Wateroverlast in Zoutleeuw met 3,5 miljoen euro landbouwschade niet als ramp erkend
De wateroverlast die de Vlaams-Brabantse gemeente Zoutleeuw midden juli vorig jaar te verwerken kreeg, wordt niet erkend als ramp. De beslissing wordt niet herzien, meldt het gemeentebestuur van Zoutleeuw. Bij landbouwers wordt de schade geraamd op 3,5 miljoen euro.
De gemeente zegt de beslissing absoluut niet te begrijpen. Volgens burgemeester Boudewijn Herbots (CD&V) is er geen rekening gehouden met twee bepaalde meetpunten, waar het water in 38 jaar nog nooit zo hoog heeft gestaan. Ook andere kaarten van de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) en cijfers van het KMI tonen dat de wateroverlast bijzonder ernstig was, zegt Herbots.
3,5 miljoen euro schade bij landbouwers
"De teleurstelling na het nieuw overlg is ontstellend groot", vertelt de burgemeester. "De financiële schade van de wateroverlast voor landbouwers wordt geschat op bijna 3,5 miljoen euro. Ook psychologisch is dit erg moeilijk te aanvaarden. Zeker omdat Zoutleeuw op het laagste punt ligt in de regio, in het midden van enkele gemeentes waar de ramp wel erkend wordt." Herbots verwijst naar gemeenten als Tienen, Kortenaken, Sint-Truiden, Landen en Linter, waar het Rampenfonds wel in tussenkomt.
“De wet toegepast”
Het kabinet-Jambon, bevoegd voor het Vlaams Rampenfonds, laat weten dat het gebonden is aan het bestaande decreet. "We zijn niet ongevoelig voor de gebeurtenissen, maar we kunnen niet anders dan de wet toepassen", zegt woordvoerder Olivier Van Raemdonck. "Er zijn dubbelchecks gebeurd bij het VMM en het KMI, die geleid hebben tot deze beslissingen over de gemeente Zoutleeuw. De regelgeving is wat ze is. Maar naar de toekomst toe zijn we zeker bereid om het geheel van mechanismen dat bij rampen in werking treedt, te herbekijken."
