Startpagina Actueel

Betty Eeckhaut (Milcobel): ‘Tussen onze koeien voel ik mij heel erg gelukkig’

Landbouwersvrouwen verdienen elke dag van het jaar een Ladies’ Day, maar dat beursorganisator Agribex hun een hart onder de riem steekt, getuigt van respect én waardering. “Dat missen we wel in onze maatschappij. Door de hele klimaatdiscussie zijn boeren plots de grote boeman geworden. Het is net anders: wij zorgen hier lokaal voor het meest veilige en het lekkerste voedsel ter wereld.” Landbouwleven sprak met Betty Eeckhaut, nu bijna anderhalf jaar voorzitter van de raad van bestuur van onze grootste zuivelcoöperatie Milcobel.

Leestijd : 6 min

In Maarkedal, een van de vele parels van de Vlaamse Ardennen, legt de laaghangende bewolking een deken van mist over de herfstige velden. Het weer typeert de staat van onzekerheid en onduidelijkheid waarin onze land- en tuinbouw in Vlaanderen zich bevindt.

Uitdagingen van sector

Het is vandaag een hele uitdaging om als land- en tuinbouwer te werken. De regelgeving zorgt voor heel wat onzekerheid en bemoeilijkt innovatie en groei. Daarnaast zorgt de inflatie voor alsmaar stijgende grondstoffenprijzen. Boeren ijveren voor meer respect en erkenning en een correcte prijs voor hun producten.

Betty Eeckhaut is één van hen. Zij volgt aandachtig op hoe het verder zal gaan. De gastvrije landbouwersvrouw groeide met haar 2 zussen en broer in de buurt van Oudenaarde op in een gezin met een gemengde activiteit, met akkerbouw en melkvee.

Geven en nemen

“Ik had van kindsbeen af interesse voor melkvee. Tussen de koeien voel ik mij heel erg gelukkig. Ik herinner me nog levendig hoe ik als kind hielp om de koeien naar de weides te brengen, of om ze ‘s avonds weer naar huis te begeleiden. Dat zalige gevoel vergeet ik nooit meer. Ik stel me dat misschien wat romantisch voor, maar dat draag je een heel leven mee.”

Betty Eeckhaut heeft het dan concreet over die onlosmakelijke en sterke band tussen landbouw en natuur. “Wat je geeft, krijg je terug. Een koe krijgt een kalfje, je geeft het eten en liefde, en je krijgt er melk voor terug. Dat voel je, dat weet je. Je merkt het ook als je met de ploeg gaat rijden. De meeuwen die plots overal opduiken. Dat is prachtig en met niets anders te vergelijken”, vertelt Betty.

Ze wilde zo graag boeren, liefst met melkvee. Op haar 21ste was Betty al zelfstandig landbouwer. In 1998 namen Betty en haar echtgenoot Lieven Polet een vreemd melkveebedrijf over. “Ik wilde een inkomen uit de landbouw genereren en ik wilde koeien gaan melken.”

Melk- én vleesvee

Zeven jaar later verhuisde het koppel naar het ouderlijk vleesveebedrijf van manlief Lieven in Maarkedal, waar het koppel vandaag woont met hun 2 dochters. “In de nieuwe melkveestal kwamen de melkkoeien van het andere bedrijf over. Mijn man staat vooral in voor het vleesvee en de akkerbouw, ik meer voor het melkvee, maar we vullen elkaar perfect aan en springen bij waar nodig. Zo kunnen we hier een inkomen voor het volledige gezin uit halen. Door andere activiteiten – onder meer het voorzitterschap van de raad van bestuur van Milcobel, dat ook veel tijd vraagt – hebben we nu een deeltijdse kracht in dienst, die bijvoorbeeld eens melkbeurten overneemt.”

Op het gemengd landbouwbedrijf zijn vandaag 235 runderen: enkele tientallen stuks vleesvee (witblauw ras), een 95-tal melkkoeien en daarnaast nog bijhorend jongvee. “Het vleesvee werd in de loop der jaren afgebouwd. Het is met onder meer de uitfasering van de zoogkoeienpremie afwachten wat onze toekomst brengt. Groeien in melkvee is hier uitgesloten, eventueel kunnen we wel nog vleesvee omzetten in melkvee. Maar onze stal zit vandaag vol.”

Gemiddeld wordt, uiteraard aan Milcobel, 9.500 l geleverd, met mooie gehaltes: 4,7% vet en 3,7% eiwit. “Het hoge vetgehalte komt nu onder meer door het groot aandeel van voederbieten in het rantsoen. In de winter wordt dan weer meer perspulp toegevoegd, zodat het afgeleverd product dan weer minder melk- maar meer vetgestuurd zal zijn. Zo gaat het op en af, het ene regelt het andere bij”, duidt Betty. Er wordt ‘s morgens en ‘s avonds een uur gemolken in een 2x10 zij-aan-zij-installatie.

Teelten akkerbouw

In het teeltplan van de akkerbouw zitten uiteraard de ruwvoeders, aangevuld met suikerbieten, aardappelen en wat grove groenten (bonen en erwten voor de diepvriesindustrie). “We zijn een grensoverschrijdend landbouwbedrijf, met activiteiten in Vlaanderen én in Wallonië. Andere regelgeving, ja. We zijn daarin gegroeid en dat biedt geen obstakels in onze dagelijkse bedrijfsvoering. Groeien kan in de akkerbouw, als de opportuniteit zich aandient, maar dat is niet eenvoudig met de huidige (pacht)prijzen.”

Groeien, investeren: de woorden zijn al enkele keren gevallen. “We hebben in de voorbije jaren onder meer geïnvesteerd in zonnepanelen. We denken ook aan nieuwe watervoorziening voor onze runderen. Stadswater is kwalitatief beter gebleken dan het verwerkte regenwater, maar we zouden in de toekomst meer met aangepast oppervlaktewater willen werken.” En er zijn nog andere plannen, zoals de vervanging van de wat verouderde jongveestal.

Deze plannen worden vandaag gedwarsboomd door onder meer de onbeslistheid in het hele PAS-dossier, net zoals voor vele andere land- en tuinbouwers in Vlaanderen. “We lopen inderdaad op ons ongemak. Onze economische sector wordt door deze besluiteloosheid sterk gehinderd. Er is die knagende onzekerheid voor de middellange en lange termijn. Dat vreet aan ons. Ja, we willen investeren. Ja, we hebben plannen. Ja, we zijn ondernemend, maar zo lang we geen duidelijk zicht hebben op wat we in de toekomst kunnen doen, staat alles on hold. Ondertussen blijven bijvoorbeeld de grondstoffenprijzen stijgen. Je wil iets doen aan de rentabiliteit op je bedrijf om dat geslagen gat dicht te rijden, maar je krijgt zelfs de kans niet om dat te doen.”

Draagvlak maatschappij

Dat wringt, ook bij Betty. Ze voelt zich immers evenveel ondernemer dan haar mannelijke collega’s. “Als vrouw komt er echter nog meer bij kijken. Meestal zijn vrouwen ook verant-woordelijk voor het administratieve werk én nemen ze ook de meeste huishoudelijke taken voor hun rekening.”

Daarbovenop ervaart Betty dat de landbouw een steeds minder positief draagvlak in de maatschappij heeft. “Je voelt je minder gedragen, onder meer door de klimaatdiscussie. Landbouwers zijn plots de grote boeman. Dat voel ik ook bij mijn kinderen: vroeger waren ze trots om vriendinnetjes en vrienden hier op het bedrijf uit te nodigen, nu zijn ze eerder terughoudend. Ik vind dat onterecht.”

“Men kijkt soms neer op wat je doet in plaats van interesse te tonen en de mooie boerenstiel proberen te begrijpen. En dat is zeker als vrouw moeilijk om dragen. Vrouwen vertolken vaak een ambassadeursrol in de landbouw, dat zouden nog meer mannen moeten gaan doen. Men zou meer trots moeten zijn op wat we doen, vertellen wat we doen en hoe hard we werken. Men zou de maatschappij ervan moeten overtuigen dat we niet de boeman zijn, integendeel. Hier in Vlaanderen wordt lokaal het meest veilige en het lekkerste voedsel geproduceerd. Even kwam dat goed gevoel, die lokale interesse, door corona terug, maar dat is niet blijven duren.”

Licht aan einde van tunnel

Ondanks de ‘mist’ en de vele onzekerheden blijft Betty Eeckhaut geloven, net zoals bij Milcobel, in het licht aan het einde van de tunnel. “Het zijn enkele belangrijke aandachtspunten waar ik zal blijven op hameren: een correcte verloning voor onze topproducten, een positiever draagvlak in de maatschappij én een wetgevend kader dat toelaat om met opgeheven hoofd naar de toekomst te kunnen kijken.”

Dat ze terecht trots is op wat ze doet, blijkt bij de rondgang op het bedrijf voor het nemen van enkele foto’s. In alles wat ze onderneemt blijft Betty bescheiden en nuchter. De manier waarop ze in de voedergang loopt en haar runderen bekijkt, zegt alles: de grote liefde die ze heeft oor de stiel.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Milde melkaanvoer in Europa

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
Meer artikelen bekijken