Startpagina Actueel

Prijs en kwaliteit staan voorop bij aankoop van voeding, ook duurzaamheid speelt een rol

Prijs en kwaliteit domineren nog altijd het aankoopgedrag van de consument. Maar ook duurzaamheidsoverwegingen worden meegenomen. Dat blijkt uit een onderzoek van Why5 Research, in opdracht van Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie.

Leestijd : 4 min

Voor het opstellen van een nieuwe duurzaamheidsmap voor de Belgische voedingsindustrie, die eind november wordt gelanceerd, nam Fevia de inzichten uit het consumentenonderzoek mee. “Onze Belgische bedrijven ervaren dagelijks dat smaak en kostprijs enorm belangrijk zijn in de aankoopbeslissing van consumenten”, zegt Bart Buysse, CEO Fevia.

Vorm geven aan een duurzaam voedingssysteem

“Maar we moeten ook verder durven kijken”, gaat hij verder. “Het onderzoek toont duidelijk aan dat Belgische consumenten gevoeliger worden voor duurzaamheid en specifieke thema’s als dierenwelzijn of lokale voeding. Wij nemen die inzichten mee in ons plan om de komende jaren samen vorm te geven aan een duurzamer voedingssysteem”, stelt Bart Buysse.

Uit het onderzoek naar de link tussen duurzaamheid en voeding bij een groep van 1.200 Belgische consumenten komen 3 groepen naar voor:

1. Liefst 40 %, de grootste groep, zijn overtuigde ecologisten. Voor hen is kwaliteit het belangrijkste criterium, gevolgd door de prijs en de impact op hun gezondheid. Maar deze consumenten zijn wel gevoeliger voor duurzaamheid bij de aankoop van voeding en dranken.

2. 38 % behoort tot de middengroep, die wel het belang van duurzaamheid erkennen, ergens ook wel geloven dat ze zelf impact kunnen hebben, maar sceptisch zijn ten opzichte van producenten. Zij kijken vooral naar de prijs, maar ook kwaliteit en smaak zijn voor hen belangrijk.

3. 22 % zijn ‘non-believers’ voor wie duurzaamheid nauwelijks van belang is wanneer ze voeding en dranken kopen. Dit is dus de kleinste groep, met consumenten die niet echt geloven dat hun keuzes ook effectief impact hebben. Hun voornaamste criterium bij de aankoop van voeding is prijs en duurzaamheid betekent voor hen vooral: duurder.

5 opvallende trends in gewijzigd aankoopgedrag

De verschillende groepen zijn trouwens volop in beweging. 38 % geeft aan zijn of haar aankoopgedrag het voorbije jaar te hebben veranderd. Opvallend: bij de Franstaligen is dat 47 %, tegenover amper 31 % bij de Nederlandstaligen.

En terwijl amper 6 % daarvoor naar het coronavirus verwijst, is de klimaatuitdaging voor 25 % een reden om zijn of haar voedingspatroon aan te passen.

Bovendien geven de ondervraagde consumenten verder aan dat ze in het voorbije jaar:

1. Vaker seizoensgebonden groenten en fruit kopen (+35 %)

2. Wellicht als gevolg van de coronacrisis, vaker voor verse voeding kiezen (+34 %)

3. Producten verkiezen met minder (+32 %) of duurzame verpakkingen (+26 %)

4. Minder voedsel weggooien (-31 %)

5. Bewuster kiezen voor lokale, Belgische producten (+31 %).

37 % wil meer betalen voor duurzaam geproduceerde voeding

Consumenten kijken verder op 3 niveaus naar de link tussen voeding en duurzaamheid. Ten eerste alles wat rechtstreeks aan het product zelf is gelinkt, zoals de lokale oorsprong, biologische productiewijze of dierenwelzijn. Die elementen zijn het meest bepalend voor de perceptie van duurzaamheid.

Een tweede niveau gaat over de verpakking: weliswaar minder rechtstreeks verbonden met het product, maar duidelijk meer en meer van belang voor veel consumenten. Op het derde niveau komt de impact op mensen en planeet: factoren zoals een eerlijke prijs voor boeren, de manier van het transport of de impact op het milieu bij de productie van voeding en dranken. Die factoren zijn minder bepalend, maar ze zijn geen ver-van-mijn-bed show: de helft van de ondervraagden associeert duurzaamheid ook spontaan met dit soort factoren.

Desondanks is duurzaamheid nooit dé hoofdreden waarom Belgische consumenten wel of niet voor bepaalde voeding en dranken kiezen. Kwaliteit, smaak en prijs blijven bepalend, maar indirect heeft duurzaamheid wel een impact. Consumenten associëren producten die ze als intrinsiek duurzaam ervaren namelijk ook vaak met een betere kwaliteit en smaak.

37 % van de Belgen zegt bereid te zijn meer te betalen voor duurzaam geproduceerde voeding. Maar ook hier komen de verschillen tussen de 3 consumentengroepen duidelijk naar voor: bij non-believers en sceptici blijft dat aandeel beperkt tot respectievelijk 20 en 23 %, terwijl liefst 59 % van de ecologisten aangeeft bereid te zijn om meer te betalen voor voeding die ze als duurzaam ervaren.

Meerderheid wantrouwt innovatie, uitdaging voor verduurzaming

59 % wil zijn of haar voeding liefst zo traditioneel en authentiek mogelijk. Een meerderheid geeft aan dat ze het gebruik van technologie bij de productie van voeding wantrouwen, zelfs wanneer innovaties helpen om voeding duurzamer, veiliger en betaalbaarder te maken.

Bovendien vindt 6 op 10 consumenten het moeilijk om in te schatten of voeding echt duurzaam geproduceerd is. Bij de sceptische middengroep is dat zelfs 9 op 10. Er is dus vraag voor een label dat toont hoe duurzaam een product echt is, op voorwaarde dat die informatie echt correct is.

Wat verwachten consumenten dan van de voedingsindustrie de komende jaren? Voedselveiligheid (82 %), betaalbare, evenwichte voeding (82 %), en reduceren van voedselverlies (78 %) worden het vaakst genoemd. Maar ook dierenwelzijn (72 %), verpakkingen reduceren (75 %) en lokale productie (72 %) worden opmerkelijk vaak vernoemd.

Op de vraag wie de hoofdverantwoordelijke is voor de duurzaamheid van voeding en dranken, kijken de Belgen vooral naar de voedingsbedrijven (22 %) en landbouwers (21 %), terwijl amper 5 % van de consumenten vindt dat ze de hoofdverantwoordelijken zijn.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken