties (vaststelling van proces, controle...). Procescertificatie door de constructeur zelf zou een goedkopere oplossing kunnen zijn. Of en hoe dit in de praktijk zal (kunnen) worden opgenomen en toegepast, valt echter nog af te wachten.

3 kerntaken

In het project ligt de focus op 3 kerntaken:

1. Kennisuitwisseling: Via kerngroepen, kenniscoöperaties, de Facebookgroep, 1-op-1 contact,… worden de laatste nieuwigheden, al dan niet al toegepast in de praktijk, meegegeven. Daarnaast delen de landbouwers ervaringen die zij hebben verworven doorheen de jaren, wat kennis over het proces en de toepassing ervan ten goede komt, en wat leidt tot enkele best practices. Ook is er ruimte voor kennisopbouw, bv. door het uitvoeren van experimenten.

2. Technische knelpunten aankaarten/oplossen: Bij overlegmomenten worden voldoende mogelijkheden voorzien om technische knelpunten aan te kaarten. Mogelijke oplossingen worden dan aangeleverd door collega-pocketboeren of door andere leden van het consortium. Voor problemen die zich algemener stellen wordt in overleg gegaan met meerdere actoren, zowel binnen als buiten het consortium.

Als feedback door uitbaters wordt meegegeven dat deze operationele groep nuttig is, er veel werd bijgeleerd en oplossingen werden geboden en dat het contact met collega-uitbaters zeer waardevol is. Door het behoud van de Facebookgroep kan de wisselwerking tussen het aanleveren van problemen en oplossingen voort worden gezet.

3. Administratieve begeleiding: Tijdens de operationele groep werden verschillende pocketboeren ondersteund bij hun steunaanvragen. Daarnaast worden uitbaters op de hoogte gehouden van de huidige stand van zaken inzake wetgeving en subsidies en mogelijke toekomstige wijzigingen, alsook van de impact van deze wijzigingen op de uitbating en rendabiliteit van hun vergister.

Op basis van de premie-aanvragen blijkt dat de gemiddelde investeringskost voor een pocketvergister rond de 100.000 à 120.000 euro ligt. Inclusief randinvesteringen loopt de investeringskost volgens Biogas-e op tot 155.000 euro of 15.000 euro per kilowatt elektrisch.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken