Startpagina Bieten

Aandachtspunten bij rassenkeuze van suikerbieten

Hoe de suikerbietrassen presteerden in de variëteitenproeven in 2021 brachten we reeds. Maar er is meer dan dit om uw rassenkeuze op te baseren.

Leestijd : 7 min

In dit artikel gaan we verder in op de rassenkeuze en legden we enkele vragen voor aan André Wauters en collega’s van het Bieteninstituut (KBIVB).

LBL: “Welke zijn de belangrijkste ziekten waarop de bietenteler moet inspelen via rassenkeuze?”

AW: “Bij de rassenkeuze moet men allereerst rekening houden met bodemgebonden ziekten en plagen. Weet je uit het verleden dat er in je perceel een nematodenaantasting zat, kies dan nu voor een nematodentolerant ras. Had het perceel in het verleden last van rhizoctonia (bruinwortelrot), kies dan uiteraard voor een rhizoctoniatolerant ras. Als er zich een sterke rhizomanieaantasting voordeed, kies dan voor een ras met aanvullende Rz2-resistentie.

Wat betreft de rastolerantie voor bladziekten, is de tolerantie voor cercospora vooral aan te bevelen wanneer het perceel later dan half oktober zal geoogst worden, dus vanaf de tweede ophaalronde van de suikerbieten.”

Welke ziekten zijn moeilijk of niet met rassenkeuze te ondervangen en moeten het hebben van chemische gewasbescherming?

De belangrijkste ‘plaag’ die we vandaag niet kunnen behandelen via de rastolerantie is de vergelingsziekte. Het gaat over virussen die overgedragen worden door bladluizen en noch tegen het ene, noch tegen de andere is er vandaag een genetische oplossing. Globaal gezien zijn er vandaag ook geen oplossingen tegen alle insecten, bovengronds of ondergronds. Daardoor moeten we nog steeds een beroep doen op zaadbehandelingen of bespuitingen. Idem tegen kiemplantenziekten zoals pythium en wortelbrand.

Is de bladgezondheid belangrijker dan kilogramopbrengst/financieel rendement bij de rassenkeuze?

Het één sluit het andere niet uit, maar voor late leveringen, in percelen met een korte bietrotatie en een minimale bodembewerking (overleving van cercospora) heeft men een verhoogd risico op aantasting door cercospora. Een bespuiting kost de landbouwer toch steeds het equivalent van 3 ton bieten, (of 3% van de opbrengst), dus moet hier ook rekening mee gehouden worden.

Valt met een correct gepositioneerde bladziektebespuiting de impact op het rendement goed te beheersen? Hoe moeilijk is die correcte positionering?

Het ene jaar is het ander niet. Roest en witziekte bestrijden met een fungicidebehandeling is altijd gemakkelijker dan cercospora bestrijden. Bij cercospora moet men zo kort mogelijk bij het bereiken van een aantastingsdrempel van 5% van de bladeren de behandeling uitvoeren. Te vroeg heeft geen nut, te laat is de ziekte moeilijk nog efficiënt te beheersen. Het is naar opbrengst toe vooral belangrijk om de eerste aantastingen in juli en augustus te beheersen, vanaf september moet de rastolerantie zijn werk doen. Hoe later de aantasting, hoe minder deze de opbrengst zal beïnvloeden. De efficiëntie van de bladbespuitingen speelt echter ook een rol. We kennen reeds sinds enkele jaren een resistentie van de cercosporastammen ten aanzien van strobilurinen. Deze zijn dus niet meer efficiënt. Ook is de keuze van de triazolen die we nog hebben zeer beperkt.

Rhizomanierassen lijken uit de aandacht verdwenen. Over rhizoctonia hoor je nog wel spreken, net als over nematoden. Welke prioriteiten moet de teler nu leggen?

Vandaag is het aanbod aan nematodentolerante rassen het grootste. Zij worden ook op ongeveer 68% van het areaal gebruikt. Klassieke rhizomanietolerante rassen blijven echter interessant bij telers die met een ruime vruchtwisseling (meer dan 5 jaar) zitten waar het risico op nematoden lager is. Je kan hier het best een grondontleding laten doen om zeker te zijn dat er geen besmetting is met bietencystenematoden. De zaadprijs van deze rassen is iets lager, maar als de landbouwer, in functie van andere eigenschappen, toch kiest voor een nematodentolerant ras, dan kan dat omdat het opbrengstpotentieel van deze rassen voor de meesten gelijk ligt met die van de rhizomanierassen.

Ramularia dook in 2021 terug op. Hoe goed kan het huidige rassenaanbod ertegen?

We hebben inderdaad voor het eerst sinds 20 jaar terug ramularia gezien met een hogere frequentie dan de andere jaren. De aantasting was wel niet zeer sterk. In de rassenproeven hebben we wel genoteerd dat sommige rassen meer aantasting vertoonden dan anderen, maar niet duidelijk genoeg om een echte score te kunnen geven. We kunnen enkel zeggen dat er geen relatie blijkt te zijn tussen cercospora- en ramulariatolerantie.

André Wauters (KBIVB) licht parameters toe waarmee men rekening moet houden bij de  variëteitenkeuze.
André Wauters (KBIVB) licht parameters toe waarmee men rekening moet houden bij de variëteitenkeuze. - Foto: TD

Extremen

We hebben extreme jaren achter de rug: droog en warm versus koud en nat. Zijn er ervaringen met hoe rassen beter/slechter inspelen op watertekort of wateroverschot?

Daarom is het juist belangrijk om te kijken naar de resultaten van de rassen over 3 jaar, en niet naar de jaarresultaten. Via het Relance-project in Vlaanderen zullen we ook bekijken welke factoren we kunnen gebruiken om de droogtetolerantie bij de rassen te beoordelen. In de huidige rassen zijn er weliswaar verschillen, maar aan de andere kant tonen vele studies aan dat de algemeen betere rassen het ook beter doen bij droogtestress.

De voorbije jaren kon het gewenste suikergehalte doorgaans niet geleverd worden. Wat is de verklaring hiervoor en hoe kunnen we dit verbeteren? Door een suikerrijk ras te kiezen?

Het is vooral in 2021 dat de suikergehalten tegenvielen. We hebben een zeer nat en een zeer sombere zomer gekend, met veel blad, wat negatief inspeelt op het suikergehalte. De regens van begin oktober zijn ook zeer nefast geweest voor het suikergehalte, met een bruuske daling tot gevolg. Het is dus zeker geen referentiejaar. Dit is ook gekoppeld aan contracten die bij de Tiense zijn geëvolueerd van 16°S naar 18°S in enkele jaren. Dat speelt ook mee in de beoordeling. Het ras zorgt doorgaans voor een verschil van gemiddeld gezien 1° Suiker, soms wat meer in suikerarme percelen. Voor de planter blijft echter toch nog steeds de suikerproductie per ha het beste gecorreleerd met het financieel inkomen, natuurlijk met een degelijk suikergehalte.

Bietentelers zijn vaak bezorgd over de witverkleuring die Centium veroorzaakt. Welke invloed heeft dit op de finale opbrengst?

We weten dat producten op basis van clomazone (zoals Centium) witverkleuringen kunnen veroorzaken. Dit is niet altijd systematisch. Het hangt af van de toegepaste dosis, van de regenval na toepassing, van de gewasontwikkeling en van de groeiomstandigheden. Soms kunnen de rassen eveneens anders reageren, maar we zien zeker dat geremde bieten, bijvoorbeeld in spuitverdubbelingen, meer symptomen vertonen. De gewasremming komt dus niet specifiek van Centium, maar wel van een combinatie met de andere producten die reeds toegepast werden. Wat we wel weten, is dat clomazone in vooropkomst toegepast, op lichtere gronden en bij veel regen, selectiviteitsproblemen kan teweegbrengen.

Toekomst

Hoe kan de suikerbietteler inspelen op de Farm-to-forkstrategie die minder onkruidbestrijding en minder bemesting vraagt?

Door bijvoorbeeld de adviezen te volgen die door het KBIVB in verband met gewasbescherming worden verspreid en door enkel bespuitingen uit te voeren die nuttig en nodig zijn. Onze waarschuwingsdienst helpt de landbouwers enkel te behandelen als de plaagdruk het gewas in gedrang brengt. Dit is reeds een goed begin. Bemesting op basis van een advies of via een theoretische berekening is ook aangeraden, zeker als we de prijs van de stikstof vandaag zien.

Hoe belangrijk zijn Conviso Smart- variëteiten, waarbij de rassen inspelen op de onkruidbestrijding en omgekeerd, voor de teler op vandaag?

Het systeem is 2 jaar geleden gelanceerd. Zowel in 2020 als in 2021 heeft het goed gewerkt. Het aantal rassen dat beschikbaar is, is zeer nauw. De opbrengst van de rassen ligt nog duidelijk lager dan de meeste aanbevolen rassen. De onkruidbestrijding kan met 2 doorgangen volledig zijn, als de landbouwer de bespuitingen op tijd uitvoert en de nodige producten mengt. Bij ons is het verplicht om het Conviso One-herbicide te mengen met andere bietenproducten. De bespuiting moet plaatsvinden wanneer de belangrijke onkruiden het 2-bladstadium bereikt hebben. Het laat natuurlijk ook toe om de ‘wilde’ bieten te bestrijden in percelen met problemen. Daardoor is het zeer belangrijk om zeer attent te zijn om geen schieters van deze rassen te laten bloeien of in zaad te laten komen.

Wat is het gevaar van Syndroom basses richesses (verlaging suikergehalte, wortelopbrengst) in onze streek?

De ziekte van Syndrôme Basses Richesses (SBR) werd begin van de jaren 90 ontdekt in de Bourgogne streek in Frankrijk. Het gaat over een complexe ziekte die overgedragen wordt door een cicade. Die veroorzaakt inderdaad een daling van het suikergehalte van de bieten. In die streek worden vandaag geen bieten meer geteeld. Sinds enkele jaren is de ziekte terug opgedoken in Zuid-Duitsland, waar ze bieten met lage suikergehalten veroorzaakt. Vele onderzoeken naar de cyclus van de cicade en de mogelijke beheersingsmaatregelen worden in diverse landen uitgevoerd. Op dit ogenblik is de ziekte nog niet in België waargenomen, maar we moeten oplettend kijken naar het voorkomen van deze cicade bij ons in de toekomst.

André Wauters raadt aan om dit voorjaar voldoende aandacht te hebben voor uw bodemstructuur.
André Wauters raadt aan om dit voorjaar voldoende aandacht te hebben voor uw bodemstructuur. - Foto: TD

Teeltstart

Niet alleen de rassenkeuze komt er aan voor de suikerbietteler, ook de bemesting en grondbewerking. Kan je hem daar nog enkele tips over geven om het seizoen goed te starten?

Inderdaad. De prijs van stikstof wordt vandaag een belangrijke economisch punt. In de jaren 80 en 90 heeft het KBIVB de rijenbemesting bij suikerbieten bestudeerd en ontwikkeld. Door de stikstof 6 cm naast en 6 cm diep te plaatsen kan de toegediende dosis met 30% ten opzichte van het advies verminderd worden. Bodembewerking kan een belangrijke rol spelen om het vocht in de bodem te houden. Dat was zeker van toepassing tussen 2018 en 2020. De bodems zijn vandaag goed vochtig, men zal dan ook zeer oplettend moeten zijn bij de voorjaarswerkzaamheden op het veld, zeker bij de toediening van organische meststoffen in het voorjaar. Respecteer de bodemstructuur!

Tim Decoster

Lees ook in Bieten

Meer artikelen bekijken