Startpagina Akkerbouw

Toenemende aandacht voor mechanische onkruidbestrijding

Nu de eindejaarsperiode voorbij is en het rustiger is op het veld, biedt deze winterperiode een goede gelegenheid om na te denken over zijn toekomstige bedrijfsvoering. Denk zo ook eens aan mechanische onkruidbestrijding.

Leestijd : 8 min

Dit thema wint enorm aan belang. Dat onderstreepte ook Lieven Delanote, adviseur biologische landbouw bij Inagro. Hij becommentarieerde tijdens het afgelopen najaar nog de demonstratie mechanische onkruidbestrijding op de Werktuigendagen in Oudenaarde. Vanuit zijn beroep heeft hij veel ervaring met mechanische onkruidbestrijding en deelt deze ook graag.

Het thema kent een toenemende interesse, volgens Lieven Delanote komt dat enerzijds door de verhoogde vraag naar producten van biologische landbouw, maar ook in de gangbare landbouw neemt de interesse toe. Herbiciden staan onder druk en hebben hun beperkingen, waardoor mechanische bestrijding een aanvulling kan zijn. Ook de Green Deal stuurt aan op meer mechanische onkruidbestrijding.

Tijdens de Werktuigendagen eind september in Oudenaarde waren er een tiental deelnemers voor de demonstratie. Volgens Lieven Delanote gaven de aanwezige machines een mooi beeld van wat mechanische onkruidbestrijding vandaag kan zijn.

Ontwikkeling aan de gang

Hij wijst op de enorme ontwikkeling die op machinevlak aan de gang is. De basis blijft, maar technologie ontwikkelt zich verder en hogere precisie en schaalgrootte zijn mogelijk. Kortom mechanische onkruidbestrijding biedt vandaag een behoorlijk efficiëntie.

Een nieuwe ontwikkeling is dat loonwerkers inzetten op deze activiteit en dat ze er vakmanschap in ontwikkelen. Goede afspraken zijn ook hier nodig, bemerkt Lieven Delanote.

Lieven Delanote, adviseur biologische landbouw bij Inagro, was de ideale man om de machinedemonstratie toe te  lichten.
Lieven Delanote, adviseur biologische landbouw bij Inagro, was de ideale man om de machinedemonstratie toe te lichten. - Foto: TD

Om de demonstratie eind september te kunnen laten plaatsvinden hadden de organisatoren van de Werktuigendagen maïs uitgezaaid op 1 september in een graanstoppel. Op 6 september werd eenmaal in vooropkomst met een wiedeg gepasseerd. Tijdens de demo meende de organisatie een mooi praktijkrelevant perceel aan te bieden aan bezoekers om machines te demonstreren.

Bij de demo waren de machines verdeeld in 3 technieken: wiedeggen, rotatieve of lepelwieders en schoffelmachines. “Op zich zijn dit 3 complementaire technieken waarbij de ene de andere niet vervangt. Een goede combinatie van verschillende technieken leidt tot een goed resultaat”, aldus Lieven Delanote.

Precisiewiedeg

De precisiewiedeg is de basis voor boeren die volledig mechanisch werken. Het advies van Lieven Delanote luidt om zoveel mogelijk met de wiedeg te werken. Gaat het niet meer, kuis dan (tussentijds) op met de schoffelmachine.

De wiedeg werkt vollevelds, rijonafhankelijk , universeel over verschillende rijafstanden, plant- of zaaibreedtes. De machine is dus voor verschillende teelten inzetbaar. Sommige gewassen zoals granen en erwten bieden de mogelijkheid om ermee ook diagonaal over het veld te rijden. In de akkerbouw komen we de machine tegen in granen, maïs, aardappelen, bieten. In de groenteteelt kan dit zowel in geplante gewassen zijn zoals kolen, selder, prei; maar ook in gezaaide teelten zoals bonen, uien en spinazie.

In welk gewas ook, de essentie moet volgens Lieven Delanote steeds zijn om op klein onkruid te rijden. Dit laat zich makkelijker los werken en met een beetje wind droogt het uit. Is het onkruid in het 2- of 3-bladstadium, dan is het al moeilijker om te bestrijden.

Met de wiedeg beginnen we in zaaigewassen te rijden in vooropkomst, bij plantgewassen 7 à 10 dagen na het planten om klein onkruid in de rij al los te krabben. Klein onkruid betekent een hogere frequentie aanhouden. Liefst wekelijks, regent het eens, dan kan het nog mogelijk zijn om na 14 dagen alsnog te behandelen.

Het principe van een precisiewiedeg is gebaseerd op veertanden die scharnierend aan een frame hangen en die enkel een rechte baan volgen, niet links/rechts bewegend. Elke tand wordt bediend door een veer, zodat er een constante druk op de tanden is. Die constante druk zorgt toch in kleine gewassen voor nauwkeurig werk. Omwille van dit principe onderscheidt de nieuwe wiedeg zich van de oude. De wiedeg behoeft niet noodzakelijk gps-besturing.

Een precisiewiedeg is de basismachine om onkruid mechnanisch te bestrijden.
Een precisiewiedeg is de basismachine om onkruid mechnanisch te bestrijden. - Foto: TD

Oude techniek in nieuw jasje

Op de demo in Oudenaarde was Treffler één van de eerste fabrikanten die ging demonstreren. Zij hebben de klassieke wiedeg 15 jaar terug in een nieuw jasje gestoken en samen met landbouwers hun ervaringen steeds aangepast. Elke tand wordt aangetrokken door een veer. Iedere veer staat in verbinding met een as vooraan de machine. De as wordt aangedraaid om de veerdruk te beïnvloeden. Er kan van heel zachtjes tot heel agressief gewerkt worden. De getoonde machine heeft 36 tanden per m, dus elke 2,8 cm gaat er een tand door de grond. Tanden zijn er in verschillende types/hoeken, afhankelijk van de teelt/doel, levensduur. Een doorontwikkeling is de toevoeging van kleine schoffelmesjes op de egtanden, waardoor de wiedeg als schoffel kan dienen. Dan wordt gps-besturing wel belangrijker.

De gedemonstreerde VS600 wiedeg van fabrikant APV werkt volgens hetzelfde principe als voorgaande wiedeg, maar is op een andere manier uitgewerkt. Kenmerkend voor APV is dat ze werken met een dubbel frame. Deze constructie geeft stevigheid, ook bij grotere werkbreedtes, en vermijdt dat de machine gaat doorhangen, bijvoorbeeld bij het draaien op de kopakker. De fabrikant stelt dat de veerdruk makkelijker kan variëren door het dubbel frame. APV kiest voor drukveren in plaats van trekveren. Volgens de visie van de fabrikant is door de veer op de tand te laten drukken bij een tand in rust, de veer in rust, waardoor de levensduur verlengd kan worden. De tanden kunnen door de veren in het frame getrokken worden, zodat er een smallere trans-portbreedte is. De gedemonstreerde machine van APV heeft 31 tanden per lopende m. Doordat de veerdruk van bovenuit komt, is er meer bodemvrijheid onder de machine.

Lepelwieder

Na de wiedeggen belandde de demonstratie bij een andere categorie machines, namelijk de lepelwieders of rotatieve wieders. De naam is zo gekozen omdat de constructie de vorm van een lepel op een schijf heeft. Deze lepel prikt door de grond en gaat op die manier een korst openbreken en verslempte grond beluchten. Het neveneffect van de machine is dat ze ook onkruid wiedt, terwijl het van oorsprong een korstenbreker is. Ten opzichte van de wiedeg is het een echte capaciteitsmachine, omdat er snel gereden kan worden. Hoe sneller gereden wordt, hoe efficiënter, geeft Lieven Delanote aan. 15 km/u is volgens hem een mooi werkritme.

De eerste gedemonstreerde lepelwieder was de Spike van fabrikant Ecoweeding. Deze heeft een massief wiel met daaraan 15 lepels gelast. Het geheel heeft een diameter van 40 cm. Twee wielen zijn pendelend met elkaar verbonden en opgehangen aan een veerbelaste draagarm. De afstand tussen 2 wielen onderling bedraagt 10 cm.

De rotatieve of lepelwieder bestrijdt niet alleen het onkruid, maar verlucht ook de bodem.
De rotatieve of lepelwieder bestrijdt niet alleen het onkruid, maar verlucht ook de bodem. - Foto: TD

De lepelwieder is inzetbaar in vele gewassen: granen, maïs, bieten, bonen. In combinatie met gps-sturing kunnen er wielen uit het werk worden genomen waar hij een gewasrij passeert.

Van fabrikant Carré werd de Rotanet lepelwieder gedemonstreerd. Ook deze Yetter-wielen hebben een grote diameter om vlot, storingsvrij te kunnen werken, ook als er nog wat organisch materiaal aan de oppervlakte ligt. De onderlinge afstand tussen de wielen is 8 cm. Ieder wiel is individueel opgehangen, waardoor heel makkelijk elementen uit het werk te nemen zijn. Dit kan bijvoorbeeld boven de gewasrij.

Hydraulische cilinders zetten een druk tot 27 kg per wiel. Zo zijn ook zware of sterk verdichte bodems losbreekbaar/beluchtbaar. Eén sectie bestaat uit 6 wielen voor een goede bodemvolging.

Lieven Delanote bemerkt dat wanneer het puur over mechanisch wieden gaat, de voorkeur uitgaat naar de wiedeg. Heb je zware, gecompacteerde gronden, dan is de lepelwieder absoluut een aanvulling.

Schoffelmachine

Na de wiedeg en de lepelwieder was de demonstratie aanbeland bij een derde type machine, namelijk de schoffel. Lieven Delanote noemt de schoffelmachine een ‘bouwdoos’ waarbij veel varianten zijn. Diverse attributen kunnen opgebouwd worden en verschillende werkbreedtes/rijafstanden zijn mogelijk. Iedere fabrikant heeft zijn eigenheid. Van dit type machines waren de meeste fabrikanten aanwezig om te demonstreren in Oudenaarde.

De eerste schoffelmachine die aan de slag ging, was de Metis van Agrivaux. Door middel van een camera die op basis van kleurherkenning werkt, kan de bestuurder bijgestaan worden tijdens het schoffelwerk. Bijkomend kan nog een beroep gedaan worden op ultrasoonsensoren. De chauffeur kan ook manueel via een joystick de machine gaan bijsturen die hiervoor vooraan de constructie over een sideshift beschikt. Na de vlakke schoffelmessen volgen vingerwieders om het onkruid in de rij aan te pakken en enkele veertanden tussen de rijen.

De parallellogrammen zijn over de volledige breedte van de machine verstelbaar, ongeachte de rijafstand. Deze machine is volledig Canbus-gestuurd, en de fabrikant kan op afstand bijsturen indien gewenst.

New Holland nam in 2016 Kongskilde over. Hiervan werd de SRC 8-75 gedemonstreerd. De machine die in Oudenaarde te zien was, is een eenvoudige basisuitvoering, omdat de fabrikant bezig is aan een doorontwikkeling met camerabesturing en optionele sectiecontrole.

De machine bestond uit triltandschoffels en beschermschijven voor de jonge maïsplanten. Die kunnen wel eens nodig zijn om te verhinderen dat de schoffelmessen die aan triltanden zijn opgehangen zich ongewenst zijdelings verplaatsen en zo grondkluiten op het jonge gewas werpen. Bij jonge maïsplanten is dit misschien minder erg dan bij kleine bietenplanten. Een nieuwe, doorontwikkelde versie zou in 2022 voorgesteld worden.

De gedemonstreerde Garford-schoffel wordt bijgestaan met een camera die werkt op basis van kleurherkenning. Een vierrijige machine werd gedemonstreerd die een lange bouwwijze kent, omdat de camera achter de tractor gemonteerd staat. Deze heeft ruimte nodig om het gewas te scannen. Vanaf zesrijige machines kan een ander constructieprincipe worden toegepast, waarbij de camera’s naast de tractor staan opgesteld en de machine dus minder lang is.

De Garford heeft een side shift vooraan en stabilisatieschijven lopen in de grond. Dit biedt stabiliteit bij stuurbewegingen en nauwkeurigheid bij hoge snelheden.

Oude techniek in nieuw jasje

Schmotzer is enkele jaren terug overgenomen door Amazone. Oude oerdegelijke schoffeltechniek is in een nieuw jasje zo terug in Vlaanderen geraakt. Schmotzer werkt samen met Claas voor camerabesturing met keuze tussen 2D- of 3D-techniek. De stuurcilinder werkt proportioneel in functie van de rijsnelheid en afwijking die gecorrigeerd moet worden. De parallellogrammen bieden een hoge bodemvrijheid, prima dus voor in hogere maïs. Sectiecontrole is mogelijk manueel bediend of gps-gestuurd. De gedemonstreerde machine had veertanden met een vast schoffelmes. Bij slijtage kan enkel het mesje vervangen worden door de snelwissel. Na de schoffelmessen stonden de vingerwieders op aparte elementen voor onafhankelijk werken en perfecte bodemvolging. De volledige machine is Isobus-gestuurd om goed te communiceren met de tractor.

Schoffels zijn er van diverse fabrikanten en volgens een uitgebreide configuratie  beschikbaar.
Schoffels zijn er van diverse fabrikanten en volgens een uitgebreide configuratie beschikbaar. - Foto: TD

Lemken nam in 2018 de Nederlandse schoffelspecialist Steketee over. Op de Werktuigendagen demonstreerden zij met een vrije standaarduitvoering die verder naar klantwens is samen te stellen. Deze schoffel heeft een opener frame, zodat de camera een beter zicht heeft. De schoffelmessen die aan een parallellogram zijn opgehangen en tussen de rij werken, zijn afzonderlijk van de vingerwieders opgehangen aan het hoofdframe. Zo zijn meerdere afstelmogelijkheden realiseerbaar.

Van Trefler werd er niet alleen een wiedeg gedemonstreerd, maar ook de TF-schoffelmachine. Eigenlijk is dit in de basis een stoppelcultivator om ondiep te schoffelen of te cultiveren in het voorjaar om percelen zwart te maken of houden. De machine kan vollevelds of volgens een rijenafstelling werken. De schoffels staan op een gebogen starre tand die weinig beweegt. De schoffelmessen zijn 16 of 20 cm breed. Een grotere breedte geeft meer overlap.

Naast de lepelwieder van Carré werd er ook een schoffel gedemonstreerd en nog wel eentje volgens een uitvoering om gras onder te zaaien in maïs. Kenmerkend voor Carré is de zware, stevige uitvoering, waardoor een flinkere trekker nodig is. 2D- of 3D-cameratechniek van Claas kan de bestuurder helpen bij het werk. Na de triltandschoffel is er een verdeelmond die graszaad dat pneumatisch wordt aangevoerd, verdeelt in de rijen tussen de maïs. Een triltand harkt dit graszaad in de grond en loopwielen drukken het aan. Sectiecontrole is mogelijk op de machine.

Tim Decoster

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken