Startpagina Schapen

Veel interesse voor demo’s schapenhouderij

In het kader van het demonstratieproject ‘Ziekten van A(bortus) tot Z(woegerziekte): preventieve gezondheidszorg bij kleine herkauwers’ werden de afgelopen weken op 3 bedrijven, verspreid in Vlaanderen, demo-workshops gehouden. We mochten ruim 225 aanwezigen verwelkomen.

Leestijd : 6 min

Het demonstratieproject ‘Preventieve gezondheidszorg’ wordt gefinancierd door Vlaanderen en Europa. Het is vooral toegespitst op de schapenhouderij en er gaat aandacht naar blauwtong, zwoegerziekte, rotkreupel en listeriose. Belangrijke bijkomende accenten zijn het vaccinatiebeleid en het abortusprotocol. Tijdens de workshops gaf Eva Van Mael (DGZ) toelichting bij de mogelijke vaccinaties in de schapenhouderij. Bert Driessen (KU Leuven) behandelde de klauwverzorging en de eraan verbonden ergonomische aspecten. Daarnaast kregen de bedrijfsleiders de kans om hun bedrijf en bedrijfsstrategie voor te stellen. De deelnemers roteerden in 3 groepen.

Vaccinaties

Eva Van Mael stelde als inleiding dat vaccinaties nooit als enige maatregel kunnen toegepast worden. Ze moeten wel in een globale strategie passen en gebaseerd zijn op de doelstellingen die men voor ogen heeft. In sommige gevallen is vaccineren wettelijk verplicht. De doelstelling is in de regel sterfte beperken of het dierenwelzijn verbeteren. Vaccineren mag enkel gebeuren bij gezonde dieren, gezien een ziekteverwekker ingespoten wordt, waartegen het dier zich moet verdedigen door antistoffen te produceren.

Er zijn diverse soorten vaccins, namelijk dode of levende (met verzwakte stammen). Bij gebruik van dode vaccins worden minder antistoffen gevormd dan bij levende. Vaccinaties gebeuren steeds door of in samenspraak met de dierenarts. Via de dierenarts kunnen vaccins, die niet in België aanwezig zijn, via het cascadeprincipe naar hier gebracht worden.

De diverse mogelijke vaccinaties werden besproken. Vaccinatie tegen enterotoxaemie (plotse sterfte door het bloed) gebeurt het best bij de drachtige ooi een viertal weken vóór het werpen, zodat er voldoende antistoffen via de biest aan het lam worden meegegeven. Deze lammeren kan men dan zelf na 12 weken vaccineren om ze verder te beschermen. Is de moeder niet gevaccineerd, dan kunnen de lammeren al na 4 weken gevaccineerd worden. Jonge ooien dienen met een tussenperiode tweemaal gevaccineerd te worden om volledig beschermd te zijn. Denk aan onze coronavaccinatie, die volgens dezelfde principes loopt.

Bij klauwproblemen door rotkreupel kan met footvax gevaccineerd worden. De vaccinatie onderdrukt de symptomen, de dieren genezen, maar het probleem is niet opgelost want de veroorzakende bacteriën blijven aanwezig. Om de 6 maanden moet er opnieuw gevaccineerd worden.

Op de geitenbedrijven wordt de tankmelk tweemaandelijks onderzocht om te zien of er Q-koorts aanwezig is. Indien dat positief is, dan is vaccinatie verplicht. Eva Van Mael stelde echter dat bijvoorbeeld op kinderboerderijen, of op alle plaatsen waar er contact is tussen schapen/geiten en het publiek, het aangewezen is om ook de daar aanwezige schapen (en natuurlijk de geiten) te vaccineren tegen Q-koorts. Er kan ook tegen zomerlongontsteking (pasteurellose) gevaccineerd worden, tegen toxoplasmose (niet bij drachtige dieren = abortus) of tegen chlamidia.

Een specifiek geval vormt Ecthyma of Zere Bekjes. Hier wordt enkel in noodgevallen opgetreden. Vaccineren gebeurt via krasjes op de huid. Het vaccin moet uit het buitenland ingevoerd worden.

Recent is er ook een vaccin tegen blauwuier (staphylococcenontsteking) op de markt. De ooien dienen 6 en 3 weken voor het werpen ingeënt te worden.

En last but not least , onze verliezen in de periode 2007-2008 indachtig, is er de vaccinatie tegen blauwtong, waartegen nu 3 vaccins op de markt zijn , respectievelijk tegen de types 1, 4 en 8, al of niet in combinatie. Blauwtong (type 8) wordt trouwens nog altijd vastgesteld in België, de laatste jaren het meest bij rundvee.

Bijsluiter lezen

Het is aangewezen om steeds de bijsluiter met aandacht te lezen. Moet de toediening subcutaan of intramusculair? Hoe moet de flacon bewaard worden? Op welke plaats op het lichaam wordt het best gevaccineerd? Eenmaal een flesje aangeprikt is de bewaarbaarheid beperkt. Er werd voorgesteld tijdens de workshop om vervuiling te voorkomen bij gebruik door een naald in de fles te laten zitten. Voor grote aantallen kan een revolverspuit met dosisaanduiding gebruikt worden.

Klauwverzorging

Bert Driessen gaf de aanwezigen toelichting over klauwverzorging.

Op quasi alle schapenbedrijven komen klauwproblemen voor. Uit de rondvraag hoeveel maal per jaar de schapenhouders de klauwen onder handen nemen, is het courante antwoord tussen 1 en 3 keer. Toch zijn op dit vlak de recente inzichten gewijzigd : de klauwen moeten maar bijgesneden worden als er effectief problemen zijn. Voor controle van de hoeven moeten de klauwen eerst proper gemaakt worden. De uitgroei van de hoeven wordt weggeknipt. Daarvoor kan een mes of schaar gebruikt worden. De voorkeur van Bert Driessen gaat uit naar gebruik van een schaar.

Bij rotkreupel hebben de hoeven de neiging om sneller te groeien. Rotkreupel kan men ook herkennen aan de reuk (kaasgeur), maar meestal ziet men ook ontsteking van de tussenklauw. Overgroei wordt weggeknipt, maar men mag nooit te veel wegsnijden, want dit kan leiden tot verdere verspreiding van rotkreupel. Losse delen worden wel weggesneden. Na het bijsnijden worden de hoeven behandeld met oxytetracyclines (spray). Na 10 dagen moet men de dieren terug onder handen nemen. Bij besnijden van dieren met rotkreupel moeten na elk dier de gebruikte mesjes/scharen ontsmet worden om overdracht te voorkomen. De afgeknipte klauwdelen moeten verzameld worden, want ze zijn een bron van verdere infectie.

Bij problemen met rotkreupel kan vaccineren soelaas brengen, zie ook hierboven. Vaccinatie moet om de 6 maanden herhaald worden, anders duiken de problemen weer op. De frequent voorkomende entknobbel is een negatief punt. Het is beter in de oksel te vaccineren dan in de hals, zoals geregeld wordt aangeraden. Ge-vaccineerde dieren kunnen tijdelijk koorts ontwikkelen, want immuniteit ontwikkelen kost energie.

Kantelbox voor klauwverzorging.
Kantelbox voor klauwverzorging. - Foto: André Calus

Voetbaden

Voetbaden ter voorkoming of genezing worden iets minder frequent gebruikt dan vroeger. Ze kunnen pas een tiental dagen na het bijsnijden gebruikt worden, omdat anders de kwetsuren veroorzaakt door bijsnijden te veel pijn veroorzaken bij de dieren. Vroeger werden pootbaden gebruikt met formaldehyde, koper of zink, maar deze producten zijn momenteel verboden. Formaldehyde is trouwens kankerverwekkend. Koper- en zinkproducten zijn zware metalen , die het milieu belasten. Momenteel worden in klauwbaden organische zuren of etherische oliën gebruikt. Deze werken iets minder goed dan de hiervoor genoemde (niet meer toegelaten) producten.

Bij toepassing van voetbaden is het belangrijk dat de klauwen eerst gezuiverd worden van modder of andere onreinheden. Eerst de dieren tijdelijk opstallen, of ze eerst door een waterbad laten lopen om de hoeven schoon te maken, is dus aangewezen. Het pootbad moet lang genoeg zijn (3 m), zodat het contact van de producten met de hoeven voldoende intens is. Na dit voetbad moeten de producten kunnen inwerken, dus men kan het best de dieren tijdelijk opstallen, totdat alles opgedroogd is. Nadien worden de dieren in een ‘zuivere’ wei gelaten, dit is een wei waar de vorige 14 dagen geen schapen gelopen hebben.

Bij aankoop van dieren is het aangewezen om deze toch 14 dagen in quarantaine te plaatsen en ondertussen de klauwen te ontsmetten, ook al zien ze er ogenschijnlijk gezond uit. Dat is nodig om alle insleep, onder andere van rotkreupel, op het bedrijf te voorkomen.

Ergonomie

Voor de inspectie van de hoeven bij schapen vraagt het heel wat inspanning en kracht om de dieren op hun achterwerk te krijgen. Het is erg belastend voor de rug. Via een projectie werd getoond hoe je een schaap moet vastnemen en hanteren om het op zijn achterwerk te krijgen: hand onder de kin, kop naar achteren draaien en met de andere hand op de flank neerwaarts duwen, zodat het in zithouding komt.

Er bestaan ook hulpmiddelen om het onderhoud van de klauwen minder belastend te maken. Een mogelijkheid is de aanschaf van een kantelbox, die gekoppeld wordt aan een hekkensysteem, waarbij de schapen achter elkaar naar de box geleid worden. Bij het kantelen van een schaap is het altijd oppassen voor bruuske bewegingen die aanleiding kunnen geven tot knoopvorming in de darmen. Terugdraaien vanuit ruglig naar de uitgangspositie is wenselijk en niet het volledig ronddraaien van het schaap. Een ander hulpmiddel is de schapenstoel, waarbij het schaap als het ware achterwaarts in een zetel getrokken wordt, waarna de hoeven kunnen bijgesneden worden.

De bedrijven

Voor deze demo’s waren we te gast op 3 verschillende bedrijven. Bij dierenarts Norbert Steurbaut in Nederhasselt, zelf een Texel-stamboekkweker, werden we ingewijd in de werking van een ‘materniteit’ of geboortekliniek, waar schapenhouders hun ooien kort voor het aflammeren kunnen binnenbrengen en ze ter plaatse laten tot enkele dagen na de geboorte. Bij Walter Cleemput in Bornem konden we kennismaken met zijn Swifter-kwekerij en zijn aanpak van de selectie op basis van de vleeslamindex bekomen na het scannen. Bij Johan en Toon Schouteden in Houthalen-Helchteren waren we op een bedrijf dat zich met zijn 1.100 ooien gespecialiseerd heeft in natuur- en terreinbegrazing. Dit bedrijf ligt in het hart van het wolvengebied en heeft, om de dieren te beschermen, dan ook de jongste jaren zijn bedrijfsvoering aanzienlijk moeten aanpassen. Op deze specifieke problematiek komen we later nog terug.

We danken deze 3 bedrijven voor hun openheid en gastvrijheid. Zo kunnen we ook telkens weer van elkaar leren en dat is ook een doel van het organiseren van demonstraties en workshops.

André Calus

Lees ook in Schapen

Mooie Belgische finale van de Ovinpiades 2023

Agribex Wat in 2019 begon met een voorzichtige toenadering vanuit de Waalse schapensector naar Vlaanderen, groeide uit tot een volwaardige wedstrijd voor jonge schapenherders met een Belgische finale op Agribex in Brussel.
Meer artikelen bekijken