Startpagina Tuin

De sierui: bloembollen op statige stengels

Vanaf half september duiken de voorjaarsbollen weer op in de winkels. De sneeuwklokjes, krokussen, narcissen en tulpen zijn nog mooi ingepakt in kleurrijke verpakkingen, klaar om ons in het prille voorjaar te verrassen met hun felle kleuren in de verder nog kleurloze natuur. Er zijn er echter nog zoveel meer. Een wat minder bekende smaakmaker in de tuin, die nu wel volop aan een opmars bezig is, is de sierui.

Leestijd : 5 min

De sierui is eerder een buitenbeentje in de bollenwereld. Als ‘voorjaarsbol’ dient hij vóór de winter geplant te worden, maar in tegenstelling tot de meeste andere voorjaarsbloeiende bollen bloeit hij pas laat in het najaar en de vroege zomer als de natuur al volop groeit en bloeit. En waar andere bolgewassen de laatste jaren wat aan populariteit inboeten als tuinplant steelt de sierui, met zijn grote bolvormige bloeiwijze aan het uiteinde van een lange, rechte en onvertakte steel, de show in moderne en minimalistische tuinen. Ook in klassieke en landelijke tuinen en zelfs op het terras weet deze architecturale plant zijn mannetje te staan. Daarom is het hoog tijd om deze plant met zijn vele soorten eens van wat naderbij te bekijken.

Botanisch

Het plantengeslacht Allium (deel van de lookfamilie – Alliaceae) is een grote groep en bevat naast de 700 verschillende soorten nog eens ruim zoveel cultivars. Allium is afkomstig uit de gematigde gebieden van het gehele noordelijke halfrond. Tuinliefhebbers kennen deze plant natuurlijk ook als kruid of groente uit de moestuin. De meest bekende soorten zijn ui, sjalot, prei, bieslook en knoflook. De meeste Alliums zijn bolgewassen en de soorten die gekweekt worden als sierui hebben helder gekleurde bloemen aan het uiteinde van een kale stengel.

Feitelijk is wat wij de bloem noemen een bloeiwijze die is opgebouwd uit zeer vele (bij sommige soorten tot meer dan 2000) ster- of klokvormige bloemetjes die samengroeien in een ovaal of bolrond scherm. Bij de meeste sieruien wordt het blad al geel nog voor de bloem volledig ontloken is. Door de late bloeiperiode vormt dit niet echt een probleem. Meestal wordt de voet van de plant aan het zicht onttrokken door andere gewassen.

De vergeelde en verdroogde bladeren mag je ook verwijderen, zij hebben er voor de bloei al voor gezorgd dat de bol voldoende reservestoffen heeft opgeslagen om het volgende jaar weer rijkelijk te kunnen bloeien. Net als hun meeste soortgenoten hebben de sieruien de kenmerkende uiengeur.

De sierui in de tuin

De grootste groep uit het geslacht Allium, de sieruien, zijn schitterende tuinplanten, die het in ons klimaat heel goed doen. Sommige soorten, vooral de laagblijvende, zijn geschikt voor verwildering tussen struiken en onder bomen, andere soorten hebben opvallende bloeiwijzen en doen het goed in een zonnige border. Nog andere soorten doen het goed in een rotstuin of als terrasplant in een ruime pot. In de natuur treft men deze planten voornamelijk aan op warme, rotsige groeiplaatsen zoals droge berghellingen. De meeste sieruien groeien dan ook het best op een goed doorlatende, eerder kalk- en humusarme grond op een plek in de volle zon.

De beste planttijd voor alliumbollen is van oktober tot half december, zo is de bol al wat doorgeworteld voor de winter invalt en verdraagt hij beter vorst. Algemeen gesteld worden Alliums zo geplant dat er ongeveer 10 cm aarde boven op de bol komt te zitten (of raadpleeg de plantinstructie op de verpakking). Sommige soorten zijn goede verwilderaars, die zich jaar na jaar langzaam uitbreiden in de tuin. Deze soorten kunnen na een aantal jaar worden gescheurd om ze te verjongen of te vermeerderen. Andere soorten kunnen een paar jaar in de grond blijven.

Geef na de bloei wat beender- of bloedmeel als bemesting, deze meststof verzuurt niet en bevat naast stikstof (N) ook voldoende fosfaat (P), wat zorgt voor een rijke bloei. Daarna is het beter om ze direct na de bloei op te rooien, te bewaren op een koele, droge plek, om ze in het najaar in verse grond opnieuw uit te planten. Daarna kunnen ze opnieuw een aantal jaar in de grond blijven.

Goede tuinsoorten

Het aanbod aan sieruien is zo uitgebreid, met planten in verschillende bloeihoogtes, bloeikleuren, bloeitijdstip en omvang en vorm van ‘de bloem’, dat we ze onmogelijk allemaal kunnen opnoemen. Eén van de mooiste is in elk geval Allium christophii of sterrenlook met zijn grote (tot 20 cm) violetkleurige, bolvormige bloeiwijze op een 50 cm hoge, stevige steel, die zich ontwikkelt vanuit een toef brede bladeren (plantafstand 30 cm) die aan de rand en de onderkant witbehaard zijn.

Spectaculair is de statige Allium giganteum of reuzensierui, die in juni/juli bloeit met een tot 20 cm grote en dichte, purper- violette bloemen op een stengel die tot wel 170 cm hoog kan worden. Nog zo’n blikvanger is Allium schubertii . De bloei heeft iets weg van uit elkaar spattend vuurwerk, omdat de bloemsteeltjes verschillend van lengte zijn. De lilaroze tot lichtroze bloemen worden daardoor wel 30 tot 40 cm groot en staan op een stengel van ongeveer 50 cm hoog. Opgelet, deze soort is iets vorstgevoeliger en wordt in de winter best afgedekt met een mulchlaag.

En om aan te tonen hoe groot de diversiteit binnen deze soort wel is, vernoemen we ook nog Allium moly of goudlook, een gemakkelijk te kweken geelbloeiend sieruitje met eerder grote, gele, stervormige bloemetjes die dicht bij elkaar staan op 20 cm hoge stengeltjes. Deze plantjes groeien goed in de volle zon en in de halfschaduw en zijn goede verwilderaars.

Weetjes over de sierui

- Alliums staan graag volop in het licht. Ze groeien schuin als ze te dicht bij een obstakel (huis, schutting, haag) staan.

- Alliums doen het ook goed als snijbloem. Snij om de 3 tot 4 dagen de stengels wat bij met een scherp mesje, dan houden ze langer.

- Met de aanplant van sieruien help je ook de bijen een handje. De bloemen van de meeste Alliums bevatten veel nectar en worden druk bezocht door bijen en ook vlinders zijn er dol op.

- Goede soorten om te verwilderen zijn vaak kleinbloemig, zoals daslook (A. ursinum ) , Chinese bieslook (A. tuberosum) en de laatbloeiende Allium cernuum . Een uitzondering hierop is de langstelige Allium altissimum .

-Wie in de handel op zoek wil naar een geschikte soort voor in zijn tuin, stelt de aankoop het best niet te lang uit. De keuze is nu nog groot en de bollen zijn nog lekker vers.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken