Startpagina Groenten

Spruitkool: ‘We leren uit het vorige teeltseizoen’

De laatste spruiten zijn van het veld, het seizoen 2021 zit erop. Vorig jaar kon men weer een heel nat jaar noemen. Positief is dat de spruitkool hierdoor goed kon groeien. Door de nattigheid was er echter wel sprake van andere problemen, zoals uitspoeling van producten, te snelle groei en hogere onkruiddruk.

Leestijd : 7 min

Ook 2021 was weer geen normaal jaar te noemen. Na 2 droge jaren was 2021 weer heel nat. In 2021 viel er maar liefst 100 à 200 l meer dan gemiddeld en dat heeft effect op de spruitkoolteelt. Tine Maes en Rudi Vandewiele van TACO volgen de situatie voor België nauw op en konden op de ‘Studieavond spruitkool’ een goed overzicht geven van het jaar. Het staat vast dat er in het algemeen 2.000 kg per ha minder spruiten werden geplukt dan vorig jaar. “Het areaal steeg wel met 12 %, en de totale productie zal bijna 100.000 ton bedragen”, geeft Vandewiele mee. “Op dit moment is er te veel productie, we moeten gaan naar een kleiner areaal spruitkool.”

In Europa is het grootste areaal spruiten nog steeds in België. In Europa ligt 12.000 ha aan spruiten, waarvan 4.300 ha in België. 3.900 ha daarvan ligt in West-Vlaanderen. De overige spruitkool is te vinden in Mechelen en in Limburg.

Uitplanten niet altijd evident

In februari was er sprake van een 10 dagen durende vorst. Die was goed voor de grondstructuur, zeker in de polders en in zware gronden waar er veel spruiten staan. De spruiten die nog aanwezig waren op het veld vertoonden hierdoor wel wat uitwendige schade. “Het ging dan vooral over de spruiten voor de versmarkt”, aldus Maes.

Het uitplanten van de vroegste rassen ging vlot, aangezien het voor een periode droog weer bleef. Vanaf 5 mei viel er echter veel neerslag en werd het moeilijk om goed uit te planten. “Er kon vaak in aanvaardbare omstandigheden geplant worden, maar toch moest nog 20 % van het areaal na 20 mei worden uitgeplant.”

Maes geeft mee dat er toen regelmatig problemen waren met de grondstructuur: er waren veel percelen waarbij de rijsporen te zien waren. “De groei bleef achter, want de wortels gingen moeilijk de diepte in. Ook aan de kopakker bleef het gewas vaak achter in groei. Het gaat bovendien niet alleen over rijsporen tijdens het planten. Soms ontstaan die problemen ook tijdens het rotoreggen.”

Heel nat, goede groei

In juni en juli regende het ook vaak en veel. Op 14 juli was er zelfs een overstroming in Wallonië, maar ook in het Heuvelland en in Poperinge was er sprake van veel neerslag. In juni was er door de vele regen een sterke herbicidewerking, afhankelijk van het perceel. “Er waren wel wat middelen die uitspoelden naar de wortelzone. Zo ging het bijvoorbeeld over Frontier en Butisan. Af en toe was er in het veld fytotox te zien door producten die te goed hebben gewerkt”, vertelt Tina Maes.

Daarnaast was er sprake van een ruime schakeling, en groeide de spruitkool goed. Er werden wel wat kromme voeten opgemerkt boven de grond, omdat de planten die al relatief groot waren niet zo diep de grond in konden. Ten slotte merkt Maes op dat de rassen Silvia, Sofia en Marcantus te ruim geschakeld waren. “Deze rassen zijn sowieso goede groeiers, en omdat ze altijd genoeg vocht hadden, konden ze goed doorgroeien. Ook moeilijke groeiers, zoals Cryptus, die het in droge jaren moeilijk hadden om op lengte te komen, hadden nu wel een voldoende ruime schakeling.”

Toch wel wat problemen

In juli werd opgemerkt dat 30 à 35% van de percelen niet meer kon worden geschoffeld of opgehoogd. Dat zorgde voor verschillende problemen. Het eerste probleem was een hoge onkruiddruk af en toe. Er moest dus regelmatig gewied worden. “Op dat moment was er hier en daar ook wat waterschade te zien”, vertelt Maes. Een tweede probleem bij niet kunnen ophogen, is een grotere kans op legering.

Eind juli werd bij een aantal planten bovendien hartbladrand gespot, en dat vooral bij groeikrachtige spruiten zoals Marcantus en Cryptus. “Maar vaak droogt dat op en zijn er geen problemen. In sommige gevallen kan er wel sclerotinia ontstaan.”

Er was nog steeds veel groeikracht in spruitkool, en er waren holle stammen te zien bij Sofia, dat laat werd uitgeplant. “Het was een combinatie van dierlijke mest, met startstikstof en meer mineralisatie in de bodem dan anders, die, samen met een latere plantdatum, ervoor zorgde dat de planten snel groeiden. Is er dan ook nog sprake van boorgebrek, dan bestaat de kans op een holle stam. De stam kan verdubbelen of splitsen. Verder in het seizoen kan dat problemen geven door verhoogde kansen op rotting: er is immers meer ingang voor schimmels en bacteriën.”

Goede groei in augustus

In augustus was het groeizaam weer, dat zich voortzette in september, dat iets droger was. “Er was nog steeds veel groei en de bladval was in het algemeen goed”, is Maes positief.

Men zag wel in verschillende percelen zwavelgebrek optreden in de vorm van natte plekken. Zwavel is een negatief geladen element, waardoor het ook kan uitspoelen. Typisch zijn de paarse randen aan bladeren en bladeren die opkrullen. “Oplossen kan door Microtop te spuiten, maar dat zijn noodoplossingen.”

De gewassen bleven groeien door veel mineralisatie tijdens de zomer. Vooral bij vroege rassen werd er vroeg getopt, rond 25 augustus. Andere telers kozen ervoor om de koppen uit te snijden om een steviger gewas te krijgen. “Er werd wel regelmatig chloorpotas of kainiet gestrooid om toch een bepaalde remming op te leggen aan de planten. Dat moet gebeuren op een droog gewas, anders is er kans op verbranding”, wordt uitgelegd. Marcantus en Sofia waren vaak niet stevig.

Veel koolvlieg

In juli, augustus en september telden de proefcentra veel koolvliegen. Toch was er weinig schade op de spruit gemerkt. Koolvliegaantasting wordt dikwijls verward met glazigheid. “Het is belangrijk bij hoge tellingen om te vermelden dat er een nieuwe lokstof gebruikt werd ten opzicht van vroeger. Het wil dus niet direct zeggen dat de druk van koolvliegen hoger was dan andere jaren.”

Glazigheid gaat over tot volledige rotting. Bij koolvlieg zouden er gaatjes te zien zijn, waarbij het wormpje er nog in kan zitten.

Slakken en echte meeldauw in september

In september was er sprake van een hoge slakkendruk. Slakken zorgen voor witverkleuring van de spruiten, die wordt geaccentueerd na het blancheren en er dus voor zorgt dat het product onverkoopbaar wordt. Daarom wordt gekozen om slakkenkorrels te strooien. Die waren niet altijd efficiënt in het veld: “Door de langere nachten en dauw konden zich af en toe snel schimmels op de korrels ontwikkelen, waardoor de werking ook niet meer goed was”, klinkt de verklaring van Rudi Vandewiele.

Een slakkenprobleem moet je vroeg bestrijden.
Een slakkenprobleem moet je vroeg bestrijden. - Foto: TACO

“Een ander probleem is dat de slakkenkorrels op de bladeren op de grond worden gestrooid, terwijl de slakken van onder de bladeren naar de spruitkool migreren. Dat is de reden waarom laat in het seizoen bestrijden moeilijk is. Vooral aan de perceelsranden was het een probleem.” Een slakkenprobleem moet je dus vroeg bestrijden. Een tip is dat je moet letten op gaatjes in de bladeren wat vroeger in het seizoen.

In september en oktober was er bovendien regelmatig echte meeldauw op de spruiten te zien. Dat was vooral het geval bij de vroege rassen die toen in het afrijpende stadium zaten. “Het beste middel hiertegen is Rudis, maar hierop zijn er beperkingen als het om bijvoorbeeld spruiten gaat voor export. Zo moet met de behandeling met Rudis 2 maanden voor de oogst gestopt worden.”

Weelderige, lange gewassen

Door de goede groei waren de gewassen weelderig gegroeid. In september en oktober waren bij verscheidene percelen de rijen niet meer zichtbaar. “Dan was de koppen uitsnijden de beste methode. Er is ook vroeg getopt geweest, maar dan nog moet de groei in het oog worden gehouden. Soms werd er immers een zware plantkop vastgesteld.”

Van oktober tot in januari was er in het algemeen weer veel sprake van regen. “Er was ook weinig zon en veel donkere dagen, waardoor er weinig groei was. Op het einde van 2021 was er sprake van achteruitgang in kwaliteit en opbrengst, doordat er veel water bleef staan op de percelen.”

Bepaalde regio’s kregen inderdaad te veel water, waardoor de wortel afsterft, en dat is nadelig voor de stevigheid en de kwaliteit. Er was sprake van meer legering, want de planten waren gemiddeld 20 cm langer. “Dat komt niet door de bemesting, want er werd minder bijbemest dit seizoen. Veel velden werkten al goed met startbemesting. Het niet kunnen aanaarden was duidelijk een probleem: eens de spruitkool op tafelhoogte is, kan je die in december niet meer rechthouden. Volgend jaar moet toch wat korter op de bal gespeeld worden om aan te aarden. Anderzijds was de stikstof al opgebruikt, de nood aan extra stikstof werd duidelijk half november-begin december. Er was weinig groei, waardoor opbrengst daalde”, wordt verklaard.

Begin 2022 heel wat oogst

Bij de oogst eind 2021 en begin 2022 werd opgemerkt dat die niet altijd vlot verliep. Vandewiele: “De afstelling van de plukkop is belangrijk. Een slechte afstelling zorgt ervoor dat er minder opbrengst is, wat zijn weerslag heeft op de financiële opbrengst. Controleer die afstelling het liefst dagelijks.”

Dit jaar werd in januari nog 30% van het areaal geoogst. “Het was een slijtageslag, vooral door veroudering van het gewas. Er waren gele en grauwe bladeren te zien, ook bij rassen die dat normaal niet vertonen. Dat had te maken met te veel regen, wortelafsterfte en geen energie. Later geplante spruiten zoals Profitus hadden problemen met recht blijven. De spruiten waren opvallend grof, wat komt door het minder aantal spruiten”, geeft Vandewiele mee. “Het uitleeswerk neemt wel toe, zo’n lasertoestel is interessant. Na nieuwjaar neemt de bruto-opbrengst toe, maar netto was die gedaald, omdat stukken niet geoogst konden worden door nattigheid. Ook spuitrijen konden moeilijk worden geoogst.”

Tips voor 2022

- Hou er rekening mee dat kosten stijgen, er zal dus minder geproduceerd moeten worden en de teelt moet worden geoptimaliseerd.

- Wacht niet met schoffelen, in 2021 pakte dat minder goed uit. In de toekomst kies je om aan te aarden beter voor loonwerk. Gelegerde spruiten oprapen kost achteraf meer.

- Kies voor gemakkelijk groeiende rassen, en niet voor rassen die veel stikstof nodig hebben.

Marlies Vleugels

Lees ook in Groenten

Het behoud van specifieke middelen is een vorm van natuurherstel, stelt groenteteler Meindert-Jan Botman

Groenten Broccoli- en bloemkoolteler Meindert-Jan Botman uit het Nederlandse Oostwoud maakt zich niet alleen ernstig zorgen om het verdwijnen van het middelenpakket om ziektes en plagen te kunnen bestrijden, hij is ook al flinke bedragen kwijt om zijn gewassen tegen haas, gans, duif en eend te beschermen. Toch geeft de teler niet op. Hij ging zelfs eind december naar Amerika om er een speciale broccolioogstmachine te gaan bekijken.
Meer artikelen bekijken