Startpagina Granen

Graankwaliteit sterk beïnvloed door weersomstandigheden

Er werd dit jaarin ons land duidelijk meer voor granen geopteerd en minder voor bieten, lijnzaad en koolzaad. Maar het weer was een grote spelbreker voor de kwaliteit van de granen. Ook elders in Europa en de wereld speelde het weer een grote rol op de opbrengst. De federatie van de Belgische graanhandel, Fegra, maakte een seizoensoverzicht.

Leestijd : 5 min

Fegra, de federatie van de Belgische graanhandel, heeft zowel kwantitatief als kwalitatief een evaluatie opgemaakt van de Belgische oogst 2021 van strogranen (exclusief maïs). Deze is gebaseerd op de voorlopige cijfers van de verzamelaanvragen van het Vlaams en Waals gewest en een uitgebreide enquête bij haar leden.

Oogst 2021 in België

De oogst van 2021 werd grotendeels beïnvloed door de uitzonderlijke weersomstandigheden. Deze hebben tot aanzienlijke vertragingen en onderbrekingen van oogst geleid. De intense en aanhoudende regens van juni en juli liggen ons nog vers in het geheugen. Harde wind heeft toen in veel percelen voor legering gezorgd. De winter was even nat en somber als de zomer. De lente bracht geen grote veranderingen, met uitzondering van een paar zomerse dagen eind maart en begin april.

In vergelijking met 2020 is het totale graanareaal met 3% toegenomen (313.509 ha in 2021), ten opzichte van lichte daling van het areaal met 2,5% in 2020. Er werd duidelijk meer voor granen geopteerd dit jaar en minder voor bieten, lijnzaad en koolzaad. Opvallend is de grote stijging in het speltareaal (+26% naar 19.079 ha). Dat kan onder andere verklaard worden door de goede speltprijs vorig jaar, wat het aantrekkelijker maakte om spelt te zaaien in plaats van tarwe.

De opbrengsten waren zeer heterogeen, zowel geografisch als over de verschillende granen heen. In het algemeen kunnen we spreken van een lager rendement dan normaal. Tarwe mocht de grootste klappen incasseren, met een gemiddelde rendementsdaling van 10,3%. Dat had onder andere te maken met de koude maanden juni, juli en augustus en de oogst die herhaaldelijk onderbroken werd door de regen. Voor spelt en wintergerst zien we sterke regionale verschillen. Op nationaal niveau nemen we een lichte rendementsstijging waar voor beide gewassen, maar toch waren rendementsdalingen tot 20% geen uitzondering in sommige streken. Lokale neerslag speelt ook hier een grote rol.

De koolzaadoogst was beter dan vorig jaar (geraamde toename van de productie met 7%), maar het areaal daalde opnieuw (-2,5% ten opzichte van 2020). Sinds 2018 is het koolzaadareaal met zo’n 35% verkleind. Koolzaad is immers een complexe teelt, waar een correct getimede onkruid- en insectenverdelging cruciaal is. Deze moeilijkheid, gekoppeld aan zeer variabele rendementen, zorgt ervoor dat er steeds minder enthousiasme is om koolzaad te telen.

In Vlaanderen en Wallonië

Wat de regionale tendensen betreft, nam in Vlaanderen het graanareaal met 4,8% toe (+5.898 ha), vooral het areaal aan wintertarwe steeg (+10%). Ook spelt, dat in Vlaanderen nog een marginaal verschijnsel is, won aan terrein: +33,6% in areaal en 29,9% in productie. Het areaal triticale is met 15 % toegenomen en in Wallonië nagenoeg onveranderd gebleven.

We nemen een sterke daling waar van het rendement van wintertarwe in Vlaanderen (-14,7%). De rendementen voor wintergerst waren beter: het gemiddelde rendement is zelfs met 2% gestegen tot 8,15%.

Voor wintertarwe en wintergerst is de tendens in Wallonië dezelfde als in Vlaanderen: een toename van de beteelde oppervlakten, beide met ongeveer 7,5%, maar een daling in opbrengsten van ongeveer 4,5%.

Kwaliteit van de granen

De natte weersomstandigheden hebben de graankwaliteit sterk beïnvloed: zowel het hectolitergewicht als het valgetal van Hagberg (één van de parameters om de kwaliteit van baktarwe te beoordelen) varieerden aanzienlijk tussen het begin en het einde van de oogst. De eerste oogsten waren veelbelovend, maar naarmate de regen en de wind aanhielden merkten we steeds meer legering op, waardoor de granen gingen ontkiemen, met nadelige gevolgen voor de graankwaliteit.

De gemiddelde hectolitergewichten lagen in Vlaanderen en Wallonië duidelijk lager dan deze van vorig jaar. Voor wintertarwe bedroeg het gemiddelde 70,8 kg/hl, voor gerst 60/61 kg/hl, voor triticale 65/66 kg/hl, voor haver 45/46 kg/hl en voor spelt 32/35 kg/hl.

Het gemiddeld eiwitgehalte van tarwe bedroeg dit jaar een behoorlijke 11,5%. Een eiwitgehalte van boven 12% is één van de voorwaarden om tarwe te mogen verkopen als baktarwe, maar het grootste deel van de potentiële baktarwe werd gedeclasseerd omwille van een te laag hectolitergewicht of valgetal van Hagberg.

Globale situatie

Ook op wereldvlak is niet alles rozengeur en maneschijn. De uitzonderlijk grote neerslag in een groot deel van Frankrijk, Duitsland, de Benelux en Roemenië heeft een negatieve invloed op de graankwaliteit. En ook elders in de wereld is het weer vaak de spelbreker.

Tarwe De wereldproductie van tarwe daalde met 2% tot 776,91 miljoen ton. De consumptie daarentegen steeg met 1% naar 786,67 miljoen ton. Rusland en Noord Amerika, 2 grote wereldproducenten, spelen een hoofdrol in dit verhaal. In de Verenigde Staten noteerden we een daling van de productie 3% naar 46,18 miljoen ton, in Rusland viel de prognose zelfs 17% lager uit met 72,5 miljoen ton. De oorzaak hiervoor is tweeledig: er zijn natuurlijk de tegenvallende oogstresultaten, maar in Rusland is het areaal wintertarwe verlaagd ten voordele van zomertarwe, wat dan weer een lager rendement heeft. In Canada zorgden de beperkte regenval en de extreem hoge temperaturen in juli voor een slechte conditie van de tarwe.

Andere tarweproducerende landen konden gelukkig met mooiere cijfers uitpakken: Oekraïne profiteerde van een uitstekend groeiseizoen (prognose +10% naar 33 miljoen ton) en ook in Australië zien de vooruitzichten er prima uit (prognose +5% naar 30 miljoen ton).

Maïs Wat de maïs betreft, daalt de wereldwijde productie met 8,68 miljoen ton tot 1.186,12 miljoen ton. Het verbruik daalt 1,23 miljoen ton tot 1.182,24 miljoen ton. In de Verenigde staten zagen we een heterogeen beeld, met recordrendementen in de Midwest van de Verenigde Staten en dramatische cijfers in North & South Dakota en Minnesota. De VS-productie daalde met 3% naar 374,67 miljoen ton. In onze contreien kunnen we spreken van gunstige groeiomstandigheden voor maïs, maar de productie in Zuidoost Europa werd geteisterd door hitte en droogte, met oogstdaling tot gevolg.

Gerst Voor gerst zien we een gelijkaardige tendens als bij tarwe. Globaal mindere cijfers dan vorig jaar, maar met grote regionale verschillen. De wereldwijde gerstoogst daalde met 2,7% tot 149,43 miljoen ton.

Ongunstige weersinvloeden op kwaliteit

We kunnen besluiten dat de weersomstandigheden de oogst dit jaar sterk hebben beïnvloed. De opbrengsten zijn gemiddeld laag te noemen, met grote regionale verschillen. Maar het is vooral de kwaliteit die lijdt dit jaar: de aanhoudende regens van juni tot augustus, de sterke wind en bijgevolg ook de legering, hebben allemaal bijgedragen aan lage hectolitergewichten en een ondermaats valgetal van Hagberg.

Ook op Europees vlak speelt het klimaat een grote rol: de regens in West-Europa en de droogte in Zuidoost Europa hebben hun stempel gedrukt op 2021. Wereldwijd merken we een grote heterogeniteit op, met regio’s die een uitstekend resultaat kunnen voorleggen (Oekraïne, Australië), en andere (Rusland, sommige delen van Noord-Amerika) waar de weersomstandigheden drukken op de productie en op de kwaliteit.

Fegra/AV

Lees ook in Granen

Meer artikelen bekijken