Philip Fleurbaey na de briefschrijfactie: ‘Van heel emotionele reacties tot veel steun uit onverwachte hoek’

Philippe Fleurbaey:  De gelatenheid bij sommige boeren is heel groot.
Philippe Fleurbaey: De gelatenheid bij sommige boeren is heel groot. - Foto: LV

Mijn lijfspreuk? Je moet zot zijn om te boeren!” Philip Fleurbaey van de Hoeve Zuid-Bellegoed in Ieper schaterlacht. Het is voor vele landbouwers dezer dagen werken met een lach, maar al te vaak ook met een traan, al dan niet verborgen achter een masker van heel veel gelatenheid en zwarte gedachten.

“Er bestaat toch niets mooiers dan in het ochtendgloren bij de opkomende zon die de vroege nevelslierten wegbrandt, tussen de koeien op de weide te lopen? Ja, boer zijn, het is een blijft een mooie stiel: vol afwisseling, of je nu met dieren en/of planten werkt.”

Dieprode rekeningen

De schoonheid van het zo mooie beroep staat in schril contract met de menselijke en familiale drama’s die zich links en rechts afspelen.

De rekeningen van heel wat landbouwers kleuren dieprood en dat weegt heel zwaar door op heel wat familiale landbouwbedrijven.

Een nieuwe zelfdoding van een collega-landbouwer uit de streek zette Philip Fleurbaey aan tot de briefschrijfactie ‘Spuug het der ut’, waarin hij oproept om kabinetten en departementen te bestoken met mails en brieven.

“Ik had nooit verwacht dat mijn actie zoveel teweeg zou brengen. Er komt veel steun uit onverwachte hoek. Anderzijds krijg ik ook mails met schrijnende verhalen van jonge boeren met kinderen die het niet meer zien zitten. Ik stop soms met lezen omdat ik het niet aankan. Schrijnend, heel schrijnend vaak.”

Hart op de tong

Hoewel Philip Fleurbaey het hart op de tong heeft, wikt hij af en toe zijn woorden of zegt hij – omdat het te delicaat en/of te persoonlijk is – zaken die niet voor publicatie vatbaar zijn. Hij beseft heel goed dat hij de situatie alleen niet kan veranderen. “Nee, ik kan de tanker niet van koers wijzigen, maar het is wel broodnodig dat er actie komt. Ik spreek ook niet alleen uit eigen naam, ik houd graag een megafoon voor in het belang van alle land- en tuinbouwers.”

Partij kiezen doet hij ook niet. “Mijn vrouw en ik zijn beiden zowel lid van Boerenbond als van het Algemeen Boerensyndicaat. Ik ben tegen niemand en geef iedereen kansen, maar soms vraag ik me af of bepaalde acties of lobbywerk gebeuren voor de boeren zelf, of voor de organisatie. Ik weet dat dit een gevaarlijke uitspraak is, maar ik ben er wel heilig van overtuigd dat men elk op zijn manier doet wat men moet doen. En nogmaals, ik viseer echt niemand. Het is een vaststelling die ook andere boeren maken. Ik vraag meer respect, meer begrip en vooral dat iedereen, in de hele sector, eens een spiegel voorhoudt.

Kijk, het grote probleem is dat we als landbouwer ons verhaal hebben verkocht. We produceren alleen maar, de verwerking en de verkoop gebeuren door anderen, verder in de keten, maar de kloof tussen wat de consument betaalt in de winkel en wat de boer voor dat product krijgt, is veel te groot geworden. De boer, essentieel in de samenleving, blijft met veel te weinig achter voor de uitstekende producten waar hij of zij voor zorgt.”

Familiale landbouw

Exportgericht, grote milieudruk, te weinig ruimte...: er is veel over de Vlaamse landbouw te zeggen. “Er loopt fundamenteel iets fout. Begrijp me echter niet verkeerd: ik ben niet tegen globalisering, niet tegen intensieve landbouw en niet tegen de zogenaamde megastallen. Het is een én-énverhaal, maar vandaag wordt in Vlaanderen een situatie gecreëerd waarin de sterke, familiale landbouw niet meer leefbaar zal en kan zijn.”

Af en toe gaat vanuit de landbouwsector een vermanende vinger richting agrovoedingindustrie, richting retailers. “Ik wijs niemand, maar dan ook niemand, als schuldige aan. Het systeem is gegroeid en het is wat het is, maar het is verkeerd.”

Weinig of geen begrip is er voor retailers die bijvoorbeeld in Afrika bomen gaan planten. “Dat doet men enkel voor de galerij, om in de maatschappij en bij de consument op een goed boekje te staan. Ondertussen laten ze wel de landbouwers stikken of verleiden ze die met een of andere aalmoes. Nee, zo kan het echt niet verder.”

Elke boer is vrij om te doen en te laten wat hij of zij wil, of toch bijna. “Of hij nog vrij is? Ik kan me best voorstellen dat een boer die in loondienst werkt gelukkiger kan zijn dan een andere landbouwer die alles zelf in handen heeft. Dat is de vrije keuze, wat ook het mooie aan ons beroep is. Ik vind het knap wat sommige collega’s doen en verwezenlijken. Ik ben daar niet jaloers op en ik zou het ook niet kunnen.”

Ketenverhaal is lachertje

Anderzijds zijn er ook veel landbouwers die vasthangen aan contracten, aan leverafspraken en niet het minst aan grote investeringen. “Ik kan doen wat ik wil. Sommigen kunnen geen andere richting uit of kunnen hun primaire activiteit op het bedrijf zelf niet voor een deel verwerken en vermarkten.”

Hoe het dan anders kan? Dat is een heel moeilijke vraag waarop Philip Fleurbaey ook geen passend ant-woord kent. “Subsidies, tussenkomsten, GLB... Men kan niet blijven centen stoppen in iets wat niet werkt, maar we hebben ze vandaag wel nodig om te kunnen overleven. Voor mij mogen ze elke subsidie afschaffen, maar dan moet er een ander en veel beter verdienmodel komen. En als dat subsidiegeld beschikbaar is, vrees ik dat het dan nog meer naar groene maatregelen zullen zijn. We doen al zo ons best en toch zitten we zo diep in de problemen. Iedereen lobbyt, iedereen wil zijn of haar deel van de koek. En de boer, tja. Die ploegde voort.”

Het ketenverhaal is maar een van de vele voorbeelden dat het niet goed werkt. “Dat ketenverhaal is een lachertje. Iedereen zit rond de tafel, maar daarna gaat iedereen weer zijn eigen weg. Zo zullen we er niet geraken. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van iedereen die bij de Vlaams land- en tuinbouw betrokken is. Er worden in Brussel vaak oplossingen aangereikt, maar je hoort dan dat men er geen oren naar heeft. Ik heb echter geen kostuum om naar Brussel te gaan”, zegt Philip Fleurbaey.

Stop ‘boertje pesten’

“Wat ik als Vlaams minister van Landbouw zou doen? Ik ben blij dat ik niet in de schoenen van minister Crevits sta. Ik begrijp heel goed dat het moeilijk is. Nog meer centen in de sector stoppen? Is dat een duurzame oplossing? Ik weet het echt niet, maar het is nu genoeg. Men zit nu bijvoorbeeld voortdurend op de kap van Vlaams minister Zuhal Demir. Wie neutraal nadenkt, weet dat ze heel erg voor haar zaak staat. Niettegenstaande alle tegenkantingen gaat ze ervoor. Ik ben het daar verre over eens, maar er is wel standvastigheid.”

Respect, gezond verstand. Het komt meerdere keren terug tijdens het interview. “Men moet eens stoppen met de boeren te pesten met onwelvoeglijke zaken. De manier waarop bijvoorbeeld de vangwasregeling moet worden uitgevoerd is bij het haar gegrepen. Boeren doen aan nacht- en/of weekendwerk om toch maar te voldoen aan de eisen van de overheid. Tijdslimieten halen de bovenhand op gezond boerenverstand en bodemstructuur.

Of de uitrijregeling met 1 dag verlengen, en dan nog op een zondag. Dat is lachen in het gezicht van alle goedmenende landbouwers.”

Dat iedereen in de spiegel moet kijken, staat vast. “Ik kom uit een boerenfamilie, maar ik heb wel een bredere kijk op de maatschappij. Ik ken gelukkig ook een andere wereld. Er is in het leven meer dan boeren alleen. Ook sommige landbouwers kijken het best eens in de spiegel: moet het allemaal groter en meer? Vergeet niet dat heel veel teelten aan de limieten zitten (qua aantallen, ziektedruk, residuen...). Maar ook boeren zitten aan hun limiet, of er al ver over. Ik ben ervan overtuigd dat je op 1 ha, met een heel exclusieve teelt, je boterham kan verdienen.

Ja, naast heel veel positieve reacties zijn er sommigen die zich ook afvragen waarom ik deze briefschrijfactie doe. Ze zeggen: ‘Het haalt allemaal niets uit’. Of: ‘Waar ben je mee bezig?’. Ik kan niet blijven zwijgen. Ik trek niet voor mezelf aan de alarmbel, maar voor iedereen die het goed meent met onze mooie sector. We verzorgen onze dieren, onze planten, houden rekening met het milieu, met de natuur... Kan er dan echt niet meer begrip en een beter verdienmodel zijn?”

Kloof met Brussel

Of een mars op Brussel niet zou helpen? “Als ik collega-landbouwers hoor, dan is de gelatenheid heel groot. Of men zwijgt liever, ook uit schrik voor represailles, of wat dan ook. De landbouwwereld is vaak nog een gesloten wereld, waar het te vaak ieder voor zich is. Dat leidt echter tot zoveel drama’s. De actie leeft, maar men moet nu eindelijk eens die klik maken. Ook nog meer in Brussel. De kloof tussen sommige kabinetten en administraties en de boer op het veld of in de stal is heel erg groot. Dat zeggen ook sommige erfbetreders.

Men haalt in Brussel dan cijfers boven van vele jaren geleden om hun grote gelijk te bewijzen. Maar echt, de Vlaamse land- en tuinbouw is zo goed bezig en werkt vlugger aan oplossing dan wat de wetenschappers kunnen vaststellen. Al dat werk wordt niet in dank afgenomen. Er wordt al te vaak met 2 maten en 2 gewichten gerekend, kijk maar naar het hele PFOS-schandaal in Zwijndrecht, of de stikstofdiscussie... Nogmaals, ik wijs niet naar andere sectoren. Iedereen moet zelf in de spiegel kijken. Ik heb echter de indruk dat met hoe minder we zijn, hoe groter de problemen worden.”

Gigantisme van Geert Noels

Philip geeft nog deze tip mee: “Lees eens het boek Gigantisme van Geert Noels. Hij klaagt de holdings en het investeringskapitaal aan, het netwerken om iets gedaan te krijgen. Alles groeit, ten koste van de middenklasse, zoals onze familiale landbouw, maar het is net wij die voor welvaart hebben gezorgd. Dat vergeet men en dat pikken we niet meer.”

Lieven Vancoillie

Meest recent

Meest recent