Startpagina Maïs

Mexicaanse wondermaïs of biopiraterij?

Het magazine EOS brengt deze maand een uniek verhaal uit het Mexicaanse bergdorp Totontepec. Daar zou een maïssoort groeien die stikstof uit de lucht kan capteren. Een oplossing voor de stikstofcrisis voor wetenschappers, boerenorganisaties vinden het biopiraterij.

Leestijd : 2 min

Op 1.850 m hoogte bevindt zich het kleine dorpje Totontepec. Van alle maïssoorten die Mexico rijk is, groeit er hier één die iets meer bijzonder is dan de andere. De landbouwers daar noemen het Sierra Mixe maïs, een soort die zichzelf kan bemesten door stikstof direct uit de lucht op te nemen. Kunstmest is volgens landbouwer Cortez Viliegas niet nodig. De planten zelf vallen ook op door hun hoogte. In 1979 bezocht de Amerikaanse bioloog Thomas Boone Hallberg het bergdorpje en verbaasde zich over de 5 meter hoge planten.

Enkel succes in Totontepec

Die maïs blijkt het tot nu enkel goed te doen in het bergdorpje, en zijn er wel wat nadelen aan verbonden. “Haal de planten uit hun omgeving en ze verkommeren. Bovendien leveren de meeste stengels niet meer dan één kolf. Op de lagergelegen milpa’s verbouwen de boeren van Totontepec andere soorten, die geen acht maar slechts drie maanden nodig hebben tussen zaaien en oogsten”, wordt verteld.

Toch interesse gewekt

Toch lijkt de maïssoort belangrijk genoeg voor bedrijven om het verder te onderzoeken. De leiders van het dorp kregen ondertussen al 100.000 dollar van het Amerikaanse bedrijf Mars, de University of California in Davis en de University of Wisconsin om de Sierra Mixe-maïs te onderzoeken en te gebruiken om nieuwe, commerciële maïssoorten te ontwikkelen.

Zo konden ze alvast concluderen dat de maissoort 29 tot 82% van de benodigde maïs uit de lucht haalt. Dat zou mogelijk zijn doordat de plant in de maanden voor de oogst een dikke transparante slijmlaag produceert, en dat op speciale luchtwortels op de stengels van de maïs. Opmerkelijk is dat de genetische oervader teosinte ook slijmlaag produceert met een microbiële gemeenschap. Doorheen de jaren is die eigenschap verdwenen of uitveredeld. EOS communiceert dat een deze eigenschap in een commerciële maïssoort honderden miljoenen dollars kan opleveren.

Protest

Echter, uit verschillende hoeken klinkt protest. De inheemse boerenorganisatie Unosjo vindt het “regelrechte biopiraterij”: er kan niet zomaar een patent aangevraagd worden op de genetische informatie van een plant als die door een inheemse bevolkingsgroep is gedomesticeerd. “Zaad moet vrij zijn en daarom willen wij het uit de handen van de multinationale zaadbedrijven houden”, geeft Aldo Gonzalez Rojas, woordvoerder van Unosjo, mee.

Samen met een andere organisaties boodt Unosjo het zaad wel aan Via Campesina aan, een wereldwijde organisatie van kleine boeren. Zij kunnen en mogen experimenteren met het zaad. Momenteel heerst er wat onvrede tussen het bedrijf Mars en de universiteiten en bijvoorbeeld de boerenorganisaties.

Lees het volledige verhaal op de site van EOS.

Marlies Vleugels

Lees ook in Maïs

Meer artikelen bekijken