Startpagina Bijzondere groenten

Peulvruchtenteler Maarten De Wit: “Boterbonen liggen goed in de markt, hopelijk is dat later voor edamame ook”

Groene bonen, erwten, boterbonen en edamame… er is een heel gamma aan peulvruchten, en op het bedrijf van Maarten De Wit uit Leest staan ze allemaal: “Met de peulvruchten krijgen we ons zomerseizoen ook goed gevuld. Edamame proberen we sinds vorig jaar in een klein proefje, want daar is nog weinig kennis over in België.”

Leestijd : 8 min

We ontmoetten Maarten De Wit op zijn erf in Leest. “Op deze moment ga je nog niet al te veel op het veld zien hoor, buiten de erwten”, waarschuwt hij. Maarten is een groenteteler die zich specialiseert in de peulvrucht. Dat deed hij niet altijd. Hij ging eerst naar de tuinbouwschool, en begon erna te werken op de veiling. Thuis werkte hij wel mee op de boerderij. Het bedrijf was oorspronkelijk van zijn grootouders, tot zijn ouders het in bijberoep overnamen. “Mijn ouders hadden elk nog een eigen job. Ze teelden ongeveer dezelfde teelten als ik nu: erwten, bonen en spruiten, maar nog geen edamame.”

Toen zijn vader stierf in 2002, nam Maarten het bedrijf over in bijberoep. Hij ging halftijds werken en halftijds werkte hij op het ouderlijke bedrijf. “Uiteindelijk was de interesse in onze boerderij te groot en ben ik in 2010 volledig voltijds gestart. Nu ben ik dus tuinbouwer in hoofdberoep”, vertelt hij. In het begin omvatte het bedrijf slechts een heel kleine oppervlakte. Dat heeft hij kunnen uitbreiden tot zo’n 20 ha groenten, waaronder 10 ha boterbonen, en 10 à 12 ha akkerbouw voor de rotatie, zoals granen en maïs. Sinds vorig jaar loopt er op het bedrijf ook een proefje met edamame. “Dit jaar zullen we dat wat uitbreiden en er een markt in zoeken, het blijkt wel een gewas met potentieel te zijn.”

Het bedrijf specialiseert zich in peulvruchten.
Het bedrijf specialiseert zich in peulvruchten. - Foto: MV

Heel jaar door groenten

Momenteel huurt Maarten een kleine serre van familie, waar hij erwten in teelt voor de versmarkt. Die teelt start tegen eind april. Vanaf eind mei tot eind juli schakelt hij over op vollegrondserwten buiten, niet zomaar een erwt, maar de Mechelse krombek. Dat is echt een erwt van de streek, die vroeger wel iets meer werd geteeld. “Het is een oud ras, dat gekenmerkt wordt door een grote peul met een kromming in. De peulkleur is iets lichter dan die van de erwt, en ze is ook iets sneller gaar. Wij hebben ze al meer dan 30 jaar staan. Met reden! Het is een zeer gewilde boon. Vanaf die beschikbaar zijn, schakelen veel kopers om van de gewone erwt naar de Mechelse krombek. Ze worden apart op veiling BelOrta verkocht en zijn gegeerd.”

Begin juli start het bonenseizoen, waaronder groene bonen en boterbonen, en dat loopt tot september. “Zelfs tot in oktober als het een goed najaar is”, geeft Maarten nog mee. In september begint het spruitseizoen tot ten laatste eind maart. “De seizoenen overlappen wel een beetje. We weten dus een heel jaar wel wat te doen. Enkel in april staat er geen teelt, maar dan is er werk genoeg om alles op te starten.”

Boterbonen

In de beginjaren van het bedrijf stonden er nog niet veel boterbonen. De laatste 5 à 6 jaar breidde Maarten het areaal uit, in samenwerking met de veiling. “Vroeger waren het alleen maar kopers van marktkramen en groentewinkels die in de boterboon geïnteresseerd waren. Nu liggen ze als seizoensproduct in de zomer in de meeste supermarkten”, geeft hij mee. Maarten zelf is ook fan van het product, dat iets smeuïger is dan de groene boon. “Maar ik eet ze allemaal wel eens graag hoor”, knipoogt hij.

De laatste jaren is de boterbonenteelt echt uitgegroeid tot een mooie teelt in België, omdat de supermarkten meegaan in dat verhaal.
De laatste jaren is de boterbonenteelt echt uitgegroeid tot een mooie teelt in België, omdat de supermarkten meegaan in dat verhaal. - Foto: BelOrta

Het voortzetten van de teelt was voor hem niet meer dan logisch. Niet alleen waren zijn ouders ermee bezig, hij zag er ook toekomst in. “Het is eens iets anders, het is een nichemarkt en ik heb me er wat op toegespitst. Ik probeer de teelt rendabeler te maken, door na te denken over teelttechnieken en steeds efficiënter te werken.” Zowel in erwt als in boon kan het volgens hem efficiënter. “Het zijn beide arbeidsintensieve teelten. Je moest eens weten hoeveel tijd erin kruipt om de erwtenplant aan de paal en draad te binden. Ik probeer elk jaar wel iets uit om dat beter te doen verlopen. Ook bij de bonen gebeurt nog heel weinig machinaal.”

Kiezen voor mooi recht

Een mooie boon telen, dat hangt in de eerste plaats af van de weersomstandigheden in de seizoenen. Enkel de mooie rechte boterbonen gaan mee naar het bedrijf, de andere bonen, die niet aan de normen voldoen, blijven op het veld. “De te kleine, te dikke en te kromme laten we hangen en worden in de bodem ingewerkt. 70 à 80% van de bonen zou goed moeten zijn. Als we aan een opbrengst komen van 8.000 kg/ha zijn we tevreden. We gaan enkel voor de beste kwaliteit, want de afnemers verwachten dat we een zo goed mogelijke kwaliteit kunnen leveren. De laatste jaren is de boterbonenteelt echt uitgegroeid tot een mooie teelt in België, omdat de supermarkten meegaan in dat verhaal.”

Het enige nadeel is veel handenarbeid, wat het tot een duurder product maakt. “De bonen worden met de hand van de plant getrokken, en worden op het veld gesorteerd. Dat gebeurt door seizoensarbeiders. In de piekperiodes van het jaar hebben we maximum 10 personen die ons bijstaan op het veld”, vertelt Maarten. Hij geeft aan dat er ook tijd en werk kruipt in het opleren van seizoensarbeiders. “Er is altijd wel vast personeel dat terugkomt, maar je moet af en toe eens nieuwelingen opleren en daar kruipt tijd in. Het is echt van belang dat ze weten wat ze plukken en hoe ze moeten uitsorteren. Het sorteren willen we op termijn verbeteren door het inzetten van machines.”

Onkruidbestrijding wordt moeilijker

Gewasbescherming bij de boterbonenteelt blijkt tot nu niet zo’n probleem te zijn. Van insecten en plagen is er weinig sprake. Met vochtiger weer wordt de kans op de schimmelziekte botrytis wel groter. “Die schimmels zetten zich enorm snel verder, dat zie je ook in de handel. Als het ene boontje aangetast is, zet het zich in een mum van tijd verder op het andere boontje”, geeft hij aan.

Voorlopig heeft Maarten nog alles onder controle. Voorlopig dan toch. Elk jaar verdwijnen er wel wat producten, en hij vreest problemen in de onkruidbestrijding. “Er komen misschien wel middelen bij die dan meestal biologisch zijn, maar meestal werken die niet zo goed als het verdwenen bekende product. Daarnaast zijn die nieuwe producten ook een pak duurder.”

Hoewel er nu nog geen problemen zijn, wil Maarten niet afwachten wat er gebeurt met de middelen die er nog zijn. “We gaan teelttechnisch andere manieren moeten zoeken voor de bestrijding en preventie van onkruiden, maar daar staan waarschijnlijk ook kosten tegenover. Als er bijvoorbeeld meer handenarbeid nodig is om je veld proper te maken, dan maakt dat de kostprijs van je product hoger.” Machinaal verbeteren is voor hem een bewandelbare piste. “Met gps werken om te zaaien en te schoffelen lijkt de toekomst.”

Klimaatbestendigheid?

De boterbonenteelt is volgens Maarten niet moeilijker dan de groene bonenteelt. De bemesting valt goed mee, en het zaaien gebeurt ook niet anders. Irrigatie wordt met de warmer wordende jaren wel een topic, en vochtige dagen blijken ook een probleem. “Ik merk dat de afgelopen zomers de bonen meer water nodig hebben. Daar zullen nog serieuze projecten mogen rond gedaan worden. En dat is iets wat we niet meer zelf kunnen. Er zal steun van hogerop nodig zijn om de land- en tuinbouwer bij te springen, zeker voor de plaatselijke telers. Als we willen dat de boterbonen plaatselijk geteeld zullen worden, dan moet er moeite gedaan worden om water te voorzien voor de tuinbouw. Dat wordt een heel grote uitdaging.”

Aan de andere kant is er ook alertheid vereist bij vochtige dagen, want dan is de boon gevoeliger voor schimmel. “Elk seizoen heeft wel zijn uitdagingen. Elk jaar zijn er wel andere problemen.”

“We doen zo voort”

De boterbonenmarkt is best klein te noemen. Een aantal telers kiezen voor serres, anderen, zoals Maarten voor vollegrond. “We doen voort met wat we bezig zijn, met goede kwaliteit leveren. Dat proberen we zo goed mogelijk te doen. Misschien breiden we de boterbonenteelt nog wat uit, maar ik denk dat de markt in België wel vol zit. Misschien zit er wel iets in naar export toe?”

Hij geeft nog wel aan uit te willen breiden met serres om zo het seizoen te verlengen. “Normaal beginnen we de boterbonen te oogsten tegen eind juni en eindigen we met de oogst eind september. Met een (verwarmde) serre heb je al boterbonen van in april, en kan je dooroogsten tot in oktober. We kunnen zo het seizoen met enkele maanden verlengen.”

Edamamebonen in België?

Vorig jaar startte Maarten met een kleine proef met edamamebonen. Dat zijn de jonge onrijpe peulvruchten van de sojaplant. In verschillende Oosterse restaurants worden ze geserveerd. “Momenteel komt de meeste edamame nog uit het buitenland, zeker wat je in de diepvries vindt. In België staat er al wel een beetje, maar nog niet voor de versmarkt. Wij proberen nu uit voor de versmarkt”, geeft Maarten aan.

Momenteel komen de meeste edamamebonen nog uit het buitenland.
Momenteel komen de meeste edamamebonen nog uit het buitenland. - Foto: Pixabay

Edamamebonen telen, zelf was Maarten er niet op gekomen. Verkopers van de veiling vroegen hem om het eens te proberen. “Zelf vind ik het al lekker, wat een goed begin is. Na wat opzoekwerk en informatie opgezocht te hebben bij proeftuinen en zaadfirma's zijn we ermee gestart. We proberen er een projectje van te maken omdat edamame nu erg ‘in’ is: er wordt heel veel over gesproken, maar het is nog zeker geen kant-en-klaar product.” Of het in België zal werken, is nog maar de vraag. De teelt moet immers lang staan, maar het product blijkt slechts voor een korte periode beschikbaar. “Dan moeten we echt promoten met lokale teelt, en moet er een goede prijs tegenover staan.”

Nog in kinderschoenen

De eerste proef met edamamebonen vorig jaar draaide jammer genoeg niet zo goed uit. Hij weet echter wel waar het mis ging. “Dit jaar doen we het opnieuw. We willen weten hoeveel werk er schuilgaat voor een goed product, wat de opbrengsten zijn, hoeveel water er nodig is, enzovoort. Zo weten we nu al dat de planten in de bloeiperiode wel wat water nodig hebben. Het wordt een uitdaging omdat we weten dat ons klimaat er niet ideaal voor is. Er zijn al veredelaars bezig met edamamerassen, en die zeggen wel dat er al rassen geschikt zijn voor een goede opbrengst. Dat moeten we echter allemaal nog afwachten, ik kan daar nog niets van zeggen, omdat het vorig jaar nog maar een heel klein proefje was.”

Maarten hoopt toch dat kopers interesse zullen tonen voor de teelt. “Voorlopig is dat tegengevallen. Hier en daar is er een koper die interesse toont, maar we hebben de indruk dat ze een afwachtende houding aannemen. Ik snap dat wel: ze willen een prijs, maar die kunnen we nog niet geven. We hebben wel een idee van de teeltkosten, maar niet van de arbeidskosten. En dat is net de grootste kost, omdat er veel handenarbeid aan is. Ik denk dat het eerder producten zijn die machinaal moeten worden aangepakt, anders gaan we niet kunnen concurreren met wat er vanuit het buitenland binnenkomt.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Bijzondere groenten

Koen Tierens (de Plukheyde): “Wij combineren oude kennis met nieuwe technieken en afzet”

Bijzondere groenten Ooit was hij secretaris en consulent bloemisterij en snijbloemen bij AVBS (de beroepsvereniging voor de Vlaamse sierteelt en groenvoorziening), maar nu is Koen Tierens al 5 jaar bezig met zijn eigen CSA-bedrijf de Plukheyde in Kampenhout. “Ik heb meer dan 150 gewassen staan. Ik teel 70% wat mensen willen, maar bij die andere 30% doe ik mijn zin en verras ik mensen met iets dat ze niet kennen.”
Meer artikelen bekijken