Afrijping maïs momenteel 4 weken achter op vorig jaar
Vorige week donderdag werden opnieuw maïsmonsters genomen in de proefvelden waar wekelijks de afrijping van de maïs wordt opgevolgd. Een aantal locaties namen pas voor de eerste maal monsters. Op de locaties waar reeds een tweede week bemonsterd werd, krijgen we nu een eerste beeld van de afrijpingssnelheid.
Gemiddeld zien we een stijging van 1,3% (tabel 1). Sommige locaties, zoals Ternat en Zichem, bleven schijnbaar stabiel en andere, zoals Waarschoot en Kortenaken, gingen op een week tijd met 2,3-2,4% omhoog. De gemiddelde drogestofpercentages liggen – ook voor de meer vroegrijpe rassen – nog steeds zeer laag. Percentages van rond de 20% betekenen dat de maïs nog ver van zijn oogstbaar stadium zit. Indien het de komende 2 weken gunstige weersomstandigheden zijn voor de afrijping, dan kan dit echter voor een versnelling van de afrijping zorgen.
Vergeleken met de afrijpingscurves van 2020 en 2019 zitten we zeker 4 weken achter op schema (figuur 1). Toen verliep de afrijping extreem snel door de warme en droge weersomstandigheden. Ten opzichte van de teeltjaren 2018 en 2017 hebben we eerder een achterstand van ongeveer 3 weken. Het is echter nog zeer vroeg in de afrijpingsfase van 2021 en dus zijn deze eerste schattingen nog maar indicatief.
Als de huidige trend zich doorzet, dan zal de oogst op veel percelen pas ten vroegste te verwachten zijn in de laatste 10 dagen van september.
