Startpagina Tuin

De Japanse esdoorn

Esdoorns zijn er in alle maten, vormen en soorten. Dat gaat van de Spaanse aak (Acer campestre), de enige inheemse esdoorn in België, over de Noorse esdoorn (Acer platanoïdes), die bij ons vaak als bosboom wordt aangeplant en waarvan er verschillende mooie tuincultivars bestaan, tot de suikeresdoorn (Acer saccharum), waarvan het blad staat afgebeeld op de Canadese vlag. En dan hebben we het nog niet gehad over de slangenbastesdoorns, de witte esdoorn, de rode esdoorn, de fluweelesdoorn, de papieresdoorn...

Leestijd : 5 min

Vandaag gaan we ons beperken tot wat we gemeenzaam de Japanse esdoorns noemen. De meeste van deze soorten blijven relatief klein, zijn elegant van vorm en hebben mooie, diep ingesneden bladeren met fraaie tinten en schitterende herfstkleuren. In hun oorsprongsgebied zijn deze bomen sterk symbolisch verwant met rustplaatsen, meditatietuinen en boeddhistische tempels. Ook in onze tuinen ademen deze bomen rust uit en zorgen ze voor een instant zengevoel.

Botanisch

Esdoorns vormden vroeger een aparte familie (Aceraceae), maar zijn nu ingedeeld bij de zeepboomfamilie (Sapinidaceae ), waarvan ook de paardenkastanjes deel uitmaken. Esdoorns komen verspreid over alle noordelijke continenten voor, met een grote concentratie in China, waar tientallen soorten inheems zijn, en Japan, waar ongeveer 20 soorten inheems zijn.

De meeste esdoorns zijn klein tot gemiddeld van grootte en zijn gemakkelijk te herkennen aan hun vruchten: de typische 'helikoptertjes' met hun 2 vleugels. De vaak opvallende bladeren van de esdoorn staan tegenover elkaar en zijn dikwijls handvormig generfd met 5 lobben of slippen. De meeste Acer-soorten zijn ook bij ons winterhard en bloeien met onopvallende, gewoonlijk groene of geelgroene bloemen die in trossen bij elkaar staan.

De Japanse esdoorns, een naam die gebruikt wordt voor verschillende soorten esdoorns (zie verder), hebben 2 eindknoppen (vaak nog een derde zwak ontwikkelde) aan het eind van de takken. Daardoor groeien ze op hun typisch gevorkte wijze. De naamgeving is nogal verwarrend: alhoewel ze hoofdzakelijk afstammen van 2 soorten wordt vaak een afwijkende, Japanse naam gebruikt. Dat is begrijpelijk, want Japan is het land waar de ontwikkeling van de vele prachtige tuinhybriden in de loop van vele eeuwen heeft plaatsgevonden.

Acer japonicum

Deze zwak groeiende boomsoort wordt in zijn natuurlijke omgeving 10 tot 12 m hoog, een hoogte die hij pas na vele tientallen jaren weet te bereiken. De boomvorm is meestal meerstammig, waardoor hij eerder het uiterlijk heeft van een grote struik. In natuurlijke groeiomstandigheden staat hij vaak in de ondergroei, wat al aangeeft dat een schaduwrijke groeiplaats ook in de tuin te prefereren valt.

Acer japonicum heeft tot 15 cm brede, donkergroene, ronde bladeren die tot op een derde ingesneden zijn, waardoor het blad verdeeld is in 7 tot 11 korte lobben. Deze soort is bij ons eerder zeldzaam terug te vinden in tuinen. De meest aangeplante variëteit is de A. japonicum 'Vitifolium', die enorm gewaardeerd wordt vanwege zijn spectaculaire herfstkleur.

Andere mooie tuinsoorten zijn: A. shirasawanum 'Aureum' , die vaak als A. jap. 'Aureum' in de handel wordt gebracht, met zijn mooie, 6 tot 8 cm brede, gele bladeren, met 9 tot 13 zeer ondiep ingesneden lobben die in de herfst oranjerood verkleuren. Omdat het blad zeer gevoelig is voor verbranding mag deze plant niet in de volle zon geplant worden.

Acer palmatum

Deze middelmatige groeier wordt in zijn natuurlijke omgeving tot 10 m hoog, bij ons bereikt hij slechts een hoogte van ongeveer 6 m. Hij is oorspronkelijk afkomstig uit China, Korea en Japan, maar wordt ook al een kleine 200 jaar bij ons gekweekt en aangeplant in tuinen en parken. In zijn natuurlijke omgeving geeft hij de voorkeur aan een beschutte groeiplaats weg van de koude noorden- en oostenwinden, maar mijdt hij ook de felle middagzon. Het 5 tot 7 cm grote blad van deze Acer is diep, tot over de helft, ingesneden en telt 5 tot 7, in uitzonderlijke gevallen tot 9, smalle lobben. De bladkleur varieert naargelang de variëteit van rood tot groen en geel en ook bij deze soort zijn de herfstkleuren schitterend.

Uit het grote aanbod mooie tuincultivars stellen we u graag de volgende voor: A. palmatum 'Atropurpureum' , een recht opgroeiende soort met dunne, afhangende twijgen en dieprode bladeren, een langzame groeier met een maximumhoogte van 4 m. A. palm. 'Osakazuki' is één van de bekendere Japanse esdoorns die omwille van zijn prachtige rode herfstkleur zeer gewaardeerd wordt. Aanvankelijk is het een forse struik, maar daarna groeit hij langzaam uit tot een meerstammige kleine boom.

A. palm. Kinran heeft een purperrood blad met een opmerkelijk groene hoofdnerf, die later op het jaar donkerrood wordt, terwijl het blad verkleurt naar goudgeel met karmijnrood. Acer palmatum Dissectum- soorten worden gekenmerkt door hun meer gedrongen, compacte bijna bonsai-achtige groeiwijze en door hun sterk ingesneden, fijn verdeelde bladeren. Deze planten doen het schitterend in de rotstuin of in een ruime pot. Er bestaan van deze bijzondere Japanse esdoorn meer dan 50 variëteiten met allerlei verschillende soorten bladtinten.

Verzorging en snoei

Japanse esdoorns geven de voorkeur aan lichte, luchtige bodems. Zware of verdichte gronden dienen eerst met humus, potgrond of grof rivierzand verbeterd te worden om ze luchtiger te maken. Maak een voldoende ruim plantgat (minimum 2 keer zo groot als de kluit) en maak ook de grond onderin het plantgat voldoende los om te vermijden dat er onderaan in de plantput water blijft staan. dat verdragen Acers immers absoluut niet.

In natte, dichte bodems is de kans op Verticillium (verwelkingsziekte) zeer groot. Dit is een schimmel die zich in dergelijke bodems zeer gemakkelijk kan ontwikkelen en die via de wortels de vaatbundels van de esdoorns verstopt; een dergelijke aantasting, waarbij hele takken van boven naar beneden verwelken, is voor de Japanse esdoorn bijna altijd dodelijk.

Esdoorns geven de voorkeur aan zure gronden, alhoewel sommige soorten ook meer kalkrijke gronden verdragen. Geef het eerste jaar geen meststof, vanaf het tweede jaar kan in het voorjaar spaarzaam wat organische meststof gestrooid worden.

Snoei is strikt genomen niet nodig. Wilt u de vorm toch wat corrigeren, dan kan dit het best gebeuren in de zomer (zomersnoei). Zwaardere snoei-ingrepen gebeuren het best in december, want vanaf januari komt de sapstroom op gang en is de kans op bloeden na de snoei zeer groot. Japanse esdoorns doen het ook goed in potten. Gebruik steeds een kwalitatief, luchtig potgrondmengsel en voorzie een ruime afwateringsopening onderaan in de pot om verwelkingsziekte te voorkomen.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken