Startpagina Actueel

Onduidelijkheid over stikstofkader en regelgeving huisvesting legt strop rond hals van konijnensector

Van 26 januari tot en met 2 februari loopt de Week van het Konijn, een initiatief van VLAM en de sector zelf. In dat kader gingen we langs bij de Konijnenslachterij Van Assche in Deinze. “Er moet heel dringend duidelijkheid komen over het nieuwe stikstofkader én de regelgeving rond huisvesting voor voedsters”, zegt zaakvoerder Wouter Van Assche.

Leestijd : 5 min

De Vlaamse konijnensector heeft al betere tijden gekend. Hoewel het product door de consument nog altijd heel erg gesmaakt wordt, is het aantal konijnenhouderijen de voorbije decennia sterk teruggelopen.

Sterk geloof in de toekomst

“Ik geloof er zeker nog in. De vraag naar lokaal gekweekt en verwerkt konijn zal de komende jaren alleen maar stijgen. Maar we moeten er sterk over waken dat de kritische massa behouden blijft”, zegt Wouter Van Assche, zaakvoerder van de Konijnenslachterij Van Assche in Deinze.

Lees: de aanvoer van in Vlaanderen gekweekte konijnen moét voldoende hoog blijven. “Het is vijf voor twaalf. Het is nu de hoogste tijd om beslissingen te nemen, zo niet wordt een coup gepleegd op de Vlaamse konijnenhouderijen.”

Groepshuisvesting voedsters

En dan verwijst Wouter Van Assche onder meer naar 2 heikele dossiers: de groepshuivesting voor voedsters én het uitblijven van de definitieve stikstofregeling, waar de hele veehouderij zit op te wachten.

Er is vooreerst de verplichting om tegen 2025 in groepshuisvesting voor voedsters te voorzien. “Ook op het vlak van dierenwelzijn heeft de Vlaamse konijnensector de voorbije jaren al een hele omschakeling gemaakt, onder meer naar de parkhuisvesting. Jaren geleden werd de beslissing genomen om tegen die datum ook groepshuisvesting voor voedsters te voorzien.”

Ook hier is een beslissing dringend. “Uit alle eerdere rapporten en een onlangs gehouden studie door ILVO is de oplossing niet zo eenvoudig. Voedsters en hun jongen samenbrengen zorgt voor enorm veel agressie tussen soortgenoten, wat letsels kan veroorzaken. Die groepshuisvesting is vandaag niet aantoonbaar bevorderlijk voor het dierenwelzijn.”

Na 33 à 35 dagen in groep

Voedsters en jongen een 20-tal dagen na de worp in groep brengen, is ook nefast voor de gezondheid en de conditie van de dieren. “Het zorgt voor beschadiging en letsels, zowel bij jongen als bij voedsters. Als je voedsters te vroeg bij elkaar zet, boet je aan kwaliteit in: minder gewicht, kortere levensduur. Dat alles is onder meer het gevolg van toegenomen stress bij de voedsters. Wat als een voedster, die gemiddeld 8 jongen opkweekt, hierdoor sterft? De jongen worden dan ook niet gezoogd. Is dat dan positief voor het dierenwelzijn?”

Gedacht wordt om na 33 à 35 dagen de voedsters in de groepshuishouding onder te brengen. “Dat zou het enige haalbare tijdstip zijn. Het is al meermaals wetenschappelijk bewezen dat groepshuisvesting voor de voedsters niet aantoonbaar bevorderlijk is voor het welzijn van de dieren. Dat is een haalbare kaart voor de sector. De beslissing om voedsters in groepshuisvesting onder te brengen is eenmaal genomen én hopelijk komt het ook het maatschappelijk imago van onze sector ten goede. Maar die termijn van ruim 30 dagen is in de hele discussie niét banaal. Integendeel, het is doorslaggevend. Niet het minst voor de rendabiliteit van de konijnenproducent”, aldus Wouter Van Assche.

Investering in de toekomst

Rendabiliteit: het is ook in de Vlaamse konijnenhouderij een belangrijk begrip. En dan gaat het enerzijds over arbeids- en productiekosten maar ook over de opbrengsten. En dan wordt wel eens verwezen naar de contractprijzen, die door konijnenslachterijen worden gehanteerd. Door alle kosten die zo zijn gestegen, stijgen de contractprijzen mee.

“Enerzijds is er de grote druk van buitenaf”, gaat Wouter Van Assche dieper op de discussie in. “Er is de import van konijnenvlees uit Zuid- en Oost-Europa, en diepvrieskonijn vanuit China. Daar zijn niet alleen de productie- en arbeidskost veel lager, maar zijn de regels veel minder streng op onder meer het vlak van dierenwelzijn. Is dat dan te verantwoorden?”

En naast de groepshuivesting voor voedsters is er ten tweede de PAS (Programmatorische Aanpak Stikstof), waar ook de konijnensector heel dringend actie vraagt. “Vele konijnenhouders, zeker jongeren, willen en kunnen investeren, maar het stikstofkader ontbreekt. Schiet de landbouw - en zeker de veehouderij - niet af en geef ons alstublieft duidelijke richtlijnen, zodat we weer vooruit kunnen.”

De Vlaamse konijnensector is door de omschakeling naar ‘parkkonijn’ al enkele jaren de pionier in de wereld op vlak van welzijn. “Ook de volledige regelgeving rond konijnenhouderij is van het hoogste niveau. De veerkracht in zo’n kleine sector is enorm maar door het uitblijven van realistische duidelijke normen gaan al die initiatieven verloren.”

Het zou zonde zijn om dat verloren te laten gaan door de hele discussie rond PAS. Producenten die de omschakeling naar groepshuisvesting willen doen, maar bijvoorbeeld dicht bij een natuurgebied liggen, zitten nu muurvast. Er gebeurt niets, er kan niets en ondertussen tikt de klok verder”, stelt Wouter Van Assche.

Hun aaibaarheidsfactor

De markt staat zeker ook open voor hogere contractprijzen. “Voor een deel sleept de sector dat minder positief imago van vroeger nog mee. Zeker als je met banken gaat praten over uitbreidingen en investeringen. In Nederland zijn er nog meer bedrijven die een goed voorbeeld zijn van sterk ondernemerschap in de sector.

”Dat zien we ook meer en meer in Vlaanderen. De tijd van hobbyboeren is voorbij. Gelukkig zijn konijnenhouders vandaag ook meer ondernemers dan boeren. Toch is er nog een enorm verschil tussen de beste en de minst goede producent, maar de kloof wordt kleiner. Veel konijnenhouders bewijzen ook bij ons in Vlaanderen dat het kan én rendabel kan zijn.”

Toch haakten heel wat konijnenhouders de voorbije decennia af. “Vergeet niet dat een konijn een heel specifiek dier is. Er zijn enkele dierziektes, de hoge normen op het vlak van dierenwelzijn, de kennis die minder beschikbaar is... Konijnen zijn gevoelige dieren en de aaibaarheidsfactor ligt hoog. Dat ligt helemaal anders bij de consument over varrkens en runderen”, zegt Wouter Van Assche.

Dat de Vlaamse konijnenhouderij een nichesector is, begrijpt ook Wouter Van Assche. “We hebben niet de grote lobbygroepen, maar we gaan uit van onze eigen sterkte. We moeten als sector zélf de opportuniteiten grijpen. De koe bij de horens vatten en de weg voor onze producten uitstippelen.”

“Het minste dat je dan als sector kunt verwachten, is dat er toch heel vlug duidelijkheid komt: over bijvoorbeeld dat PAS en over die timing van groepshuisvesting voor voedsters. De markt wil meer lokaal gekweekt konijn, ook wij geloven 100 % in dat lokaal topproduct, dat ook heel gezond is.”

Graag meer chauvinisme

“Geef de sector de kans om te blijven investeren! Of wil men dat we straks bijvoorbeeld nog meer Chinees diepvrieskonijn (ongekende origine, wat met dierenwelzijn- en milieunormen... ?) met containerschepen naar hier wordt verscheept?” Hij roept op - de politiek én de consument - om (nog) meer trots te zijn op ons Belgisch konijn. “Meer chauvinisme helpt ons op vele vlakken verder vooruit.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Landsbond Pluimvee vecht ministerieel besluit over kalkoenen aan

Pluimvee De Landsbond Pluimvee, de sectororganisatie voor pluimveehouders, heeft na overleg met de Vlaamse kalkoenenhouders, een verzoekschrift neergelegd bij de Raad van State tot vernietiging van het ministerieel besluit van 22 december 2023 van de Vlaamse regering tot vaststelling van de minimumvoorschriften voor de bescherming van kalkoenen.
Meer artikelen bekijken