Startpagina Varkens

Verhoogde ademhalingsfrequentie is goede indicator voor hittestress bij vleesvarkens

Varkens zijn gevoelig voor een hoge omgevingstemperatuur. In de pilootstudie Coolpigs wordt onderzocht hoe je hittestress bij vleesvarkens tijdig kunt waarnemen. Dat is immers cruciaal voor het nemen van gepaste maatregelen.

Leestijd : 6 min

Hittestress in de veehouderij is de laatste jaren een zeer relevant onderwerp geworden. Als gevolg van de klimaatverandering worden er extremere weersomstandigheden verwacht, waaronder hittegolven en droge perioden. Daarnaast heeft de klimaatverandering een invloed op de gemiddelde jaartemperatuur. Er wordt verwacht dat aan het einde van deze eeuw de temperatuur in België tussen 0,7 °C en 5 °C zal stijgen. Deze veranderingen zullen van directe invloed zijn op het welzijn en de gezondheid van dieren en de prestaties van de veehouderij.

Varkens zijn warmtegevoelig

In vergelijking met andere landbouwhuisdieren zijn varkens gevoeliger voor hogere omgevingstemperaturen. Varkens hebben zeer weinig functionele zweetklieren en door de onderhuidse vetweefsellaag wordt warmteverlies bemoeilijkt. Daarom zijn varkens vooral afhankelijk van warmteverlies via de ademhaling. Ze hebben echter een beperkte hart- en longcapaciteit, waardoor warmteverliezen via deze weg ook beperkt zijn.

Coolpigs, hitteplan voor de Vlaamse varkenshouderij

Coolpigs is een Vlaio-onderzoeks-project dat dit jaar werd gelanceerd. Het is een samenwerking tussen de eenheid varkensgezondheidszorg van de faculteit Diergeneeskunde en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), waarbij hittestress reducerende maatregelen in de varkenshouderij in kaart worden gebracht. Het project loopt 4 jaar, met als doel een hitteplan voor transporten en bedrijven in de Vlaamse Varkenshouderij te ontwikkelen. Hierbij worden verschillende maatregelen (management, klimaattechnische, voederadditieven, wateradditieven, etc.) bij zowel natuurlijk voorkomende hittegolven in de zomer als kunstmatig geïnduceerde hittegolven uitgetest. Er worden verschillende praktijk- en proefbedrijven ingezet en transporten naar het slachthuis worden nauw opgevolgd.

Pilootstudie onderzoekt gevolgen van hittestress

De eerste proef binnen het project was een pilootstudie waarbij er een protocol voor kunstmatige opwarming van een stal werd uitgetest. Hierbij werden 2 compartimenten met verschillende leeftijdsgroepen vleesvarkens (groep 1: 96,5 ± 7,3 kg en groep 2: 72,7 ± 9,9 kg) kunstmatig opgewarmd tot ongeveer 30 °C gedurende 3 dagen. Daarbij werden enkele fysiologische parameters en groeiprestaties opgevolgd om de meest geschikte parameters te vinden die de effecten van hittestress correct kunnen weergeven.

De meest relevante parameters voor het beoordelen van hittestress bij vleesvarkens die in deze proef werden waargenomen, worden hier verder besproken.

THI-index geeft mate van hittestress weer

De THI-index of Temperature Humidity Index, is een parameter die de binnentemperatuur en de relatieve vochtigheid combineert. De relatieve vochtigheid en temperatuur hebben een zeer grote invloed op de thermoregulatie van vleesvarkens, waarbij het belangrijk is om de combinatie van deze 2 parameters te evalueren. Wanneer bijvoorbeeld de relatieve vochtigheid met 50% verhoogd wordt (van 30% naar 80%) bij een temperatuur van 30 °C, dan heeft dit hetzelfde effect als een temperatuursverhoging van ongeveer 2 °C.

Als de THI-index een bepaalde grens overschrijdt, kan deze de mate van hittestress bij dieren weergeven. Er zijn al tal van formules ontwikkeld voor verschillende diersoorten, waarbij deze formules ook nog kunnen variëren binnen eenzelfde diersoort. De grenzen voor mogelijke hittestress bij vleesvarkens, gebruikt in dit project, zijn gebaseerd op het gedrag van varkens tijdens handelingen en transport:

• 75 ≥ THI > 79: waarschuwing

• 79 ≥ THI > 84: gevaar

• THI ≥ 84: groot gevaar

Tijdens de kunstmatige opwarming steeg de THI-index boven de grenswaarde 75, wat een waarschuwing voor hittestress betekent. Voor 2 meetmomenten bereikte het zelfs een waarde van 79, wat een aanduiding is voor gevaar voor hittestress. De THI-index is dus een gunstige parameter voor het opvolgen van hittestress bij vleesvarkens. Deze index wordt tegenwoordig ook meer en meer gebruikt door verschillende onderzoekers die bezig zijn met hittestress bij andere landbouwhuisdieren.

Meting van huidtemperatuur

De huidtemperatuur werd gemeten met behulp van een infraroodcamera (Testo 875-i2, Testo, Nederland). Er werd telkens een beeld genomen van de flank van het varken (zie foto). Dit beeld kon achteraf geanalyseerd worden met een software, waarbij het mogelijk was om de gemiddelde oppervlaktetemperatuur, het warmste en koudste punt van een aangeduid oppervlak te berekenen (zie figuur).

Huidtemperatuuranalyse van de zijflank van een vleesvarken tijdens kunstmatige opwarming met behulp van de Testo-software. AV1 = gemiddelde huidtemperatuur van de aangeduide oppervlakte (34,4 °C), HS1 = warmste punt van aangeduide oppervlakte (35,5 °C), CS1 = koudste punt van aangeduide oppervlakte (31,8 °C)
Huidtemperatuuranalyse van de zijflank van een vleesvarken tijdens kunstmatige opwarming met behulp van de Testo-software. AV1 = gemiddelde huidtemperatuur van de aangeduide oppervlakte (34,4 °C), HS1 = warmste punt van aangeduide oppervlakte (35,5 °C), CS1 = koudste punt van aangeduide oppervlakte (31,8 °C) - Beeld: UGent

Wanneer de THI-index boven een waarde van 75 steeg (tijdens de kunstmatige opwarming) werd er een significant verschil waargenomen tussen de huidtemperatuur tijdens en voor/na opwarming. Wanneer er geen opwarming plaatsvond, was de gemiddelde huidtemperatuur van alle proefdieren rond 32 °C, terwijl deze bij opwarming naar ±34,5 °C steeg.

Er was ook een verschil te merken tussen de 2 leeftijdsgroepen. De zwaarste vleesvarkens hadden tijdens de kunstmatige opwarming een lagere huidtemperatuur dan de minder zware groep, ook tijdens de thermoneutrale temperaturen was dat het geval. Oudere vleesvarkens zijn minder in staat om voelbare warmte (convectie, conductie of straling) te verliezen en het vermogen om warmte te verliezen via deze weg neemt af met de leeftijd. Verschillende onderzoekers hebben dat aangetoond.

Het meten van de huidtemperatuur met een infraroodcamera en de interpretatie van de gegevens is echter in de praktijk niet zomaar toepasbaar.

Meting rectale temperatuur

Naast de huidtemperatuur werd ook de rectale temperatuur dagelijks gemeten met een digitale thermometer. Statistisch werd er geen verschil tussen de verschillende leeftijdsgroepen gevonden, maar de gemiddelde rectale temperatuur van de 2 groepen samen steeg van ongeveer van 38,9 °C naar 39,3 °C tijdens de kunstmatige opwarming. De rectale temperatuur is één van de relevantste parameters om hittetolerantie van het dier te evalueren, aangezien het een idee geeft van de homeothermie, de instandhouding van de eigen lichaamstemperatuur, van het dier.

Praktisch gezien is de rectale temperatuur bij vleesvarkens ook niet zo eenvoudig te meten en daarenboven neemt die snel toe door stress of verhoogde activiteit van de dieren.

Ademhalingsfrequentie is handige parameter

De ademhalingsfrequentie (flankbewegingen/minuut) werd gemeten aan de hand van het aantal flankbewegingen per 30 seconden, vermenigvuldigd met 2.

Zoals bij de huidtemperatuur was er geen verschil te zien tussen de 2 leeftijdsgroepen, maar wel tijdens de opwarming. De ademhalingsfrequentie steeg van ongeveer 36 naar 74 ademhalingen per minuut wanneer de omgevingstemperatuur steeg van 24 °C naar 30 °C.

De ademhalingsfrequentie is de eerste fysiologische aanpassing tijdens hitteperiodes en dus het gemakkelijkst waar te nemen, zelfs bij kleine temperatuurverschillen. Dat komt doordat varkens vooral afhankelijk zijn van warmteverlies door verdamping. Bij vleesvarkens halfweg de mestperiode bijvoorbeeld, start de verhoging van ademhalingsfrequentie reeds rond 22,4 °C. Deze parameter is dus gemakkelijk en zeer snel waar te nemen bij een stijgende temperatuur.

Voederopname vermindert

De kunstmatige opwarming had ook een invloed op de voederopname van de varkens. Tijdens de opwarming aten alle varkens gemiddeld 400 g per dag minder dan de periode voor de opwarming (controleperiode). Ook viel het op dat tijdens de 3 dagen na de opwarming 264 g/dag minder gegeten werd dan tijdens de controleperiode. Mogelijk treedt het recuperatievermogen pas enkele dagen na de hitteperiode in werking. Dit was effectief te zien vanaf 6 dagen na de hitteperiode, waarbij de varkens gemiddeld 108 g/dag meer aten dan tijdens de controleperiode. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de gemiddelden werden genomen van 2 groepen vleesvarkens die 3 weken verschilden in leeftijd.

De vermindering van vrijwillige voederopname tijdens hittestress is een logisch gevolg, aangezien dat het meest effectieve mechanisme is om de interne warmteproductie te verminderen. Wanneer de hitteperiode lang aanhoudt (wat niet het geval was in deze proef), zal de gemiddelde dagelijkse groei ook afnemen als gevolg van een verminderde vrijwillige voederopname. Daarnaast wordt het verteringsproces belemmerd door de veranderende hiërarchie in nutriëntengebruik. Nutriënten zullen op het moment van hittestress vooral worden ingezet op de homeothermie. Tevens gaat er meer bloed naar de perifere lichaamsdelen om zodoende warmte kwijt te geraken, en minder naar het maagdarmstelsel, waardoor de vertering minder optimaal is.

Vroegtijdige herkenning is cruciaal

Tegenwoordig is hittestress een relevant onderwerp met betrekking tot klimaatopwarming, dierenwelzijn en economische verliezen. Het belang van vroegtijdige herkenning van hittestress bij varkens is cruciaal voor het nemen van directe maatregelen.

Dit kan in de praktijk het best via de ademhalingsfrequentie. Ook kan de temperatuurhuishouding worden weergegeven aan de hand van temperatuurmetingen, zoals rectale en huidtemperatuur, maar dit is minder praktijkgericht. De voederopname daalt ook, maar is pas waar te nemen na een periode van hittestress, wanneer het dikwijls al te laat is. Daarnaast kan hittestress worden voorspeld met behulp van de THI-index.

Een eerste lijst met hittestress reducerende maatregelen in de varkenshouderij werd reeds geïntroduceerd vanuit het project Coolpigs (meer info: www.varkensloket.be/stalklimaat/ hittestress). Het onderwerp wordt dus nog vervolgd!

Lotte De Prekel, UGent

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken