Startpagina Akkerbouw

Het stikstofdebat: Zoeken naar werkbare oplossing waaruit niét blijkt dat industrie alles mag en landbouw niets

De Vlaamse regering heeft eind verleden jaar geen overeenstemming bereikt over een definitief stikstofkader. “ De doelstelling en het traject tegen 2030 zijn heel duidelijk, maar we moeten tot een werkbare oplossing komen die de landbouw en de industrie leefbaar houdt. Géén akkoord waarin de industrie alles mag en de landbouw niets”, aldus Vlaams minister Hilde Crevits.

Leestijd : 4 min

In de laatste zitting eind verleden jaar van de commissie Landbouw gooide Vlaams parlementslid Stefaan Sintobin (Vlaams Belang) nog eens het uitblijven van een definitief stikstofkader in de groep en de verdeeldheid daarover binnen de Vlaamse regering.

“De landbouwsector kan het voortdurend uitstel van een definitieve beslissing door het intern ‘geruzie’ in de regering missen als kiespijn”, zegt Stefaan Sintobin.

Menswaardige oplossing

Het dossier is inderdaad heel complex. Dat heeft niet zozeer te maken met het bereiken van de doelstelling zelf, maar wel met de middelen om die te bereiken en met het voorzien van voldoende flankerende maatregelen en begeleiding voor al wie getroffen wordt.

“Ik heb de voorbije weken een indrukwekkende delegatie van boeren ontvangen, onder meer kippen- en varkenshouders. Dat zijn heel indrukwekkende gesprekken die zeker blijven hangen. Met mensen spreken en luisteren naar hun bezorgdheden laat niemand onberoerd, en al zeker mij niet. Het sterkt me ook in de overtuiging dat we voor hen tot een menswaardige oplossing moeten komen. Er is een eensgezinde wil om tot een akkoord te komen, maar we zijn er nog niet”, aldus Vlaams minister Hilde Crevits.

Effecten van beslissingen

“Ik wil in detail weten wat de effecten van onze beslissingen zijn en vooral wat de positieve impact is voor de stikstofdepositie in Vlaanderen. Dat is ook het uitgangsdossier van dit dossier: we moeten ervoor zorgen dat de kwetsbare natuur beter wordt beschermd. De stikstofuitstoot in Vlaanderen moét omlaag. Er moet een vergunningenbeleid zijn dat rechtszekerheid biedt aan de diverse economische sectoren. Dat is de industrie, maar ook de landbouw. Die 2 moet je met elkaar verzoenen”, gaat minister Hilde Crevits voort.

Volgens minister Hilde Crevits zal de landbouwsector een “aanzienlijke inspanning” moeten leveren. “Dat betekent dat er een combinatie van maatregelen moet komen die enerzijds inzetten op technologische innovatie en anderzijds leiden tot het beheersen van de veestapel in alle opzichten. Voor mij is de vermindering van het aantal dieren géén doel op zich.”

De Vlaamse regering zoekt naar individuele ontwikkelingskansen voor bedrijven die bijvoorbeeld een minder grote impact hebben op een stikstofgevoelige habitat. “Een one-size-fits-allbeleid zal de problemen voor een stuk oplossen, maar niet voor alle zones in Vlaanderen.”

Verder hamert minister Crevits op de nodige ondersteuning en flankering. “Als je vraagt aan bedrijven om te stoppen, moet je zorgen dat daar budgetten tegenover staan. Ik vind het ook belangrijk dat het correcte budgetten zijn. Er zijn al sinds 10 jaar een aantal rode bedrijven in Vlaanderen. Er is vandaag nog maar een oplossing gevonden voor 12 rode bedrijven. Hoe komt het dat we niet al die zaken hebben opgelost? Misschien zit er ook een foutje in de manier waarop we met mensen in dergelijke situatie omgaan?”, vraagt minister Crevits zich luidop af.

Met die miljarden die Nederland voorziet, wordt in Vlaanderen een soort verwachtingspatroon gecreëerd. “We zullen niets kopiëren, maar we moeten ervoor zorgen dat er budgetten tegenover de inspanningen staan en ook dat er voldoende perspectief is en blijft voor individuele bedrijven. We hebben gelukkig in Vlaanderen voorlopig nog duizenden enthousiaste, ook jonge mensen die een toekomst zien in de landbouw.”

Toekomst van de veestapel

Dat er in de schoot van de Vlaamse regering heel wat discussiepunten zijn, ontkent minister Hilde Crevits niet. “We moeten onder meer ook rekening houden met de cumulatieve effecten voor de boeren, omdat er meer landbouwbedrijven zijn. Er is voor mij geen heilig huisje in dit dossier. De uitstoot moet omlaag.

Ook de veestapel is voor mij géén heilig huisje. Sowieso zal de uitkomst van sommige maatregelen zijn dat er minder dieren zijn, maar dat is voor mij niét het uitgangspunt. Dat is het gevolg van de beleidskeuzes die je maakt en waarmee je zeker bent dat de uitstoot ook naar beneden gaat. Ik heb het al enkele keren gezegd: wat dat betreft is er voor mij geen limiet. Je moet niet denken dat de eis van mij is dat er een ongebreidelde groei van het aantal dieren moet zijn. Dat vraag ik absoluut niet.

Ik heb geen heilig huisje, maar ik wil ook dat de maatregelen die we nemen, effect hebben en dat we weten dat we op die manier vooruit kunnen Het kan nooit de bedoeling zijn dat we nu plots van dag tot dag inbreken in bestaande bedrijfssituaties en dat we mensen die in de toekomst hebben geïnvesteerd, zouden dwingen om nu plots alles on hold te zetten zonder dat we ze correct vergoeden. Je moet echt correct zijn in wat je doet”, besluit minister Crevits.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken