Startpagina Actueel

Neospora nog altijd een belangrijke oorzaak van abortus bij runderen

DGZ, Dierengezondheidszorg Vlaanderen, monitort voortdurend de gezondheidssituatie van de veestapel in Vlaanderen, met financiële steun van het FAVV. Jaarlijks wordt ook een rapport opgesteld. Uit de resultaten van het arbortusprotocol blijkt dat Neospora nog altijd een belangrijke oorzaak is van abortus bij runderen.

Leestijd : 3 min

DGZ maakte een overzicht van de belangrijkste vaststellingen voor wat betreft de herkauwersgezondheid in 2020.

Rundvee en kleine herkauwers

- Blauwtong

In het voorjaar van 2019 is België zijn blauwtongvrije status verloren. Sinds 28 maart 2019 is heel ons land ook beperkingsgebied voor blauwtong serotype 8, en voor serotype 4 is nog altijd de procedure ‘verhoogde waakzaamheid’ van toepassing.

De federale autoriteiten hebben het mogelijk gemaakt om vaccins tegen deze serotypes op de Belgische markt te brengen. Omdat vaccinatie de dieren beschermt tegen de ziekte en de handel vrijwaart, beveelt DGZ vaccinatie aan. Blauwtong serotype 4, het serotype dat overal in Frankrijk te vinden is, kan namelijk ‘morgen’ al in België zijn.

- Brucellose en leucose

In 2020 behoudt België de brucellose- en leucosevrije status.

- Abortusprotocol

Uit de resultaten van het abortusprotocol blijkt dat Neospora nog altijd een belangrijke oorzaak is van abortus bij runderen in Vlaanderen. Een indicatie hiervoor krijgen we al door het feit dat 13,8% van alle sera uit het abortusprotocol positief test voor Neospora-antistoffen.

Er is ook een aanzienlijk deel van de abortussen dat een bacteriële oorzaak heeft. Pathogene kiemen die geïsoleerd werden in 2020 zijn bijvoorbeeld Trueperella pyogenes, Bacillus licheniformis en Listeria monocytogenes.

In 2020 is er 103 keer getest voor blauwtong en Schmallenberg. Geen enkele foetus bleek besmet met het blauwtongvirus, maar voor het schmallenbergvirus was 10,7% van de gevallen positief. Voor Q-koorts werden er 23 PCR’s uitgevoerd. In 13% van de gevallen was deze positief. Bij kleine herkauwers waren 6 van de 122 uitgevoerde PCR-onderzoeken positief.

Rundvee

- IBR

Het percentage bedrijven met een IBR-vrij statuut (I3 of I4) steeg van 90,4% op 1 januari 2020, naar 93,1% op 31 december 2020. In 2020 verloren 29 bedrijven het vrije statuut ten gevolge van insleep. Dit benadrukt nog maar eens aan wat de risico’s zijn bij aankoop en hoe belangrijk het is om de procedure die als doel heeft insleep bij aankoop te verhinderen, correct na te leven.

2020 was het eerste werkjaar waarin het mogelijk was om de IBR-vrije status op overwegend melkleverende bedrijven op te volgen aan de hand van tankmelkonderzoek.

- BVD

Eind 2020 was 96% van de runderen IPI-vrij door onderzoek en 3,7% IPI-vrij door afstamming (moeder van een IPI-vrij dier). In 2020 werden slechts 104 IPI-dieren geboren, dit is 0,021% van alle geboortes in dat jaar; deze IPI-dieren werden opgespoord op 73 bedrijven. Het aantal BVD-vrije bedrijven bedroeg eind 2020 98,3% van het aantal actieve rundveebeslagen, wat vergelijkbaar is met het vorige werkjaar.

- Paratuberculose

In het 15de werkjaar (2019-2020) van het paratuberculoseprogramma waren 3.781 bedrijven ingeschreven. Dit is een lichte daling ten opzichte van het vorige werkjaar. Deze daling is een gevolg van de jaarlijkse stelselmatige afname van het totale aantal melkleverende bedrijven in Vlaanderen.

De deelnamegraad aan het programma blijft echter stabiel en bedraagt ongeveer 95%. Niet minder dan 84% van de deelnemende melkveebedrijven behaalde de A-opvolgingsstatus, wat staat voor een laag risico op de aanwezigheid van ziektekiemen in de melk.

Kleine herkauwers

- Zwoegerziekte/CAE

Dankzij de nieuwe beslissingsboom, die in augustus 2019 is aangepast op basis van onderzoek door Sciensano, is er minder herbemonstering voor hercontrole vereist. Binnen de vrijwillige programma’s onderzoekt DGZ nog altijd alle serummonsters met behulp van ELISA.

LV-DGZ

Lees ook in Actueel

Welke groenten nu al zaaien in volle grond en in perspotjes?

Groenvoorziening We zijn het niet meer gewoon, maar de tweede week van april viel er zowaar enkele dagen op rij geen regen. De aangename temperatuur en het lentezonnetje deden ons tuiniershart sneller slaan. Helaas is het in vele tuintjes nog te nat om nu al aan de slag te gaan. Afgelopen 6 maanden waren dan ook natter dan gemiddeld en het weerbericht voorspelt dat ook de komende week wisselvallig en fris wordt met de nodige aprilse grillen.
Meer artikelen bekijken