Startpagina Actueel

Chris Versyck: ‘Levenswerk maakt me blij en geeft voldoening, systeem zit echter fout’

Tegen eind dit jaar zet Chris Versyck van Ecofarm in Gooik een definitief punt achter een levenswerk van 30 jaar. Hij zet het landbouwbedrijf (melkvee en akkerbouw) stop. “Ik ben blij, voldaan en dankbaar én kijk hoopvol naar mijn toekomst.”

Leestijd : 5 min

Bijna dag op dag 30 jaar geleden maakte Chris Versyck (56), die een diploma industrieel ingenieur elektromechanica op zak heeft, een keuze die hij nu niet meer zou maken: hij nam het ouderlijke landbouwbedrijf in Kester (Gooik) in het mooie Pajottenland over. “De 30 dubbelkoeien zorgden toen voor 150.000 l melk, wat niet echt leefbaar was.”

Immuniteit veestapel

Kort na de overname werden een nieuwe woning en nieuwe stallen gebouwd. In 2008 werd ook de graaninstallatie gebouwd en konden de eigen geteelde voeders worden gemaakt en gemengd. Om de melkveestal te bevolken werd een lot van een 45-tal nieuwe zwartbonte Holsteins op een Duitse veiling aangekocht.

“Door de grote kans op insleep van ziektes zou ik die beslissing nu niet meer nemen. In de beginjaren kenden we heel wat problemen met ziektes, zoals diarree. We betaalden toen veel leergeld. Anderzijds werd door een juiste behandeling de immuniteit van onze veestapel later vergroot”, vertelt Chris Versyck.

Tot voor kort werd met 65 à 70 runderen 670.000 l melk geproduceerd, met gehaltes van 0,36% eiwit en 0,46% vet. Er werd gemolken met een 2x3-autotandemmelkinstallatie. De stevige ‘ruwvoedermelk’ werd door zuivelverwerker Olympia opgehaald. “We hadden met deze productie een best leefbaar bedrijf.”

Toch niet biologisch

“Het opzet met onze Ecofarm was om naar een biologische melkveehouderij te evolueren. Het is er niet van gekomen, want na veel gecijfer – dé basis van elk leefbaar land- en tuinbouwbedrijf – bleek dat niet leefbaar. In Nederland is dat wel gelukt”, zegt Chris Versyck.

“Kijk, we willen in Vlaanderen op vele vlakken, niet het minst qua (bio-)regelgeving, de beste leerling van de Europese klas zijn. Maar is dat wel nodig?”

Werken met homeopathie

Genetica, kalveropfok, biestmanagement, vaccinatie, korte looplijnen... Chris keek er bij de bedrijfsvoering nauwlettend op toe.

“Na die moeilijke beginperiode steeg de immuniteit enorm. We hebben altijd geprobeerd om problemen eerst met homeopathische middelen op te lossen, pas daarna én aanvullend met medicatie. Dat heeft ons zeker geen windeieren gelegd.”

De akkerbouw is haast volledig afgestemd op de teelt van ruwvoeders voor de melkkoeien. De 110 ha werden verdeeld over 30 ha granen (tarwe, gerst, spelt en haver) en 5 ha suikerbieten, 40 ha maïs en 35 ha weides.

“Het voederrantsoen voor de melkkoeien bestond onder meer uit gerst en tarwe, lijnschilfers, sojaschroot, mineralen (Herbavita), perspulp, gras en voorgedroogde maïs.”

Gesloten en onafhankelijk

Het voeder werd op het eigen bedrijf geteeld en gemengd. “Alleen het sojaschroot, mijn eiwitbron, werd aangekocht. Ik bleef liever onafhankelijk en volledig gesloten. Als je te veel van externen afhangt, heb je de kwaliteit van de aangekochte en geleverde goederen niet in handen. Het is ongelooflijk dat door de inflatie alles in prijs stijgt, maar het melkgeld zelf niet. We produceerden aan prijzen die omgerekend zelfs lager waren dan wat mijn ouders kregen.”

De melkprijzen zijn niet mee geëvolueerd en dat is in vele opzichten dramatisch (aan het worden). “Er is niet te veel melk, maar de marges zitten totaal verkeerd. We geven onze primaire producten veel te goedkoop af. Hogere prijzen zullen zeker jonge boeren motiveren en stimuleren om verder te ondernemen. Als je vandaag de boer 1 euro extra geeft, zal die 2 euro investeren.

Landbouwers zouden dan eindelijk geen boemannen meer zijn, maar gemotiveerde ondernemers. Nu worden we vaak enkel gezien als milieu- en mestvervuilers, Roundupgebruikers... Dat is zo een foutief beeld voor het harde werk dat we als land- en tuinbouwer elke dag doen”, vindt Chris.

Gebruik van bosmaaier

Chris Versyck heeft al die jaren met heel veel aandacht voor duurzaamheid geboerd. “De Ecofarm – nu zou ik die term niet meer gebruiken – was een bouwtype stal van Naessens. Nee, je kan me geen groene jongen noemen. Ik kan me in dat ideeëngoed voor een stuk vinden, maar het was niet bepalend. Ik leverde ook wel mijn bescheiden bijdrage, zoals door het gebruik van een bosmaaier in plaats van glysofaat.”

Goed een half jaar geleden startte het groeiproces om ermee te stoppen. “Dat doe je natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Uitbreiden is hier nooit aan de orde geweest.” Een samenloop van omstandigheden zette Chris Versyck aan om tegen eind dit jaar volledig te stoppen. Enkele jaren geleden sloeg ook het noodlot hard toe en moest een stal heropgebouwd worden na een grote brand.

“Mijn partner Marielle Van Ongeval is altijd buitenshuis blijven werken. Wat ze verdient, kon ze nooit bijverdienen op het bedrijf zelf. We zijn altijd met het idee gestart om te stoppen op het moment dat het kon, deels omdat mijn schoonvader vroeg door een verkeersongeval is overleden. Ik wil ook nog wat extra kwaliteit in mijn leven.

Jasmine, onze pracht van een dochter, liet ook blijken dat ze geen grote interesse had om 2 keer per dag de koeien te melken en de grootte van ons bedrijf maakt het moeilijk om in de toekomst rendabel te blijven. En dat is jammer, want zulke familiale bedrijven zijn vele jaren zo bepalend geweest voor deze streek in het Pajottenland.”

Traantje weggepinkt

De keuze is gemaakt, het bedrijf is verkocht. “Een van de voorwaarden voor de verkoop was ook dat het in landbouwhanden zou blijven. De stallen worden onder meer omgebouwd, want hier komt een biologisch akkerbouwbedrijf. En daar ben ik wel trots op. Ik zal dan ook later graag terugkeren naar mijn levenswerk, dat een nieuwe toekomst krijgt.

We hebben een traantje weggepinkt toen runderen het bedrijf hebben verlaten. Anderzijds zijn we dankbaar dat mensen nog vol liefde in de toekomst geloven en onze veestapel verder zullen verzorgen. Het is belangrijk dat onze runderen niét naar een slachthuis gaan. Het waren geen nummers, want de runderen hadden stuk voor stuk een naam. Maar ik ben iemand die, als ik keuzes maak, daar ook naar leef en niet te lang bij stilsta. Wat voorbij is, is voorbij. Ik loop dan ook niet met een gevoel van nostalgie rond in de stallen. Het is mooi en goed geweest. Ik ben blij en voldaan en kijk hoopvol naar een nieuwe toekomst.”

Het wordt aanpassen. “Zeker, want je bioritme staat erop ingesteld. Mensen vergroeien nu eenmaal met gewoontes. We nemen straks zeker meer tijd voor onszelf. Genieten, met vakantie gaan, eens professioneel aan niets denken. Er zijn werkaanbiedingen. Dat loopt wel los. Hoewel ik de activiteit stop, blijf ik hier wel in de landbouwraad zetelen. Zelfs boeren zijn vaak opgedeeld in 2 kampen. Het is zo belangrijk om in dialoog met collega’s te gaan. Praat met elkaar, zo pak je een probleem het best direct aan.”

Strop rond de nek

“De job was ik niet beu, wel het systeem. Vroeger had je vrijheid. Die is er niet meer, of veel minder, met al die regelgeving en beperkingen. Het legt een strop rond de nek van onze landbouw. Dat jaagt me op. Het wordt de doodsteek. Dat is jammer, want de landbouw blijft zo mooi”, besluit Chris.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken