Startpagina Actueel

De motivatie achter boerenprotesten onderzocht: “Familie is iets om voor te strijden”

Boerenprotesten of –opstootjes, in het algemeen lijkt het meer en grootser voor te komen in Nederland dan in België. Landbouwers zijn boos of gefrustreerd genoeg om in groten getale op straat te komen. Landbouwjournalist en antropoloog Marjolein van Woerkom deed onderzoek naar de drijfveren achter die frustratie. Wat blijkt? Familie staat centraal. “Een boer strijdt voor zijn familie, maar het levert ook spanningen op.”

Leestijd : 7 min

A ls landbouwjournaliste is Marjolein van Woerkom al langer begaan met de agrarische sector, en dat vooral in Nederland. Met boerenprotesten heeft ze dan ook af en toe te maken. Zo was ze op 1 oktober 2019 te vinden op het Malieveld in Den Haag, waar honderden tractoren bij elkaar stonden. “Boeren en andere familieleden schreeuwden, luisterden en toeterden er met luchthoorns”, herinnert ze zich.

“Als landbouwjournalist was ik verrast door de mensenmassa. Waarom waren ze hier met duizenden? Ik wist dat ze gefrustreerd waren. Ten eerste publiceerde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een onderzoek over de uitstoot van fosfaat en stikstof en concludeerde dat de agrarische sector de grootste bijdrage levert aan deze uitstoot en daarom verantwoordelijk is. Ten tweede stelde politicus Tjeerd de Groot voor om de Nederlandse veestapel te halveren om deze uitstoot te verminderen en het milieu te sparen. Vooral dat laatste dreef deze boeren naar het centrum van de Nederlandse politiek.”

Van Woerkom heeft 3 maanden etnografisch veldwerk verricht om het leven van de boer te begrijpen.
Van Woerkom heeft 3 maanden etnografisch veldwerk verricht om het leven van de boer te begrijpen. - Foto: MvW

Meer dan frustratie

Van Woerkom was en is ervan overtuigd dat protesten meer zijn dan een uiting van frustratie over de wetgeving en het creëren van een inkomen. Boeren komen immers steeds meer buiten om te protesteren, ook bij toeleveranciers en supermarkten. “Boeren verlaten hun boerderij niet zo gemakkelijk. Waar komt die frustratie en boosheid echt vandaan? En wat met de boeren die niet meedoen aan de protesten? Zijn ze het allemaal eens met het Nederlandse beleid, of zijn ze betrokken bij andere vormen van protest? Gaat het bovendien alleen om het Nederlandse beleid, of zijn er andere factoren die het leven van boeren onder druk zetten? Ik geloofde toen al dat er gevoelige onderliggende lagen zijn die geraakt worden.”

Van Woerkom was en is ervan overtuigd dat protesten meer zijn dan een uiting van frustratie over de wetgeving en het creëren van een inkomen.
Van Woerkom was en is ervan overtuigd dat protesten meer zijn dan een uiting van frustratie over de wetgeving en het creëren van een inkomen. - Foto: MvW

Ze besloot haar masterscriptie in antropologie aan dit onderwerp te wijden en kon in 2021 antwoorden bieden op deze vragen.

Melkveehouders het meest getroffen

In haar masterthesis focust van Woerkom op melkveehouders, aangezien het politieke Nederlandse debat vooral de melkveehouder treft. Omdat in de provincie Overijssel zich de meeste melkveehouders bevinden, voerde ze het veldwerk vooral uit in die regio. “Ik heb 3 maanden etno-grafisch veldwerk verricht om het leven van de boer te begrijpen. Ik interviewde boeren, observeerde hen, melkte 2 keer per dag, en nam deel aan hun leven. Dat ging van het assisteren van de veearts tot huiswerk maken met de kinderen. Zo kon ik hun leven beter begrijpen. Bovendien deed ik onderzoek bij melkveehouders die meedoen aan protesten, maar ook bij boeren die dat niet deden.”

Door mee te lopen op de bedrijven en veel literatuuronderzoek te doen, kwam de antropologe erop uit dat er steeds 3 thema’s naar boven kwamen bij spanningen in het boerenleven: de autonomie en de identiteit van de boer, en de rol van de boeren in de huidige samenleving.

Kiezen voor een ‘vrij’ leven

Landbouwers zijn graag autonoom, zelfstandig. Dat is ook wat het boerenleven voor hen betekent: vrijheid. Tegelijkertijd hangt een landbouwer erg vast aan zijn bedrijf, en aan alles wat hiermee verbonden is, en dat beknot zijn vrijheid. De taken van een melkveehouder bijvoorbeeld, zoals elke dag koeien melken, liggen vast. Meestal beïnvloedt familie ook de zelfstandigheid, door bijvoorbeeld financiële afspraken met broers en zussen, of praktische afspraken met de opvolging. Ondernemen moet daarnaast gebeuren volgens de regels van de overheid, en ook leveranciers en banken leggen die vrijheid wat aan banden.

“In Nederland verandert de regelgeving om de 4 jaar… Boeren kunnen daar niet op varen. De financiering is gebaseerd op het aantal koeien. Als dan de regering zegt dat het aantal koeien moet halveren, dan kan de boer die financiële verplichtingen niet betalen. Hierdoor voelt de boer zich aangetast in zijn autonomie. Een deel wil wel minder koeien houden, maar ze zitten vast in een systeem met afspraken en financiering, enzovoort waar ze niet uit kunnen”, geeft van Woerkom mee.

Wat is een ‘boer’?

Identiteit is een tweede aspect: hoe wordt een boer gedefinieerd in deze maatschappij? “Ben je een boer als je een tractor kan besturen? Of ben je een boer als je het bedrijf kan managen? Er zijn zo veel definities, eigenlijk staat de identiteit niet vast, en dat zorgt voor spanningen”, aldus van Woerkom. Aan de ene kant wordt verondersteld dat die een onafhankelijk ondernemer is, aan de andere kant werkt de boer op een familiebedrijf dat door generaties heen gevormd werd. “Hij moet het doen met de boerderij die er staat”, klinkt het.

Daarnaast zien sommige boeren hun activiteiten als een job, anderen bekijken het als een levenswijze. En hoewel de boer veel liefde en passie heeft voor hetgeen hij doet, moet die beseffen dat hij meedraait in de economische markt. “Als iemand kritiek geeft op zijn werk, dan voelt de boer zich persoonlijk aangevallen. Ze voelen zich soms als dierenmishandelaars en criminelen of stikstofvervuilers, want zo worden ze afgeschilderd door sommigen in de maatschappij.”

Boeren in de minderheid

In de maatschappij is de landbouwer in de minderheid, waardoor de rol in de maatschappij kleiner is en minder bekend. “En dat zorgt voor spanningen. In het algemeen weet de burger niet goed wat er gebeurt op het boerenbedrijf, en de boer weet niet wat er in de stad gebeurt. Er zijn daarom boeren die bewust de verbinding met de burger willen versterken door eigen offline- en online-initiatieven. Dat is soms nodig omdat de stroom stedelingen naar het platteland groter wordt.”

De antropologe geeft wel mee dat de coronacrisis de kloof tussen boer en burger verkleinde. Burgers vonden bijvoorbeeld voor hun boodschappen steeds meer de weg naar de boer, wat de appreciatie voor de boerenstiel alleen maar bevorderde. “Als je het de mens in de straat vraagt, zijn ze alleen maar positief over de boer. Ze steunen de boer zelfs fysiek tijdens protesten. De negatieve klank komt vooral via sociale media, via en kleine groepen mensen zoals activisten. Hun pr is echter meestal zo goed dat ze klinken als een grote groep en zo invloed hebben op het beleid.”

Van Woerkom beschrijft in haar thesis dat het starten van een neventak, zoals een camping, in de literatuur ook benoemd wordt als een soort protest. Dat gebeurt ofwel door de boer, ofwel door de familie. “Door een neventak op te richten, spreidt een boer zijn inkomsten en is dus minder afhankelijk van hogere machten zoals overheid en melkfabriek. Hierdoor voelt hij zich autonomer. De literatuur wijst dit aan als een indirecte vorm van protest.”

Familie als drijvende kracht

Een factor die te vaak onderschat wordt, is dat de meeste boerenbedrijven familiebedrijven zijn. “In de 3 thema’s is familie een belangrijke factor. Familie is de drijvende kracht achter de keuzes die een boer maakt: de boer strijdt voor zijn familie om hen een goed leven te bieden, maar het zorgt evengoed voor spanningen.”

Door al die spanningen zijn er heel wat onzekerheden in het boerenbestaan. “De boer voelt zich kwetsbaar en aangetast, wat kan leiden tot protesten. Dat protest manifesteert zich op verschillende manieren. Sommigen gaan fysiek protesteren, anderen kiezen ervoor om op sociale media de positieve en mooie kanten van het boerenleven te belichten, maar er zijn ook boeren die voor beide kiezen”, verklaart van Woerkom.

Er zijn ook echter veel boeren die zich meer willen inzetten voor het milieu, bijvoorbeeld door te investeren in biodiversiteit, maar dat niet kunnen omdat ze zich gelimiteerd voelen. “De eisen van de overheid worden steeds strenger in Nederland, maar ook in België. Boeren worden dus gestimuleerd om milieumaatregelen te nemen, maar vaak is de financiële ruimte er niet” , geeft de onderzoekster nog mee.

Eensgezindheid boerenorganisaties?

De rol van sterke boerenorganisaties is bovendien niet te onderschatten. De meeste melkveehouders sluiten zich immers aan bij één (?). In Nederland zijn er verschillende mogelijkheden voor melkveehouders, waaronder de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO), de NMV (Nederlandse Melkveehouders Vakbond) en de Dutch Dairymen Board.

“Het probleem is dat elke organisatie zijn eigen belangen en focus heeft, waardoor de melkveehouders verdeeld zijn. Er is met andere woorden geen sprake van één sterk geluid naar de overheid toe. En dan heb je het nu enkel nog maar over melkveehouders, en niet over de hele sector.” Van Woerkom geeft aan dat ook door het ontbreken van ondersteuning landbouwers het heft meer in eigen handen nemen, door ofwel te protesteren of door meer in overleg te gaan.

Een plaats voor antropologie in beleid

Van Woerkom geeft aan dat bij (overheids)beslissingen rekening moet worden gehouden met de antropologie, het sociologische aspect in het boerenleven. Hierin ziet ze bovendien mogelijkheden voor verder onderzoek. “Veel onderzoek is gericht op het technische en economische aspect, maar beleidsmakers beginnen meer en meer in te zien dat het sociologische aspect meer moet meegenomen worden”, klinkt van Woerkom gedecideerd.

“Je moet niet tegen een boer zeggen wat hij moet doen, maar hem het doel bekendmaken, zodat hij mee kan denken over een oplossing. Betrek de boer, en houd rekening met zijn beleving, is mijn boodschap. Als je bijvoorbeeld tegen landbouwers zegt dat de waterkwaliteit in de buurt moet verbeteren, is het beter dat de boer samen met de waterorganisatie bepaalt hoe hij dat zal doen, in plaats van hem een methode op te leggen. En als politici kunnen begrijpen dat een boer niet zo maar zijn stal kan aanpassen omdat er financiering bij komt kijken, dan komen ze meer tot gezamenlijke en duurzame oplossingen op lange termijn. De overheid moet meer vertrouwen hebben in de expertise en kennis van boeren om tot een duurzamere landbouw te komen”, geeft ze nog mee.

Marlies Vleugels

Lees ook in Actueel

Milde melkaanvoer in Europa

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
Meer artikelen bekijken