Aanvragen voor niet-productieve investeringen in de lift, maar nog ruimte voor extra inspanningen
De aanvragen voor niet-productieve investeringen door Vlaamse landbouwers zit in de lift, maar er kan gerust nog een tandje bij worden geschakeld. Dat zegt Vlaams parelementslid Joris Nachtergaele (N-VA), die cijfers bij Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) opvroeg.
Voor de aanleg van kleine landschapselementen of water- en bodembeheer kunnen Vlaamse landbouwers een beroep doen op de niet-productieve investeringssteun binnen het VLIF. In 2019 werd slechts 8.288 euro aan steun uitbetaald, in de nieuwe intekenperiode werden er 199 concrete aanvragen, goed voor 1,7 miljoen euro subsidie opgetekend. Een cijfer dat bijzonder hoopgevend is.
“Het gaat om belangrijke investeringen, die de landbouwer niet onmiddellijk iets opleveren maar belangrijk zijn voor de biodiversiteit en de water- en bodemkwaliteit”, zegt Joris Nachtergaele. Er is echter nog ruimte voor verbetering. “Deze zomer werd slechts 59 % van het voorziene budget opgebruikt. We moeten deze investeringssteun, die vaak neerkomt op de volledige betaling van de investering, nog meer bekend maken bij de landbouwers.”
