Startpagina Akkerbouw

Neerslag van komende weken bepalend voor oogst

Het project waarbij in heel Vlaanderen wekelijks de afrijping van de maïs wordt opgevolgd is opnieuw gestart. Op niet minder dan 16 locaties zullen door 11 partners maïsmonsters genomen worden om het gehalte aan droge stof te meten.

Leestijd : 3 min

Op de verschillende opvolgingsvelden werden 4 verschillende rassen (Benedicio, LG31276, P8333, SY Welias) met een verschillende vroegrijpheid uitgezaaid en opgevolgd. Op enkele locaties werd dit aantal rassen verdubbeld in het kader van het demonstratieproject ‘Hittestress bij maïskuilen’. Elke week kunnen we zo de evolutie van de drogestofgehaltes in kaart brengen en de landbouwers nuttige informatie aanbieden om hun oogsttijdstip zo goed mogelijk te helpen bepalen.

Op juiste tijdstip oogsten

Elk jaar zien we immers percelen die te vroeg of laat geoogst worden. Te vroeg oogsten heeft zijn nadelen (sapverliezen en opbrengstverliezen) maar deze situatie komt gelukkig niet al te vaak meer voor. Te laat oogsten, en dan spreken we al snel over drogestofpercentages van boven 40% zijn echter wel een jaarlijks terugkerend fenomeen. De nadelen hiervan zijn ook gekend: moeilijkere bewaring, minder smakelijk voeder, aandrukproblemen enzovoort.

Vaak heeft het te maken met de drukte op het bedrijf, de wens om alle percelen samen te oogsten, een beetje onderschatting van de rijpheid en tenslotte de bottleneck bij de loonwerkers als plots iedereen in de streek bijna tegelijk wenst in te kuilen. Tijdig een afspraak voor de oogst inplannen wanneer de maïs boven de 30-32% droge stof zit, is dan een goede manier om een al te droge maïskuil te vermijden. Zeker als de weesvoorspellingen gunstig weer voor de afrijping aankondigen, is men beter te vroeg dan te laat.

34-3310-LCV (3)

Nat en koel seizoen

Wat betreft de afrijping van de maïs zitten we dit jaar in een totaal andere situatie dan de afgelopen jaren. In 2019 en 2020 speelde vooral de aanhoudende droogte en een aantal hittegolven enorm parten. De afrijping gebeurde toen heel snel en de opbrengsten waren veelal wisselend, gaande van slecht tot gemiddeld of goed. Op de slechtste percelen vielen de opbrengsten ronduit tegen.

Dit jaar zagen we van bij de start een omgekeerd weersbeeld. Van bij de start van het zaaiseizoen was het nat en vaak erg koud. De maïs had lang nodig om te kiemen en boven te komen. Naast de koude die soms voor een lage standdichtheid zorgde, hebben ook vogelschade en de aanhoudende regen voor het verlies van een aantal velden gezorgd. Er werd soms tot in juni nog maïs al dan niet een tweede maal ingezaaid. Sommige velden herstelden nog redelijk van tijdelijk onder water te staan, maar in andere gevallen verstikten de maïswortels volledig. Op vele velden met waterschade kan men nog steeds de sporen van de waterstress vaststellen aan de geel verkleurde onderste bladeren, of staat na de regenval van dit weekend opnieuw de maïs met zijn voeten in het water.

De bloeiperiode liep vertraging op omwille van het koude en vochtige weer. De maand augustus is nog niet afgelopen, maar nu al kunnen we concluderen dat we een erg koele en uiterst natte zomer gekend hebben. De temperatuursommen zitten ver achter op de normale waarden voor eind augustus.

Mogelijk een late oogst

Zoals de eerste drogestofcijfers van de staalnames (6 locaties) laten zien, zit de maïsplant gemiddeld nog onder de 20% droge stof. Deze waarden voorspellen een late oogst, al kunnen 2 gunstige en droge weken de afrijping wel in een stroomversnelling brengen.

De bevruchting is op de meeste plaatsen succesvol geweest. De kolfvulling is gestart, maar verloopt nog traag. Op de percelen die de overvloedige neerslag goed hebben kunnen verteren, lijken de te verwachte opbrengsten vaak uitstekend te zijn. Daarnaast zijn er ook heel wat percelen waar de overvloed aan neerslag de slinger te ver heeft doen doorslaan en waar de opbrengsten dan weer erg slecht zullen zijn.

Tenslotte moeten we ook nog hopen dat de aanhoudende neerslag geen spelbreker zal blijven spelen en dat er nog tijdig en in goede omstandigheden geoogst kan worden. We zien veel velden waar nu nog steeds – bij iedere nieuwe regenbui – het water op het veld blijft staan. De bodem blijft dus verzadigd met water. Het weer van de komende 2 tot 3 weken zal dus veel bepalen.

Voor LCV: Jurgen Depoorter (CIPF), Gert Van de Ven en An Schellekens (Hooibeekhoeve)

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken