Startpagina Akkerbouw

Duurzaamheid door perceelsgebonden landbouw

Langjarige veldproeven door de UGent en HoGent in proefstation Bottelare tonen aan dat met ‘perceelsgebonden landbouw’ de grootste winst op gebied van duurzaamheid behaald kan worden.

Leestijd : 4 min

Gedurende 10 jaar zijn in het proefstation Bottelare (Oost-Vlaanderen) een reeks bodembewerkingsmethoden en gewasrotatiesystemen opgevolgd die overeen komen met verschillende perceelsituaties. De doelstelling van deze proeven was om op middellange termijn de meest duurzame methodes te identificeren aan de hand van duurzaamheidsindicatoren. Daaronder bijvoorbeeld bodemvruchtbaarheid, de bestendigheid van gewassen tegen omgevingsstress (zoals extreme droogte of neerslag), opbrengst en eventuele besparingen die bepaalde technieken met zich meebrengen.

In de proef is gekeken naar monocultuur, gewasrotatie met verschillende gewassen of groenbedekkers, bodembewerkingsmethoden (ploegen versus niet ploegen) en variërende bemestingsniveau’s.

Prof. Geert Haesaert van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen vat samen: “De meest duurzame methode van landbouw is deze die rekening houdt met alle perceelsgebonden factoren zijnde bodem-klimatologische omstandigheden, gewasspecifieke teelteisen en een op maat toegediende input van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen.”

Geen ‘one size fits all’

“Duurzaamheidsmaatregelen kunnen niet veralgemeend worden”, vertelt Prof. Haesaert. “Zo hebben we vastgesteld dat geen bodembewerking in een gematigd vochtige regio als België geen goede optie is voor de teelt van snijmaïs aangezien dit leidt tot aanzienlijk verminderde en minder stabiele opbrengsten. Maar beperkte niet-kerende bodembewerking gaf even goede resultaten als ploegen.”

Verminderde opbrengst zonder bodembewerking wordt voornamelijk toegeschreven aan bodemverdichting, die aanzienlijk hoger is in vergelijking met ploegen of een niet-kerende bodembewerking. De bodemverdichting maakt een veld zonder bodembewerking veel kwetsbaarder voor ongunstige weersomstandigheden, zoals hevige regenval na het zaaien, en deze negatieve effecten kunnen niet worden gecompenseerd door de iets hogere hoeveelheden organische koolstof in de bodem. Uiteraard kan in bepaalde regio’s met gevaar op sterke bodemerosie het niet bewerken van de bodem de beste oplossing zijn; dit wordt juist bedoeld met een perceelsgebonden aanpak.

Variatie binnen een perceel

‘Perceelsgebonden landbouw’ betekent ook rekening houden met de variatie die kan optreden binnen een perceel. Zelfs één perceel op dezelfde manier behandelen kan een negatieve invloed op de duurzaamheidswinsten hebben. De hoogste winsten worden behaald indien de variatie binnen het perceel vastgelegd wordt en het management hieraan aangepast wordt (smart farming).

De nieuwe variabele bemestingsmogelijkheden, waarbij de landbouwer nutriënten toedient op basis van plaatselijke verschillen in bodemvruchtbaarheid binnen een perceel, zijn een ander voorbeeld van duurzame praktijken. De huidige beschikbare sensoren en gps-technologie laten dit vandaag reeds toe. We moeten ook af van de starre adviezen die gesteund zijn op metingen voor het groeiseizoen en die dan tijdens het groeiseizoen niet meer aangepast worden; ieder groeiseizoen verloopt anders met bv. een grote invloed op mineralisatieprocessen in de bodem.

Het uitrollen van een dynamische stikstofindex, die parameters zoals het weer bevat, zou een grote verbetering zijn van het stikstofbeleid. Met de juiste apparatuur van vandaag (drones, tractoren uitgerust met sensoren etc.) zijn dan duurzaamheidswinsten mogelijk.

Waarschuwingssysteem

Een ander voorbeeld van gepersonaliseerde landbouw zijn de waarschuwingssystemen voor bepaalde ziektes. Het door de UGent ontwikkeld waarschuwingssysteem voor aarfusarium is hier een goed voorbeeld. Aarfusarurium is een weerkerend probleem, maar komt niet elk jaar voor. Daardoor wordt vaak onnodig met fungiciden gespoten. Het waarschuwingssysteem schat op basis van voorvrucht, gevoeligheid van het ras, uitgevoerde bodembewerkingen en weersomstandigheden de kans in op het optreden van de ziekte en geeft vervolgens een advies aan de teler.

Proeven Bayer ForwardFarm

Perceelsgebonden precisielandbouwtechnieken werden vanuit de proefvelden uitgetest op de aardappelvelden van de Bayer Forward Farm in Huldenberg. “Als we de uitstoot van Hof ten Bosch vergelijken over 3 periodes van 5 jaar waarin telkens aanzienlijke veranderingen van praktijken toegepast werden, zien we een significante verbetering op het gebied van de CO2-voetafdruk, van 75 kg CO2eq/ton aardappelen in 2005-2009, tot 66,3 kg in 2010-2014 en tot slechts 56,8 kg in 2015-2019”, besluit Marc Sneyders, duurzaamheidsmanager van Bayer. “Een daling van de uitstoot van bijna 25% in 15 jaar die vooral te wijten is aan een hogere aardappelopbrengst en een efficiënter gebruik van minerale meststoffen en diesel.”

Maar er werden ook andere klimaatpositieve maatregelen genomen. Door veranderingen in compostgebruik en een aangepaste grondbewerking met minimaal ploegen, werd in dezelfde periode ook het koolstof gehalte in de bodem verhoogd. Wanneer we die CO2 opslag in de bodem mee in rekenschap brengen over de laatste twee periodes, zien we zelfs een negatieve uitstoot van -5,6 en -9,9 kg CO2eq/ton aardappelen. In andere woorden, deze soort landbouw haalt CO2 uit de lucht. Dat wil zeggen dat de Forward Farm reeds een decennium lang klimaatneutrale tot zelfs licht klimaatpositieve aardappelen produceert!

Doorbreken van monocultuur

Naast een pleidooi voor perceelsgebonden landbouw, vindt Prof. Haesaert dat er toch ook een aantal algemene conclusies uit de 10-jarige veldproeven getrokken kunnen worden. Hij verwijst hierbij naar het doorbreken van monocultuur bij maïs. Gewasrotatie geeft een hogere opbrengst en tegelijkertijd wordt er bespaard op stikstof en agrochemie en is er minder opbrengstvariatie. Uit bodemanalyse bleek dat monocultuur van snijmaïs leidt tot een hogere zuurtegraad en een lager gehalte aan organische koolstof in de bodem wat deze teelttechniek gevoeliger maakt voor o.a. lange periodes van droogte. Bovendien heeft het teeltsysteem een grote invloed op microbiële gemeenschappen in de rhizosfeer. De aanwezige bodemorganismen vermeerderen selectief, inclusief bodemgebonden ziekteverwerkers die de opbrengst schaden.

Prof. Haesaert besluit: “De introductie van het perceelsgebonden landbouwconcept zal hulpbronnen besparen, de milieuvervuiling aanzienlijk verminderen en de kosten in de landbouwproductie naar beneden halen terwijl de gewasopbrengst gemaximaliseerd wordt.”

UGent

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken