Startpagina Tuin

De moerbeiboom: een sierlijke boom vol lekkere bessen

De moerbeiboom, de meesten onder ons hebben er al wel eens van gehoord, sommigen zouden hem misschien zelfs herkennen en enkelen onder ons hebben waarschijnlijk ook al eens van die heerlijke vruchten geproefd. Of vond u ze toch maar flets smaken, want de ene moerbei is de andere niet? De vruchten van de zwarte moerbeiboom zijn een echte delicatesse, die van de witte moerbeiboom smaken eerder flets, maar van de witte moerbei zijn er dan weer mooie treur- en zuilvormen beschikbaar die uitgroeien tot karaktervolle eeuwenoude bomen.

Leestijd : 5 min

De moerbeiboom is een boom die moeiteloos het nuttige (de lekkere vruchten) en het sierlijke (een mooie tuin- en parkboom) aan elkaar weet te koppelen. En dat wisten tuiniers uit vroegere tijden wel te waarderen. De bomen werden midden de 16e eeuw geïntroduceerd in onze streken. De zwarte moerbeiboom werd in de 17e eeuw erg populair in Engeland, waar hij nu, oud en krom geworden, nog vaak terug te vinden is in oude, ommuurde tuinen. In Nederland werd vooral de meer winterharde rode moerbeiboom aangeplant en ook daar zijn er nog eeuwenoude exemplaren bewaard gebleven. Sommigen ervan zijn zelfs geklasseerd zijn door monumentenzorg. In België zijn her en der verspreid in het openbare groen en in privétuinen nog enkele eeuwenoude exemplaren bewaard gebleven. Gelukkig zijn er enkele boomkwekerijen die een aantal verschillende moerbeibomen in hun assortiment hebben opgenomen. Hieronder een overzicht van de verschillende soorten moerbeibomen en hun cultivars.

Botanisch

De moerbeibomen behoren tot de omvangrijke familie van de Moraceae of de moerbeifamilie, die vooral in de tropen een aantal belangrijke geslachten omvat. De moerbeifamilie telt 53 geslachten (goed voor 1500 soorten) en omvat naast struiken, klimplanten en kruidachtige planten een aantal belangrijke bomen die overal in de tropen voorkomen en die een belangrijke rol spelen in het ecosysteem van het regenwoud. De broodvruchtboom (Artocarpus ) heeft, net zoals de moerbei, samengestelde vruchten die zo groot kunnen worden als een zak steenkool en wel tot 40 kg kunnen wegen. Ook irokohout (Chlorophora exelsa ), dat vaak wordt gebruikt ter vervanging van teak, maakt deel uit van deze familie. En ook het geslacht Ficus (vijg) met zijn meer dan 750 soorten behoort tot de moerbeifamilie. Het geslacht M orus (moerbeiboom) komt in tegenstelling tot de meeste andere geslachten uit de familie Moraceae in de meer gematigde streken voor. Ze zijn inheems in de warm gematigde en subtropische regio's van Azië, Afrika en Noord-Amerika met de grootste concentratie in Azië. De naamgeving en het aantal soorten binnen het geslacht Morus is vrij complex. Algemeen wordt ervan uitgegaan dat, hoewel er een 150 soorten gepubliceerd zijn, er slechts een 10-tal zuivere soorten zijn. De indeling van het geslacht wordt sterk bemoeilijkt door hybridisatie (het onderling kruisen van de verschillende soorten). Gelukkig zijn de soorten die voor ons van belang zijn; lees winterhard in onze streken, wel duidelijk omschreven.

Morus alba (witte moerbeiboom)

Deze boom is afkomstig uit China, waar hij al eeuwenlang in cultuur is vanwege zijn bladeren, die de enige voedselbron zijn van de zijderupsen. De witte moerbei wordt tot 15 m hoog en heeft een lichtgroen blad dat lichtjes behaard is. De bladeren van de moerbei zijn hartvormig, maar vaak komen er ook gelobde bladeren voor. Van deze boom bestaan, doordat hij al zolang in cultuur is, heel wat variëteiten. De vruchten van de meeste variëteiten smaken meestal flets, een beetje zoet, en zitten aan een steeltje van ongeveer een cm lang, waardoor ze makkelijk te plukken zijn. In tegenstelling tot wat zijn naam laat vermoeden, draagt de witte moerbei niet alleen witte bessen, maar zijn er ook variëteiten met roze, rode, lavendelkleurige en – het meest voorkomend – zwarte vruchten. Vandaar dat de witte moerbei vaak verward wordt met de zwarte moerbei en dan ook vaak als dusdanig verkocht wordt. Deze soort wordt vaak aangeplant als sierboom (in combinatie met zijn vruchtdragende eigenschap). De M. alba pendula groeit uit tot een schilderachtig treurboompje dat rijkelijk vruchten draagt. De M. alba Pyramidalis heeft een smal opgaande groeiwijze en kan aangeplant worden in kleine tuinen.

Morus nigra (zwarte moerbeiboom)

Deze moerbeiboom is oorspronkelijk afkomstig uit westelijk Azië en kan tot 10 m hoog worden. Hij vormt een korte, vaak schuin groeiende, stam en een grote, dichte kroon met bochtige takken. Deze soort wordt gekweekt om zijn heerlijke, zoetzure bessen die in de loop van de maand augustus afrijpen en die 2 tot 2,5 cm lang en dieprood tot paars van kleur zijn. In tegenstelling tot de vruchten van de witte moerbei, hebben de vruchten van de zwarte moerbei een uiterst kort steeltje dat bijna niet te zien is, waardoor het lijkt alsof het vruchtje aan de tak geplakt is en de bessen soms moeilijk te plukken zijn. Het ruwe blad van de zwarte moerbei is bovenaan maar vooral aan de onderkant sterk behaard en bij het kneuzen of breken van een twijgje geeft het hout een bijzonder sterke geur af. In de winterperiode kan je de zwarte moerbei herkennen aan zijn dikke, bijna zwarte knoppen, terwijl de witte moerbei kleinere, licht bruine knoppen heeft.

Voor een goede vruchtzetting geeft de zwarte moerbei de voorkeur aan een goed beschutte standplaats op het zuiden op een vochtige, goed doorlatende, kalkrijke kleigrond. Het kan enkele jaren duren (6 tot 8 jaar) vooraleer de boom gaat vruchten dragen en hoe ouder de boom wordt hoe rijker hij vruchten draagt. De moerbei laat zich makkelijk vermeerderen door winterstek en ook grotere takken die in de grond gepoot worden, gaan gemakkelijk aan de groei (vergelijkbaar met wilgenpoten). Bij strenge vorst kunnen (vooral jongere) bomen wel eens vorstschade oplopen en worden de bevroren takken het best zo snel mogelijk na de dooi weggesnoeid om inrotten te voorkomen. Verder is snoeien alleen nodig om de kroon voldoende luchtig te houden.

Morus rubra (rode moerbei)

Deze soort ten slotte is afkomstig uit Noord-Amerika en wordt het hoogst van allemaal (tot 20 m). Deze boom, die qua uiterlijk sterk lijkt op de zwarte moerbei, wordt meestal aangeplant als sierboom. Hij heeft donkerrode tot paarse bessen die echter de geconcentreerde zoetzure smaak van de zwarte moerbei missen en net als de bessen van de witte moerbei eerder flets zoetig smaken.

Enkele tips

Wie op zoek is naar een markante sierboom, kan de aanplant van een moerbeiboom zeker overwegen. Wie echter ten volle wil genieten van zowel de sierwaarde als van de lekkere vruchten is het best af met een zwarte moerbei. Moerbeibomen zijn niet altijd voorradig in de verkooppunten, maar zijn op bestelling meestal wel te verkrijgen. In tegenstelling tot de meeste andere (fruit)bomen worden de wortels beter niet bijgesnoeid voor het planten, maak het plantgat dus voldoende groot. En dan nog is het nog enkele jaren wachten op de eerste lekkere moerbeien.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken