Startpagina Actueel

Boeren in bijberoep krijgen geen steun voor de vervanging van asbestdaken

Landbouwers kunnen voor de vervanging van asbestdaken tot 30% investeringssteun ontvangen uit het Vlaams Landbouw Investeringsfonds (VLIF). “Maar wij, als landbouwers in bijberoep die niet voldoen aan de voorwaarden van het VLIF, lopen die steun mis.” Carine Bogaert en Peter Willems stellen zich grote vraagtekens bij deze manier van werken.

Leestijd : 4 min

Uit onderzoek blijkt dat zowat een kwart van de dakoppervlakte met asbest in Vlaanderen op rekening komt van de landbouwsector.

De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) werkte daarom samen met onder meer het Algemeen Boerensyndicaat (ABS), Boerenbond en het Vlaams Agrarisch Centrum (VAC) een protocol uit om asbestdaken te ontmantelen, want Vlaanderen wil tegen 2040 ‘asbestveilig’ zijn.

Voor de versnelde afbouw van asbestmaterialen in onze leefomgeving voorziet Vlaanderen 3 miljoen euro.

Kosteloos ophalen

Via OVAM kunnen landbouwers dus het asbestafval op het bedrijf gratis laten ophalen. Het verwijderen van de asbestdaken zelf (of door een gespecialiseerde aannemer) is uiteraard niét gratis en moet zelf worden bekostigd.

Via het VLIF kan wel een subsidie van maximaal 30% worden verkregen voor het vervangen en het leggen van nieuwe daken.

Dat kan dus via het VLIF, en enkel via het VLIF gebeuren , en daar schuilt een addertje onder het gras. Subsidies via het VLIF verkrijgen, is immers verbonden aan enkele voorwaarden. Dat is uiteraard niet meer dan logisch. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor steun in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (voor directe steun en bepaalde steun uit Pijler 1). Daarin staat onder meer het begrip ‘actieve landbouwer’ centraal.

Wie voor VLIF-steun in aanmerking wil komen, moet zo uit de landbouwactiviteiten een jaarlijks nettoberoepsinkomen van méér dan 12.000 euro halen én uit niet-landbouwactiviteiten een jaarlijks nettoberoepsinkomen van minder dan 12.000 euro.

Diëtiste en bediende

In Sint-Laureins, tegen de Nederlandse grens, leven, wonen en werken Carine Bogaert en Peter Willems.

Het kleine landbouwbedrijf dat ze uitbaten staat op naam van Carine, die daarnaast nog halftijds diëtiste is, en van haar echtgenoot Peter Willems, die werkt als bediende.

Daarnaast werken beiden op het landbouwbedrijf. Dat bestaat, naast weiland, uit enkele tientallen ha akkerbouw (tarwe, maïs, aardappelen, vlas, uien, afhankelijk van het teeltplan ) en een 50-tal vleesrunderen van het Belgisch witblauw ras. Er zijn landbouwbedrijven in Vlaanderen met kleinere cijfers en aantallen, en die wel in hoofdberoep landbouwer kunnen zijn.

“De taken op het bedrijf zijn goed verdeeld. Ik neem vooral het akkerbouwwerk voor mijn rekening, Carine voornamelijk het werk op de hoeve, duidt Peter Willems. “Ik sta verder in voor het administratieve werk, mijn vrouw voor het financiële luik.”

Ook als kleine boer stress

De combinatie met de andere jobs lukt aardig en dat willen ze ook zo houden. “Volgend jaar kan ik met pensioen en we zijn van plan om in runderen wat te minderen. Maar het is niet omdat je een kleine boer bent dat die activiteit je geen stress zou bezorgen.

Als je een loonwerker of andere mensen om hulp vraagt, dan is het logisch dat grotere boeren voorrang krijgen bij bijvoorbeeld de oogstwerken. Men vergeet soms ook wel eens dat een landbouwwerktuig voor een kleine boer evenveel kost als voor een grote landbouwer. We kunnen niet alles tweedehands kopen, en je krijgt geen korting omdat je een kleinere boer bent.”

De witblauwe runderen worden niet op het bedrijf zelf afgemest, maar worden door veehandelaars gekocht. “Bij ons staat de liefhebberij centraal in de bedrijfsvoering. Ik hou ook de afstamming van de runderen sinds 1995 stipt bij. We verkopen de stierkalveren, de vaarskalveren blijven om verder met de afstamming te spelen.”

Gestraft omdat ze werken

Carine Bogaert en Peter Willems zijn met alle vergunningen in orde. Ze komen echter niet in aanmerking voor VLIF-steun (bijvoorbeeld investeringssteun) en dat wringt bij hen. “Wie op het landbouwbedrijf toekomt, ziet hoe proper het er hier bijvoorbeeld ligt, maar dat heeft geld gekost...

Het is niet mijn bedoeling om de werking van het VLIF aan te kaarten en voorwaarden moeten er zijn, maar zijn die in bepaalde gevallen nog voldoende aangepast aan de tijdsgeest? In feite worden wij gestraft omdat wij uit gaan werken. Het is soms te bureaucratisch.

Zo krijgen we geen VLIF-steun voor investeringen in nieuwe machines of andere subsidies. Zo hebben we de voorbije jaren tienduizenden euro’s mislopen”, vertelt Peter.

Intussen werd al 15.000 euro betaald voor de verwijdering van asbestdaken en voor de vernieuwing ervan. “Zo hebben we 4.000 euro aan subsidie misgelopen, dat is niet eerlijk.” Het gaat in totaal om ruim 500 m² asbestdaken, een kost van 25 à 30.000 euro. “Ja, we zijn boeren in bijberoep, maar gaat het in dat asbestkader niet over een verplichting in het kader van de volksgezondheid? Ik sta daar voor alle duidelijkheid voor de volle 100% achter, maar waarom moet dat via het VLIF gebeuren? Men heeft niet stilgestaan bij de gevolgen door dat zo te gaan regelen.

Stel dat ik een buur-boer heb met evenveel ha en runderen, maar wel in hoofdberoep, dan zou die wel op VLIF-steun rekenen. We bepalen toch zelf hoeveel we werken en hoe we dat regelen? Daarbovenop: wat die vernieuwing van daken betreft, we hebben een geldige bouwvergunning, we hebben niets verkeerd gedaan en het wordt opgelegd door de overheid. Maar nogmaals, het is goed voor de volksgezondheid dat daken asbestveiliger worden gemaakt”, vindt hij.

”Landbouwers in bijberoep die niet aan de VLIF-voorwaarden voldoen, worden in hun investeringen afgeremd. Is dat dan zo’n goede zaak? Ik heb ook een bindstal, die ik zou kunnen vervangen, of ik zou een nieuwe, milieuvriendelijkere tractor kunnen kopen, maar zonder extra steun ligt dat niet voor de hand. Ik heb soms de indruk dat we als (kleine) boer een échte vakbond missen.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Landsbond Pluimvee vecht ministerieel besluit over kalkoenen aan

Pluimvee De Landsbond Pluimvee, de sectororganisatie voor pluimveehouders, heeft na overleg met de Vlaamse kalkoenenhouders, een verzoekschrift neergelegd bij de Raad van State tot vernietiging van het ministerieel besluit van 22 december 2023 van de Vlaamse regering tot vaststelling van de minimumvoorschriften voor de bescherming van kalkoenen.
Meer artikelen bekijken