Startpagina Melkvee

Is er een link tussen uierspleet dermatitis en de ziekte van Mortellaro?

Uierspleet dermatitis (UCD) of ulceratieve mammaire dermatitis (UMD) is een huidaandoening bij oudere koeien die zich situeert aan de voorste uieraanhechting of tussen de voorste en achterste uierhelft. Het is belangrijk om de letsels in het milde stadium zo snel mogelijk te behandelen. Er zijn gelijkenissen maar ook verschillen met de ziekte van Mortellaro.

Leestijd : 7 min

Milde letsels van uierspleet dermatitis (UCD) zien eruit als kleine, rode eczema-achtige plekjes, die kunnen evolueren tot grote exsudatieve, sterk geurende letsels. Etter, bloed, korsten en granulatieweefsel kunnen aanwezig zijn in de open wonden. Koorts en verlies van eetlust ziet men zelden. Het is belangrijk om de letsels in het milde stadium zo snel mogelijk te behandelen. De wonden kunnen zich verstoppen tussen huidplooien, wat de detectie bemoeilijkt, zeker wanneer men met een melkrobot werkt. Dieren ondervinden er hinder van en kunnen eraan gaan likken, wat de wondheling tegenwerkt. Bovendien kan de uiervene aangetast worden en/of een embolische pneumonie ontstaan, met alle dramatische gevolgen van dien.

In een aantal studies werden op probleembedrijven de prevalentie tussen 0 en 22% geschat. In een Nederlandse studie lag dat percentage een pak lager: tot 13% van koeien in verschillende bedrijven hadden UCD. UCD mag niet verward worden met liesplooi-eczeem bij vaarzen. Dit komt tussen voor de binnenkant van de achterpoten en de uier. De huid is sterk geïrriteerd en kan op termijn geïnfecteerd worden door allerhande kiemen. Schuurplekken worden teweeggebracht door het innige contact van een gezwollen uier en een achterpoot. Fusobacterium- kiemen worden dikwijls teruggevonden in dergelijke wonden.

Ziekte van Mortellaro

Een huidaandoening die dikwijls gerelateerd wordt aan UCD is de ziekte van Mortellaro of Italiaanse stinkpoot (DD). Deze vaak voorkomende ziekte ziet men voornamelijk ter hoogte van de achterpoten van melkvee en kent verschillende acute en chronische stadia (M0-M4.1). De acute stadia worden gekenmerkt door pijnlijke, bloedende ulceraties. Chronische letsels hebben een tijdelijke donkere korst waar een verdikte huid onder zit. Ondanks behandeling kunnen koeien regelmatig hervallen.

In tegenstelling tot UCD is er niet enkel een negatieve impact op het welzijn, maar ook op de fertiliteit en melkgift. Er zijn geen cijfers bekend voor het voorkomen van de ziekte van Mortellaro in België. Een Nederlandse studie schatte de kuddeprevalentie tussen de 0 en 83%, en koeprevalentie op 21,2%. Volgens een Noorse studie in 2007 was de prevalentie bij vleeskoeien tussen de 0 en 7,6%.

Ontwikkeling van DD en UCD

De oorzaak van UCD is tot op heden onbekend, al spelen interne koefactoren zeker een belangrijke rol. In meerdere studies kon geen correlatie met schurft worden gevonden noch met één specifieke kiem. De huidflora en huidbarrière zijn enigszins verstoord. In een Nederlands onderzoek werden geen schimmels, Escherichia coli en Staphylococcus aureus aangetroffen in huidstalen.

De correlatie met treponemen, bacteriën die een sleutelrol spelen in de ziekte van Mortellaro, is nog onduidelijk. Zweedse studies duiden op de aanwezigheid van een diverse populatie treponemen in de aangetaste uierhuid, terwijl een Engelse en Nederlandse onderzoeksgroep geen dergelijke link kunnen vinden met UCD. Een Egyptische studie vond Mortellarogerelateerde treponemen zowel in de voormelk als op de uierhuid. Er is met andere woorden geen consensus wat betreft de aanwezigheid van treponemen. Op basis hiervan kan een definitieve link met treponemen dus niet gemaakt worden. Microscopisch onderzoek van stalen van aangetaste huid wijst op een chronische ontstekingsreactie.

Net zoals bij UCD is de ziekteontwikkeling van de ziekte van Mortellaro een groot vraagteken, al werden de risicofactoren ondertussen goed onderzocht. Vocht, ondermaatse hygiëne, genetische factoren, immuniteit en treponemen spelen allemaal een rol bij het ontstaan van DD. Er is een chronisch ontstekingsproces aan de gang, gecombineerd met de aanwezigheid van treponemen in de huid.

Risicofactoren

Tal van risicofactoren worden gelinkt aan de ontwikkeling van UCD.

Ureum Zweedse onderzoekers vonden dat een laag gehalte aan ureum in de melk (< 3,7 mmol/l) geassocieerd wordt met een verlaagd risico op UCD.

Uierconformatie Uierconformatie is ook een cruciale factor. Meerdere studies vonden dat de aanhechting van de uier en de uierdiepte van uitermate belang zijn. Plooien en/of putjes in de huid vormen het ideale milieu voor UCD, vermits er zo schuurletsels kunnen ontstaan. Vocht en kiemen kunnen opstapelen tussen dergelijke huidplooien. Een stijgende DIM (dagen in melk), een hoog productieniveau (en dus ook een hogere uierdruk) en een stijgende pariteit verhogen schijnbaar het risico. Deze factoren geven op hun beurt aanleiding tot conformationele veranderingen van de uier: de uierdiepte neemt toe en de aanhechting wordt losser.

Conformatie van de uier speelt een cruciale rol bij de ontwikkeling van  ulceratieve mammaire dermatitis.
Conformatie van de uier speelt een cruciale rol bij de ontwikkeling van ulceratieve mammaire dermatitis. - Foto: UGent

Pariteit Nederlandse onderzoekers leggen de ondergrens voor een verhoogd risico op pariteit 3. De reden waarom oudere koeien vatbaarder zijn, is onbekend, maar heeft wellicht te maken met leeftijdsgerelateerde huid-en uierveranderingen en een verminderde wondhelingscapaciteit. Dit laatste is een groot verschil met de ziekte van Mortellaro, waarbij een stijgende pariteit juist geassocieerd wordt met een lager risico. Dit komt wellicht door conformationele veranderingen in de voeten en doordat de immuunrespons efficiënter wordt naarmate koeien ouder worden. Bovendien krijgen vaarzen rond de eerste kalving te kampen met heel intense veranderingen, waardoor ze vatbaarder zijn voor het ontwikkelen van DD.

Lactatiestadium UCD-letsels kunnen gedurende zowel de lactatie als droogstand gezien worden. In een Zweedse studie bleek dat deze meestal niet genazen tijdens de droogstand. Koeien hebben juist een verlaagd risico op de ziekte van Mortellaro tijdens de droogstand. Dit heeft wellicht voornamelijk te maken met een positievere energiebalans, minder metabole stress en een vastere mestconsistentie. Een correlatie met het celgetal is er noch voor de ziekte van Mortellaro, noch voor UCD, al kan ernstige UCD een tot 3,3 maal hoger risico op klinische mastitis geven. De wisselwerking tussen klinische mastitis en UCD is nog niet helemaal duidelijk. Mastitisveroorzakende kiemen worden over het algemeen niet teruggevonden in de huidflora van UCD-koeien.

Hakletsels In sommige studies vertoonden koeien met hakletsels een verhoogd risico op milde UCD. Een Engelse studie in 2016 vond DD-gerelateerde treponemen terug in open letsels van de hak. Open pootletsels vormen vermoedelijk een reservoir voor kiemen en kunnen zo ook andere wonden en/of andere dieren besmetten.

Ras Er lijkt een rasgebonden effect te zijn: Zweedse Rode koeien en in mindere mate kruisingen met dat ras kennen over het algemeen een hogere prevalentie dan bijvoorbeeld Zweedse Holsteinkoeien. Zweedse Rode koeien hebben over het algemeen diepere uiers en een betere uiergezondheid in vergelijking met Holsteinkoeien. Holstein-Friesian-koeien zijn daarentegen uitermate gevoelig voor het ontwikkelen van de ziekte van Mortellaro.

Overlap van de behandelingsmogelijkheden

Er bestaat geen wonderstrategie voor de behandeling van beide aandoeningen. Regelmatige screening van de kudde is noodzakelijk. Dit kan door in de melkput of terwijl de koeien vastgezet zijn aan het voerhek een spiegeltje op een lange steel en een lichtbron te gebruiken.

UCD wordt dikwijls langdurig behandeld door het wassen met zeep, povidonejoodoplossing of waterstofperoxide, honing en chloortetracycline- spray. Een Nederlandse studie wees op het positief effect van een topicaal enzyme alginogel product op ernstige letsels. Bij koeien met een pariteit hoger of gelijk aan 5 zag men beduidend minder verbetering van ernstige wonden bij het gebruik van dergelijke topicale producten.

Alginogels stimuleren de huidaanmaak, hebben een antibacteriaal effect en helpen om de wonde grondig op te frissen. Het gebruik van een doekje dat een barrièrefilm legde op milde, kleine letsels gaf volgens dezelfde studie geen significante verbetering. Volgens sommige auteurs heeft een koper-en zinkchelaatoplossing, die ook dikwijls gebruikt wordt om DD te behandelen, een goed effect op ernstige UCD-letsels. Zink bevordert het wondhelingsproces en de aanmaak van huidcellen, terwijl koper antimicrobieel werkt. Dergelijke producten kunnen om de dag of dagelijks aangebracht worden na een grondige reiniging van de huid voor een optimale inwerking.

Er is tot op heden geen kiem gevonden die UCD veroorzaakt, al kunnen de letsels gekoloniseerd worden door opportunistische kiemen. In dit kader is het beter om een behandeling te selecteren die voornamelijk de wondheling bevordert en die geen risico geeft op residuen in de melk. Adequate en langdurige chronische wondverzorging is cruciaal om UCD te overwinnen.

De ziekte van Mortellaro kan, naast koper- en zinkchelaatoplossing, eveneens behandeld worden door andere sprays of producten zoals chloortetracycline onder een verband. Naast curatief onderhoud van actieve letsels, worden voetbaden ingezet om de koe- en kuddeprevalentie laag te houden.

In een recente Zweedse studie zag men dat 38% van de UCD-gevallen in een kudde met een hoge prevalentie, een spontane genezing van de letsels kende. Nadien ontwikkelde ongeveer de helft van deze groep opnieuw UCD-letsels. Milde gevallen genazen binnen de 4 tot 8 weken na de eerste observatie. De spontane genezing van ernstige letsels gebeurde vrij zelden. De kans op spontane genezing werd kleiner naarmate de letsels langer aanwezig zijn en groter zijn. In een Nederlandse studie zag men dat het ongeveer 16 weken duurde vooraleer een letsel genezen is.

Link met DD nog onduidelijk

Behandel een UCD-wonde tijdig door deze grondig schoon te maken, korsten te verwijderen en te behandelen met een alginogelproduct of een andere huidverzorgende zalf. Dergelijke letsels genezen vrij traag, zeker indien ze een tijd aanwezig zijn. UCD-letsels kunnen erg uitgebreid zijn, wat het helingsproces flink vertraagt. Het niet (tijdig) behandelen kan fatale gevolgen hebben, zoals het doodbloeden via de uiervene of het oplopen van een embolische longontsteking.

Voor beide aandoeningen – UCD en DD – geldt dat de algemene hygiëne op stal optimaal moet zijn. Producten die werkzaam zijn tegen de ziekte van Mortellaro kunnen eveneens ingezet worden in de behandeling van UCD. De belangrijkste kiem die aan DD gelinkt wordt, Treponema spp., kan op dit moment nog niet met volle zekerheid als oorzaak van UCD aangeduid worden. Hierdoor wordt de focus liever gelegd op huidverzorgende producten ter behandeling van UCD-letsels zoals enzymealginogels. Factoren die te maken hebben met de uierconformatie, pariteit en melkgift worden als risicofactoren aangeduid.

Hoog producerende koeien lopen het hoogste risico op zowel UCD als de ziekte van Mortellaro, al komt de laatstgenoemde eerder voor bij jongere koeien. Onderzoek kan geen definitieve link tussen UCD en de ziekte van Mortellaro aantonen, al kan het op dit moment ook niet uitgesloten worden.

Anne-Sofie Vermeersch, UGent

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken