Startpagina Actueel

Dirk Mertens en Chill : “Wij startten een nieuw pluimveebedrijf toen we 50 jaar oud waren”

Dirk Mertens (62) en Chill Van Looveren (63) uit Wuustwezel plannen binnen 3 jaar met pensioen te gaan. Het opfokbedrijf dat ze nu uitbaten, neemt hun dochter Mieke over. Het vermeerderingsbedrijf dat ze tot 2009 uitbaatten, nam hun zoon Thomas al over. Dochter Sofie werkt bij Ferm. “Open communiceren met heel het gezin is belangrijk bij zo’n overnames.”

Leestijd : 8 min

Toen Dirk en Chill bijna 50 jaar oud waren, namen ze de beslissing om een nieuw opfokbedrijf te starten aan de ouderlijke woning van Dirk. Daar zitten nu opfokkuikens tot de leeftijd van 20 weken om ouderdieren te worden. Daarna gaan de opfokdieren (hennen en hanen) naar een vermeerderingsbedrijf, zoals dat van zijn zoon, om bevruchte eitjes te leggen. Die eitjes gaan naar broeierijen, waarna ze naar pluimveebedrijven voor braadkippen gaan.

Moederdierenbedrijf

“De kuikens die naar ons opfokbedrijf voor moederdieren komen, komen van bedrijven met grootouderdieren”, vertelt Dirk. “Die kuikens kosten 4,40 euro per stuk. Ter vergelijking: een braadkuiken kost tussen de 30 en 35 cent. Dat is dus een groot verschil. Onze kuikens komen meestal uit Denemarken, Oost-Duitsland of Frankrijk. Dat komt doordat er in België amper broeierijen en bedrijven met grootouderdieren zijn.

Momenteel zijn we met de opkuis bezig voor de volgende lading kuikens. Vier van de 5 stallen staan dus leeg. De laatste stal bevat nog wel kippen, want daar zitten bruine, traag groeiende moederdieren. Dat is iets dat in bijvoorbeeld Nederland al heel erg in opgang is.

Ik was 21 jaar toen ik een bestaand, failliet legkippenbedrijf met 1 ha grond overnam. Daar maakte ik een vermeerderingsbedrijf van, dat momenteel wordt uitgebaat door mijn Thomas en zijn vrouw Sofie. Het ouderlijk bedrijf hier was nog van mijn ouders en hier stonden toen koeien, varkens en kippen. Met varkens hebben mijn ouders niet zo lang gewerkt, de braadkippen zaten lange tijd op ‘het schelft’. Daarna is mijn vader gestart met 300 moederdieren en dan heeft hij bijgebouwd tot 3000 moederdieren. Hij heeft gewerkt tot zijn 73 jaar. Ikzelf wil me volledig terugtrekken uit het bedrijf als ik 65 jaar oud ben. Ik zal dan enkel nog de zoogkoeien van mijn zoon verzorgen die hier ook op het bedrijf staan.”

Eerste overname door zoon

Dirk was 46 jaar toen zijn zoon mee in het bedrijf stapte. “Thomas werkte eerst anderhalf jaar als stallenbouwer, maar heeft dan 1,5 jaar mee op ons bedrijf gewerkt. Toen we zagen dat zijn interesse in de sector geen bevlieging was, zijn we een samenuitbating gestart. We verdeelden het bedrijf 50-50 en bouwden nog een stal bij. 2 jaar daarna had Thomas het bedrijf al overgenomen.”

In 2008 stapte Dirk uit zijn eerste bedrijf en kocht hij het bedrijf van zijn ouders. “Ik was eigenlijk een te jonge boer met opvolging”, zegt Dirk. “Mijn schoonbroer zei altijd dat een boer met opvolging veel harder moet werken, en dat was in het begin met mijn zoon ook zo. Ik had mijn eigen tempo opgebouwd, maar mijn zoon was jong en gedreven en wou nog sneller werken. Ik moest hem wel eens duidelijk maken dat ik 25 jaar ouder was”, lacht hij. “Dat had ook zijn charme hoor. Zo kon het bedrijf automatisch groeien. Zonder opvolger zou je een stuk minder innoveren, waarna het bedrijf doodbloedt.

Toen ik stopte bij mijn zoon, had het vermeerderingsbedrijf 39.000 moederdieren en geen mogelijkheid meer tot uitbreiden, waardoor ik de beslissing nam om uit het bedrijf testappen. Zo kon mijn zoon zijn aandeel in het bedrijf toch uitbreiden.Dan heb ik de hoeve van mijn ouders overgekocht en er 2 stallen bijgebouwd voor 40.000 opfokdieren. Later hebben we nog verder uitgebreid met een vijfde stal. Toen was er plaats voor 111.333 dieren. Dat aantal hebben we nooit gehaald, meestal komen we aan een totaal van 90.000 kippen. Doordat die meer ruimte hebben, ontwikkelen die zich ook beter.

De keuze voor uitbreiding op het tweede bedrijf kwam er nadat ook onze dochter een bedrijf zocht om over te nemen. Ik stelde voor om ons bedrijf uit te breiden naar 4 stallen en daar gingen zij en haar man Jelle graag op in. Later hebben we nog een 5de stal bijgezet die voor was op de toen geldende milieumaatregelen.”

Dirk en Chill hebben hun kinderen nooit aangespoord tot overname van het bedrijf. “Toen ze 16 jaar oud waren, had geen van onze kinderen de droom om het bedrijf over te nemen”, vertelt Chill. “Uiteindelijk zijn toch 2 van onze 3 kinderen mee in de sector gestapt.”

Afspraken rond overname

“Natuurlijk is het niet altijd gemakkelijk om een bedrijf door te geven als je 3 kinderen hebt. Bij de overname door Thomas was onze jongste dochter nog maar 20 jaar en student. Die was dus nog niet echt bezig met geld. Toen hebben we het bedrag van de overname enkel met onze zoon besproken. Wij moesten op ons nieuwe bedrijf nog alles renoveren en helemaal opnieuw beginnen, dus heel veel konden we hem niet gunnen.

Een paar jaar later hebben we alle informatie over die overname ook gedeeld met onze andere kinderen. Zij weten alle 3 van elkaar wie welk bedrag heeft betaald of gekregen. Zo blijven we allemaal goed met elkaar overweg komen.”

Toen Dirk en Chill nog geen 50 jaar oud waren, werden ze al grootouders. Hun dochter Mieke kwam toen zeggen dat ze zwanger was. Nog voor haar 28ste kreeg zij 4 zonen. “De oudste daarvan is nu 13 jaar oud. Hij is een echte werker waar je alles aan kan vragen”, vertelt Chill. “Hij heeft nu de droom om dierenarts te worden, maar ik zie hem ook wel het bedrijf overnemen.”

“Dan hebben we ook nog 2 kleinkinderen van Thomas”, gaat Dirk trots verder, “en onze jongste dochter Sofie is nu zwanger van haar eerste kind en dus ons zevende kleinkind.”

Tweede overname

door dochter

Met Mieke en Jelle hebben Dirk en Chill duidelijk afgesproken dat zij werken tot de 65ste verjaardag van Dirk. Stilletjes aan geeft Dirk alle taken door aan de volgende generatie. “We zijn nu in een fase gekomen dat we gerust een stap achteruit kunnen doen. De voorbije jaren hebben mijn dochter en schoonzoon al meer en meer taken op zich genomen, zoals de aangiftes en de verantwoordelijkheid voor het sanitair. Een jaar geleden zijn zij ook samen nog een tweede opfokbedrijf hier in de buurt gestart met nog eens plaats voor 80.000 braadkippen. Wij besloten om daarbij niet meer mee te doen.

Ook met Mieke hebben we het bedrijf nu 50-50 verdeeld. Dat deel moet dus nog overgenomen worden, maar de leningen zijn al best ver gevorderd.

Als we willen, kunnen we morgen stoppen. Ze zullen dan wel merken dat ze meer werk krijgen, maar voor de rest zullen ze dat heel goed doen met zijn 2. Hun oudste zoon is 16 jaar oud als wij op pensioen gaan en de jongste 10. Die hebben dan ook al minder aandacht nodig en kunnen tegen dan zelfs goed helpen op het bedrijf.”

Uitdagingen gekend

Dirk en Chill hebben te maken gekregen met andere uitdagingen dan hun kinderen: “In 1981 betaalden wij op onze leningen een intrest van 14,25%, bij het eerste poeljenkrediet was dat zelfs 15%. Nu, bij onze laatste investering was dat nog 1%. Gelukkig kunnen we ons die hoge interesten nu niet meer inbeelden.

Uitbreiden was toen ook al niet gemakkelijk. In 1992 kenden we de periode van Norbert De Batselier en het mestactieplan. Daarna kwam de dioxinecrisis van 1999 en de zware vogelgriep van 2003. Gelukkig hebben wij nooit onze stallen moeten ruimen.

Ik weet nog goed dat ik in ’99 in het bestuur van de pluimveebond zat en dat er een nationaal overleg plaatsvond in Sint-Niklaas over de dioxinecrisis”, vertelt Dirk. “De toenmalige voorzitter, Jacques Viane, had zo veel druk op zijn schouders dat hij van zijn stokje viel in de gang van het hotel waar het overleg plaatsvond. Alle schuld lag toen plots bij de pluimveesector. Voor ons was het precies of de wereld stortte in.

Toen ik in de gaten had hoe slecht het op dat moment met de sector ging, maakte ik dat ik thuis was om te berekenen hoeveel de broeierij nog aan mij moest betalen. De kans zat er immers dik in dat die dat niet meer konden betalen. Alle producten moesten toen uit de rekken. Ik wist ook niet of ze mijn andere broedeieren nog zouden komen halen. Dan krijg je echt schrik. We hebben dan onze kippen meteen in de rui gezet, zodat ze geen eieren meer zouden leggen. Daar zijn we achteraf gezien toen heel goed mee geweest.”

Sociaal geëngageerd

Dirk is 10 jaar lang voorzitter geweest van de Landsbond Pluimvee afdeling Antwerpen. Hij is ook sectorverantwoordelijke geweest van de sectorgroep opfok en vermeerdering, en voorzitter en ondervoorzitter van de toenmalige pluimveedagen (nu agridagen). Nu zit hij nog in het bureau van de provinciale landbouwkamer van Antwerpen en in de redactieraad van de Landsbond Pluimvee.

Nieuw bedrijf op 50ste

“Ik kon kiezen om nog enkele jaren een andere job te gaan doen of om een nieuw bedrijf te starten. Ik koos voor dat laatste, want ik doe mijn werk echt heel graag. Ik kon niet samen met mijn zoon blijven werken, want er zat geen groeimogelijkheid meer in dat bedrijf. Daarom was ik bijna 50 jaar toen ik hier nieuwe stallen liet bouwen.

Met het bouwen van de stallen zijn we zo emissiearm mogelijk gegaan met oog op de toekomst. De uitstoot gaat naar achter zonder nokventilatie. Varkensbedrijven hadden al even de mogelijkheid om luchtwassers te installeren, maar voor pluimveebedrijven was er nog niet echt zo’n systeem in België. In Nederland was dat er wel, dus heb ik met een rapport vanuit Nederland over emissiearme systemen in de pluimveehouderij een VLIF-aanvraag gedaan om die systemen hier zo ook op de lijst te krijgen. Wij hebben dan onze eerste stallen emissiearm gebouwd en 4 jaar later kregen we goedkeuring door het VLIF. We moesten even wachten, maar we waren dan ook een pilootbedrijf. Nadien hebben we dan nog enkele kleine dingen moeten aanpassen om helemaal emissiearm te zijn volgens de normen, maar dat hebben we snel in orde kunnen brengen. Even later was elk braadkippenbedrijf verplicht om emissiearm te bouwen.”

Tijd voor pensioen?

Een kleine 3 jaar geleden zijn Dirk en Chill zich gaan informeren over hun pensioen. “Ik kon vorig jaar al op pensioen gaan, maar dat wilde ik toen nog niet”, zegt Dirk. “Dat zou betekenen dat ik dan geen vennoot kan blijven, enkel een stille vennoot, en dat zag ik nog niet zitten.”

“Ik kan binnen 2 jaar op pensioen”, gaat Chill verder. “Toch denk ik niet dat ik dat ga doen. Ik zou het gek vinden om te stoppen met werken als Dirk nog doorgaat. Nu heb ik last van mijn rug en zou ik moeten rusten, maar dat doe ik ook niet. We zijn wel echt van plan om te stoppen met werken als Dirk 65 wordt. Ik ben ervan overtuigd dat we dat kunnen, aangezien we al heel wat stappen hebben teruggezet in het bedrijf. We zullen nog wel eens een kijkje gaan nemen in de stallen, maar we gaan erop letten dat we ons niet meer moeien. Onze kinderen zullen dat goed doen!”

Sanne Nuyts

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken