Startpagina Edito

Edito: Een nieuw pleidooi voor ‘lekker én fair van bij ons’

De Belgische vleesverwerking is een voorbeeld van topkwaliteit en duurzame productie. Net als de primaire productie staat ook deze sector onder zware druk. De machtige positie van de retail is daarbij stuitend.

Leestijd : 2 min

De Belgische vleesverwerkende sector, vertegenwoordigd door de federatie Fenavian, zit vandaag (ook) in zwaar weer. Anneleen Vandewynckel, secretaris-generaal van Fenavian, trok tijdens een webinar georganiseerd door de Belgische vereniging van landbouwjournalisten, dan ook aan de alarmbel. Fenavian, dat sinds enkele jaren ook de producenten van andere eiwitten vertegenwoordigt, zou nochtans in feeststemming moeten zijn... de federatie bestaat dit jaar immers 85 jaar. “Onze 180 leden ontstonden zowat allemaal uit Belgische familiebedrijven met een lange geschiedenis. Ze oefenen hun métier – het verwerken van vlees – met veel fierheid, passie én expertise uit. Wereldwijd staan we bekend voor onze kwaliteit. België is veel meer dan bier, chocolade en wafels! We staan met onze vleesproducten in de top 3 ter wereld met een héél lekker en breed gamma aan specialiteiten.”

Net als de landbouwsector moet ook de vleesverwerkende nijverheid heel wat foutieve informatie over vlees counteren én omgaan met toenemende eisen van afnemers en consumenten. “Wij staan heel dicht bij de landbouwer. Wij zijn de grootste aankopers van Belgisch vlees. Wij hebben elkaar nodig. Het recente stikstofdossier raakt ons ook in het hart. Net als onze leveranciers worden wij getroffen door dramatisch gestegen kosten en een dalende afzetmarkt”, stelt Vandewynckel, “maar bovenal is er een buitenproportionele prijsdruk van de retail! De retail volgt de markt niet: de verkoopprijs van vleeswaren is al jaren gelijk. Tegelijkertijd nemen hun eisen en onredelijke houding alsmaar toe. Zo schakelen ze bijvoorbeeld liever over naar een buitenlandse leverancier – met minder aandacht voor kwaliteit, duurzaamheid en met een lagere loonkost – dan een minimale prijsstijging voor onze lokale leveranciers door te voeren. Dat is niet houdbaar, niet voor de boer, noch voor de kmo’s in deze sector.”

Vandewynckel pleit daarom voor ‘fairtrade van bij ons’: “Wij willen een faire prijs voor de meerwaardecreatie die we leveren. Een prijsstijging van 1 à 2 euro per kilo vleeswaren doet veel voor de vleesverwerker. Koken kost geld! U krijgt waar voor uw geld, wij willen geld voor ons waar! Een prijzenoorlog in het winkelrek is niet duurzaam en, zeker vandaag, ongewenst.”

Waar hebben we dat nog gehoord...? De gelijkenis met de situatie in de primaire sector is erg groot. We benadrukten het al eerder: het is dringend tijd voor ketenoverleg waarbij de laatste schakel eindelijk zijn verantwoordelijkheid neemt.

Anne Vandenbosch

Lees ook in Edito

Meer artikelen bekijken