Startpagina Pluimvee

Conny van den Top (NL): Een gemengd bedrijf heeft voor- en nadelen

Conny van den Top en Jan Vaarkamp uit Lunteren hebben zowel 60 stuks melkvee als 5.000 biologische leghennen. Een gemengd bedrijf heeft zowel voor- als nadelen. In ieder geval willen ze met het melkvee groeien naar 75 stuks melkvee en hebben ze daarvoor in 2016 hun ligboxenstal verlengd.

Leestijd : 6 min

Melkvee- en pluimveehoudster Conny van den Top (43) uit Lunteren vindt het heel mooi dat ze het bedrijf van haar ouders voort kan zetten. “Mijn opa en oma zijn hier begonnen op deze locatie. Of er tussen onze kinderen een opvolger zit, dat zien we wel. Er komt momenteel zo veel af op de landbouw. Het is wel zo, als een van de kinderen het bedrijf toch wil overnemen, dan zullen we dit zeker motiveren.” Conny en haar man Jan (53) namen het bedrijf in 2009 over van de moeder van Conny. In dat jaar trouwden ze ook. Conny moest tussen 2003 en 2009 het gemengde bedrijf samen met haar moeder runnen omdat vader Van den Top in 2003 overleed. “Ik was destijds blij dat ik al in de maatschap zat en de keuze had gemaakt om het bedrijf over te nemen. Mijn moeder en ik hebben het bedrijf toen samen voortgezet. We zijn er ook trots op dat het gelukt is, zodat ik het bedrijf kon overnemen met 40 stuks melkvee en 4.000 scharrelleghennen.”

In 2012 schakelde het stel om naar biologische pluimveehouderij en vergrootte de pluimveetak naar 5.000 leghennen. De hennen zitten op een traditioneel systeem op de beun met Van Gent-legnesten en -zitstokken. Tevens breidden ze gaandeweg de jaren uit naar 60 stuks melkvee. Door deze uitbreiding moest de ligboxenstal vergroot worden. Vandaar dat in 2016 de ligboxenstal verlengd werd met 25 m tot 56 m lengte. Conny: “Daarmee kunnen wij de komende jaren uitbreiden tot 75 stuks melkvee, inclusief jongvee.”

In 2016 werd de ligboxenstal verlengd met 25 m tot 56 m lengte. Conny: “Daarmee kunnen wij de komende jaren uitbreiden tot 75 stuks melkvee, inclusief jongvee.”
In 2016 werd de ligboxenstal verlengd met 25 m tot 56 m lengte. Conny: “Daarmee kunnen wij de komende jaren uitbreiden tot 75 stuks melkvee, inclusief jongvee.” - Foto: DvD

Naar 75 stuks melkvee

Waar Conny erg blij mee is, is dat haar vader in 2000 nog een nieuwe leghennenstal gebouwd heeft. “Daardoor was het bedrijf al veel meer toekomstproof.” Na het overlijden van haar vader in 2003 lieten Conny en haar moeder aan deze nieuwe stal een Wintergarten bouwen. Vrienden uit de omgeving van Lunteren hebben in die tijd enorm geholpen met de bouw ervan.

Als gevolg van de Nederlandse fosfaatwetgeving moesten ze in 2018 afstand doen van 10 stuks melkvee, waardoor het totaal aantal terugliep van 70 naar 60 stuks. De komende jaren willen ze dus doorgroeien naar 75 stuks melkvee met bijbehorend jongvee. Van de huidige bedrijfsomvang kan het gezin goed leven. Conny: “Dit komt ook omdat wij de kosten laag houden. Wij doen heel veel zelf, bijvoorbeeld bij de uitbreiding van de ligboxenstal. Ook het asbest van deze stal is inmiddels gesaneerd en er liggen zonnepanelen op.” Verder doet Jan vrijwel al het onderhoud aan de tractoren, werktuigen en machines zelf.

Tot 2000 had de familie ook nog vleesvarkens, dus een gemengd bedrijf met 3 takken. Door de steeds strengere hygiëneregels rondom de varkenshouderij waren de ouders van Conny met die tak al gestopt. Conny: “Jan en ik hebben bewust besloten om 2 takken te houden, dus een gemengd bedrijf, omdat dit voordelen heeft. Verder willen wij met beide takken niet te snel groeien.”

Voordelen van 2 agrarische takken

Of Conny en Jan op termijn ook een volièresysteem in de biologische leghennenstal gaan zetten, weten ze nog niet. Conny: “In 2025 wellicht wel, want vanaf dan mogen wij de Wintergarten niet meer meetellen als leefoppervlak voor de hennen. Dit is EU-regelgeving, dus Belgische collega’s zullen ook wel naar oplossingen kijken wat dit betreft.”

Mogelijk plaatsen Conny en Jan in 2025 een volièresysteem, want vanaf dan mogen ze de Wintergarten niet meer meetellen als leefoppervlak voor de hennen. Conny: “Dit is EU-regelgeving, dus Belgische collega’s zullen ook wel naar oplossingen uitkijken.”
Mogelijk plaatsen Conny en Jan in 2025 een volièresysteem, want vanaf dan mogen ze de Wintergarten niet meer meetellen als leefoppervlak voor de hennen. Conny: “Dit is EU-regelgeving, dus Belgische collega’s zullen ook wel naar oplossingen uitkijken.” - Foto: DvD

Volgens de melkvee- en pluimveehoudster heeft een bedrijf met agrarische takken zowel voor- als nadelen. Wat Conny een groot voordeel vindt, is de risicospreiding van de opbrengsten. “Als de ene tak in een prijsdip zit, dan heeft de andere agrarische tak meestal nog wel redelijke prijzen of zelfs goede prijzen. Daardoor krijg je nooit te maken met echt grote verliezen, zoals bedrijven met één agrarische tak dat bijvoorbeeld wel kennen.

Wat Conny nog een groot voordeel vindt van 2 bedrijfstakken is dat je niet altijd dezelfde werkzaamheden hebt. “Je hebt afwisseling in je werk.” Ze is haar ouders dankbaar dat ze het bedrijf met 2 takken kon overnemen, inclusief alle stallen. “Als Jan en ik één tak zouden hebben en we zouden naar 2 takken willen evolueren, zouden we fors moeten investeren. In dit geval hebben mijn ouders dat al voor ons gedaan.”

Biologisch en gangbaar

Naast voordelen heeft een agrarisch bedrijf met 2 takken uiteraard ook nadele, vooral omdat ze een gangbaar melkveebedrijf hebben naast een biologisch leghennenbedrijf. Daardoor mogen ze bijvoorbeeld de mest van hun biologische leghennen niet gebruiken op de weilanden waar het gangbare melkvee loopt. Conny: “Wij moeten deze mest dus per se verkopen aan een biologisch bedrijf, welke agrarische tak maakt niet uit.”

Andere nadelen van 2 agrarische takken zijn volgens het stel ook dat je van allebei die takken voldoende kennis moet hebben en dat je alle regelgeving moet kennen en moet bijhouden ook. Conny: “Verder is het voordeel van afwisseling in werkzaamheden ook weer een nadeel omdat je niet, zoals met één agrarische tak, achter elkaar door kunt werken. De planning van een melkveebedrijf is heel anders dan die van een pluimveebedrijf. Je moet dus heel flexibel zijn.”

Technische resultaten

Wat melkvee betreft, kiest Conny sinds vorig jaar november bewust voor een kruising van Holstein Friesian (roodbont) met Fleckvieh. “Wij kruisen sinds november Fleckvieh in, omdat je zo een robuustere melkkoe creëert die het ruwvoer ook beter aan kan.” Door Fleckvieh in te kruisen zouden ze in principe de uitgemolken koeien ook kunnen mesten. Conny: “Dit zou kunnen voor restaurants bijvoorbeeld, maar voorlopig hebben wij genoeg te doen, dus daar beginnen we nog niet aan.”

Wat het melkvee betreft, ligt het rollend jaargemiddelde op 8.500 kg/melk per koe met 4,8 vet en 3,8 eiwit.
Wat het melkvee betreft, ligt het rollend jaargemiddelde op 8.500 kg/melk per koe met 4,8 vet en 3,8 eiwit. - Foto: DvD

De melk van het bedrijf gaat naar de Nederlandse kaasmakerij Leerdammer. De eieren van het bedrijf gaan naar coöperatie Biomeerwaarde Ei, de uitgelegde hennen naar Biomeerwaarde Kip. Conny: “Wij proberen een goede prijs voor al onze producten te krijgen en ook voor onze uitgelegde hennen. Dat moet ook wel, want het voer voor onze biologische hennen is werkelijk peperduur.” Voorlopig breiden ze de biologische leghennentak niet uit. Mogelijk doen ze dit wel in 2025, als ze wellicht een volièresysteem in de stal zetten.

Wat leghennenras betreft, hebben ze Lohmann Brown Lite. Conny: “De uitval is met 10% relatief hoog, omdat wij veel last hebben van vossen en buizerds.” Door de ophokplicht in Nederland in kader van de vogelgriep heeft de pluimveehoudster de afgelopen maanden natuurlijk weinig uitval, maar anders is de reguliere uitval zo’n 4% en de uitval door vossen en buizerds zo’n 6%. Wat het melkvee betreft, ligt het rollend jaargemiddelde bij deze gangbare tak op 8.500 kg/melk per koe met 4,8 vet en 3,8 eiwit. Conny: “Dat deze waardes relatief hoog zijn, komt omdat zowel mijn vader als ik altijd geselecteerd hebben op stieren met een plusje in zowel vet als eiwit. Wij hebben hier dus altijd op gefokt en dat zie je nu wel terug.” Verder voert de familie veel gras en kan het melkvee overdag de weide in.

Walnotenboomgaard

Waar ze wel als een soort derde bedrijfstak mee begonnen zijn, is walnotenproductie. Vorig jaar heeft het stel 80 walnotenbomen aangeplant in de uitloop van de leghennen. Omdat ze een hoogspanningslijn dwars door de weilanden hebben lopen, moesten ze wel opletten waar ze deze walnotenboomgaard gingen maken. Conny: “We hebben dus aangeplant in het uitloopgedeelte dat zo ver mogelijk van de hoogspanningsmast af ligt.” Van de 2 ha uitloop is de helft volgeplant met walnotenbomen. De walnoten wil het stel over een paar jaar gaan verkopen. Het zal volgens Conny nog zo’n 5 tot 6 jaar duren voor de productie daarvoor voldoende is. “Ik wilde al langere tijd bomen in onze uitloop, zodat de hennen verder de uitloop in durven. Met de walnotenbomen heb je én een mooiere uitloop én je verdient er op termijn ook nog wat aan.”

Conny en Jan zijn begonnen met een derde bedrijfstak. Vorig jaar heeft het stel 80 walnotenbomen aangeplant in de uitloop van de leghennen.
Conny en Jan zijn begonnen met een derde bedrijfstak. Vorig jaar heeft het stel 80 walnotenbomen aangeplant in de uitloop van de leghennen. - Foto: DvD

Hoe zij de walnoten gaan vermarkten, weten Conny en Jan nog niet. Wellicht zullen ze aan de weg een walnotenautomaat zetten. “Of we gaan leveren aan een boerderijwinkel hier in de omgeving”, aldus Conny. Wel heeft de familie al een eigen site: www.happyfarmlife.nl. Op de site staan cadeaudoosjes voor eieren die mensen kunnen kopen. In deze doosjes zitten natuurlijk hun eieren. Conny: “Wij zitten dus te kijken hoe we meer van onze eigen eieren via onze site kunnen verkopen.”

Dick van Doorn

Lees ook in Pluimvee

Meer artikelen bekijken