Startpagina Actueel

Ketenpartners uit vitale en duurzame veehouderij bundelen de krachten in het Vlaams stikstofdebat

Op initiatief van Boerenbond scharen ketenpartners in de veehouderij zich achter een gezamenlijk standpunt in het stikstofdossier. In de proactieve communicatie staan de woorden ‘vitaal’ en ‘duurzaam’ centraal. “De partners willen oplossing- en toekomstgericht meewerken aan en ijveren voor een stabiel en rechtszeker kader.”

Leestijd : 4 min

Tegen 2050 moet de natuur in Europa de gunstige staat van instandhouding bereiken. Gevolgen zijn dat bijkomende natuur moet worden gerealiseerd en dat diverse milieudrukken gevoelig moeten dalen.

De potentiële impact van een veehouderij op een Europees natuurgebied wordt via de passende beoordeling in kaart gebracht.

Verlenen van vergunningen

Zoals bekend is in Vlaanderen op vele plaatsen de stikstofbelasting te hoog, wat zorgt voor negatieve effecten op de natuur.

“Door alsmaar strenger wordende rechtspraak, gecombineerd met de ligging van veehouderijen in de buurt van deze gebieden, dreigt de vergunningsverlening in een impasse terecht te komen”, zegt Vanessa Saenen, woordvoerder Boerenbond.

Om die reden wil de Vlaamse overheid, via een definitieve PAS-regeling (Programmatorische Aanpak Stikstof) een beleid uitstippelen dat de uitstoot van stikstofoxiden en ammoniak vermindert. “Dit moet ook vermijden dat de vergunningverlening volledig op slot gaat.”

Helft uit het buitenland

Eerder zette Boerenbond de puntjes op de i toen sommigen lieten uitschijnen dat de landbouw in Vlaanderen voor 78 % verantwoordelijk zou zijn voor de stikstofdeposities. Zo blijkt uit cijfers van de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij) dat voor 2018 bijna de helft van de stikstofdepositie in heel Vlaanderen afkomstig is uit het buitenland (49,3 %). Dan volgen de landbouw (39,6 %), transport (8 %) en industrie (1,4 %).

Proactieve aanpak

Nog belangrijker zijn de cijfers die het VITO berekende: 58 % van de stikstofdepositie in stikstofgevoelige natuur komt uit het buitenland, 29,4 % van landbouw, 8,8 % van transport en 2,1 % van industrie. Zelfs als alle stikstofemissies uit de Vlaamse landbouw wegvallen, zijn er nog gebieden waar de stifstofemissie te hoog is. “Landbouw kan dus niet mee opdraaien voor de emissies uit het buitenland én lokaal kunnen ook andere sectoren belangrijker worden.”

Open dialoog nodig

Dat landbouw al te veel in het oog van de stikstofstorm terecht komt, is dan ook onterecht. Dat is meer een van de redenen waarom Boerenbond partners uit de veehouderij bijeenbracht om een gezamenlijk standpunt in te nemen. Boerenbond, ABS, BCZ, BFA, Febev, Fedagrim, Fenavian en Fevia gingen rond de tafel zitten om een gezamenlijk standpunt in het stikstofdebat in te nemen.

“We weten dat de veehouderij voor een grote uitdaging staat”, stelt Vanessa Saenen. Het agrobusinesscomplex van de dierlijke productie (van stallenbouwers over diervoederproducenten, veehouders, eerste en tweede verwerkende voedingdsbedrijven) telt 58.000 medewerkers. Samen wordt een omzet van 25 miljard euro gerealiseerd, goed voor een toegevoegde waarde van 6,5 miljard euro en voor ruim 2 % bijdraagt aan het Vlaamse Bruto Binnenlands Product. “De oplossingen die moeten worden gevonden belangen dus de hele samenleving aan. Om deze oplossingen te vinden is een open dialoog noodzakelijk met de sectoren die bijdragen aan de oplossing.”

Opstellen van charter

De ketenpartners uit de veehouderij willen dan ook oplossing- en toekomstgericht, vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid (binnen- en buitenland, landbouw en niet-landbouw) meewerken aan en ijveren voor een stabiel en rechtszeker kader. Er werd dan tussen de partners ook een charter opgesteld dat wil verder bouwen aan een vitale en duurzame veehouderij in Vlaanderen.

Vier pijlers staan in het charter centraal: oplossing- en toekomstgericht, gedeelde verantwoordelijkheid, realistisch, stabiel kader én samen de uitdaging aangaan.

1. Oplossings- en toekomstgericht

De ketenpartners in de veehouderij werken al decennialang samen om de landbouw en de voedselketen in Vlaanderen duurzamer en klimaatefficiënter te maken. “De voorbije 30 jaar is de ammoniakuitstoot met de helft verminderd. Als keten beseffen we dat we op bepaalde punten tegen de milieugrenzen aanbotsen. We erkennen dat een verdere daling van de stikstofemissies, ook binnen de landbouwsector, zich opdringt. We zullen onze verantwoordelijkheid nemen en samen naar oplossingen zoeken, met behoud van de diversiteit binnen de landbouwsector.”

2. Gedeelde verantwoordelijkheid

Zoals hierboven geschetst is het stikstofprobleem geen geïsoleerd probleem. “Het moet integendeel kaderen in een breder debat over de verduurzaming in het algemeen in Vlaanderen, België en zelfs daarbuiten en de rol die de voedingsketen en -productie hierin ook te spelen heeft.”

De aanpak van stikstof is een sector- en grensoverschrijdende uitdaging. “Alle actoren en sectoren moeten hun steentje bijdragen. Bovendien is bijna 60 % van de stikstofdepositie (op kwetsbare Europese natuur in Vlaanderen) uit het buitenland afkomstig. “Met uitsluitend lokale oplossingen zullen we de doelstellingen niet bereiken.”

Daarnaast wijzen de ketenpartners ook op het domino-effect op de hele landbouw- en voedingsketen. “Als er beslissingen worden genomen, treffen die niet alleen de eerste, primaire schakel. “De onderschrijvende partners in de keten, die elk op zich staan voor een essentiële schakel in de keten, willen mee hun schouders zetten onder oplossingen die het tij kunnen keren.”

3. Een realistisch, stabiel kader

De ketenpartners bepleiten een realistisch en stabiel wetgevend kader, dat rechtszekerheid op lange termijn biedt. “We vragen dat de Vlaamse regering rekening houdt met en inzet op volgende elementen:

- Optimalisatie vergt ontwikkelingsruimte, tijd, middelen en technologie. “Deze shift kan niet van vandaag op morgen. Voor noodzakelijke extra investeringen is ondersteuning door Vlaanderen nodig.”

- Voedselproductie in eigen land is deel van de oplossing. “Op vlak van duurzame en klimaatefficiënte voedselproductie behoort Vlaanderen tot de absolute wereldtop. We hebben alle elementen (gunstig klimaat, vruchtbare bodem, ambitieuze, hoogopgeleide landbouwers-ondernemers en veel gedreven familie en lokaal verankerde landbouw- en voedingsbedrijven met goesting) om dat pionierschap te blijven waarmaken.

4. Samen de uitdaging aangaan

Tenslotte weten de ketenpartners welke uitdaging voor hen ligt. “De oplossingen belangen de hele samenleving aan. Dit vereist een open dialoog met alle sectoren.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken