Startpagina Akkerbouw

Studenten Vives bestrijden kleine knaagdieren via torenvalk

Een groep studenten van de afstudeerrichtingen dierenzorg en landbouw van Hogeschool Vives in Roeselare zijn samen op het idee gekomen, om de landbouwers op een ecologische manier te helpen bij de bestrijding van veldmuizen en andere kleine knaagdieren. Ze doen dit via een torenvalknestkast (Mulopik).

Leestijd : 2 min

De Mulopik stimuleert de aanwezigheid van de torenvalk. “Ze bestaat uit een paal met een nestkast en nestmateriaal, kortom een ideale nestgelegenheid. Door het plaatsen van de paal wordt de oogst beschermd tegen schade, aangericht door veldmuizen en andere kleine knaagdieren”, aldus Louis Delputte.

Veldmuizen planten zich razendsnel voort en kunnen 2 tot maximaal 12 jongen krijgen per worp. Ze kunnen wel tot 7 keer per jaar werpen. Daarom is het belangrijk om de voortplanting van de veldmuizen onder controle te houden.

Zachte winters

De zachte winter is gunstig voor het voortbestaan van veldmuizen. Bovendien zijn groenbedekkers en bermen perfecte toevluchtsoorden voor deze kleine knaagdieren. Ze eten bietenzaden voor ze kunnen ontkiemen, evenals de kiemplantjes. Ook in de teelt van graszaad en fruitboomgaarden kunnen ze schade aanrichten. Het plaatsen van een nestkast biedt daarbij alvast een goede preventieve bestrijding.

Survival of the fittest

De veldmuis mag niet met gif bestreden worden, omdat het bestrijden van gewervelde dieren volvelds bij wet verboden is sinds 2014. Landelijke gebieden met een roofvogelpaal bieden de ideale nestgelegenheid aan voor de torenvalk. Thibaut Verhelst: “Hierdoor kunnen we in open gebieden nestgelegenheid opzetten om natuurlijke predatie van veldmuizen door roofvogels aan te moedigen. Een torenvalk gaat zich meestal nestelen in oude kraaiennesten of een nestkast (70%). Uit de praktijk kunnen we concluderen dat een nestkast snel wordt bewoond.”

De Mulopik te velde geplaatst.
De Mulopik te velde geplaatst. - Foto: Vincent Gailliaert

Gericht plaatsen

Er wordt best slechts 1 nestkast per 50 ha geplaatst, nestkasten staan daarbij bij voorkeur minstens op 1 km van elkaar. Ook met de windrichting dient rekening gehouden te worden. Door de nestkast met een paal van 4,5 meter aan te bieden, kan de nestkast op om het even welke plaats gehangen worden. Hierbij kan de torenvalk ook aangetrokken worden bij percelen in open terrein.

Vincent Gailliaert: “De broedperiode vindt hoofdzakelijk plaats in april-mei. Momenteel is dus een ideale periode om een nestkast te hangen. De effectiviteit van een nestkast is groot en de Mulopik biedt zeker een meerwaarde voor de landbouwer.”

De verdere activiteiten van de studenen kan je volgen via de facebookpagina (@Mulopik.studentcompany).

Studenten betrokken bij dit project: Thibaut Verhelst, Louis Delputte, Vincent Gailliaert, Elke de Hauwere en Marie Vandenabeele.

Vincent Gailliaert

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken