Startpagina Paarden

Hoefgezondheid: no feet, no horse

Onze titel is wel heel erg cliché en we zijn ons daar ten volle van bewust. Toch past geen enkele titel beter bij het webinar dat Landbouwleven volgde op 22 maart: de hoefgezondheid van onze edele viervoeter, onze trouwe kameraad… het paard.

Leestijd : 4 min

De presentatie van dit druk gevolgde webinar werd verzekerd door Lieselot Hamerlinck. Ze is ‘geboren en getogen’ in de paarden en ondertussen – reeds – bijna 20 jaar actief bij Cavalor. Hoeft het gezegd dat Lieselot paarden ademt? Haar gasten waren de Nederlandse hoefsmid Roy den Bieman, onder andere actief bij Stal Van Grunsven, en nutritionist Fien Demeyere. Springruiter Jeroen De Winter was de man op het terrein. Er was dus stof genoeg voor een update en voor nieuwe inzichten aangaande de hoefgezondheid van onze paarden!

In de praktijk

De Belgische springruiter Jeroen De Winter benadrukte dat fundament en hoefgezondheid staan als een huis. “De hoeven van onze paarden moeten heel wat kunnen verdragen”, poneerde hij. “Wat hoefgezondheid betreft, laat ons uitgangspunt de fokkerij zijn. We moeten ons bewust zijn van het feit dat onze merrie al dan niet beschikt over een correct fundament en dat we er kritisch naar moeten kijken. Onze hengstenkeuze moet daar rekening mee houden”, aldus Jeroen.

Ook het management van veulen tot jong paard is belangrijk. “Het is niet goed om gespeende veulens en jonge paarden een hele winter op stal te laten. Ze moeten gewoon elke dag enkele uren naar buiten kunnen. Beweging is primordiaal voor een gunstige ontwikkeling van hun hoeven.” Jeroen De Winter had ook aandacht voor de ‘trend’ dat steeds meer paarden zonder hoefijzers door het leven gaan. “Iets om in de gaten te houden en daarbij rekening te houden met de individuele behoeften van elk paard, gezien hoefgezondheid voor een groot deel genetisch bepaald is. Dus… de hoeven in de gaten houden, in de winter voor rotstraal, in de zomer voor brokkelhoeven en overleggen met de hoefsmid indien dit het geval is!”

Ervaren hoefsmid

De ervaren Nederlandse hoefsmid Roy den Bieman is onder andere actief op Stal Van Grunsven (NL). De man gaf eerst een overzicht van de verschillende beenstanden die onvermijdelijk de voeten van het paard beïnvloeden. Den Bieman is geen uithangbord voor het zo nodig ‘hoefijzeren’ van het paard. “Hoefijzers zijn lang niet altijd nodig. Het paard kan zich immers kwetsen als hij hoefijzers draagt en vuilophoping onder het ijzer is dikwijls aan de orde. Meestal is het de hoefsmid die beslist of het paard er baat bij heeft op hoefijzers te lopen en aldus de paardenhouder adviseert”, aldus den Bieman.

Tal van kijkersvragen waren ook gericht aan de hoefsmid. Een van deze vragen, die ons allemaal aanbelangen, was de voetcorrectie bij het veulen. Roy den Bieman:“Meestal maak ik kennis met het veulen wanneer ik voor het eerst de merrie bekap. Veulenvoetjes zijn altijd gebaat met een snelle aanpak. Ik zou zeggen tussen de 3 en de 6 maanden. En eventueel in overleg met de dierenarts als er merkbare afwijkingen zijn.”

Aansluitend volgde een kijkersvraag tot welke leeftijd ‘veulencorrecties’ kunnen worden doorgevoerd. Roy den Bieman: “Na 1 tot 1/2 jaar is een heel sterke correctie niet langer mogelijk.” Tal van deelnemers vroegen of men scheuren of brokkelhoeven kan vermijden als de bodem droger wordt, zeker op harde ondergrond? “Heel eenvoudig… laat de hoefsmid langskomen om de hoeven wat in te korten, zodat ze niet te lang komen te staan.” ‘Lange tenen’ op een droge ondergrond werken alleen maar brokkelhoeven en scheuren in de hand!

De visie van de nutritionist

Fien De Meyer had het onder andere over een veelvoorkomend probleem, namelijk hoefbevangenheid. “De oorzaak van hoefbevangenheid moeten we zoeken in het metabolisme van het paard en niet in de hoef op zich”, vernamen we. “Symptomen uiten zich in de hoef door ontregeling van de bloedstroom tot ontsteking van de lamellen. Voorkomen is hier belangrijk, bijvoorbeeld door het rantsoen te beperken in suiker en zetmeel en door te kiezen voor meer vezel en vet. Voorzichtigheid met weidegang bij rijk gras is eveneens uitermate belangrijk.”

Hoeven van paarden bestaan uit eiwitten (keratine) en een kleine hoeveelheid vet, zo blijkt. Paardenhoeven groeien levenslang en traag, vanaf de kroonrand naar beneden met een tempo van zo’n 9 mm per maand. Het aangroeien van een volledig nieuwe hoef neemt 12-15 maanden in beslag. De invloed van de genetica van het paard is daarbij belangrijk. “Hoefgroei is in feite een samenspel van genetica, management en voeding”, resumeert De Meyer dit thema.

Vezels, vezels en nog eens vezels

“Aangezien de hoefwand voor 93% bestaat uit eiwit, uit een tekort zich door een zwakke hoefwand. Veel paardenhouders gaan ervan uit dat hun paard te fel wordt door te veel eiwitten en zetmeel in de voeding, maar ook vet en vezels zijn goede bronnen van energie. Bekend in de volksmond is biotine, maar alleen biotine klaart de klus niet. Er is meer nodig, zoals fosfor, zink, koper, selenium en mangaan als mineralen. Geen enkel paard zal met alleen maar biotine een spectaculaire hoefgroei vertonen. Het is de correcte balans tussen verschillende mineralen en vitamines die daarvoor zal zorgen.”

In de humane preventieve geneeskunde wint de darmgezondheid terrein. Is dit ook zo bij het paard? Jawel, zo blijkt. Fien De Meyer benadrukt dat een gezonde microflora zorgt voor een betere opname van de voedingsstoffen en voor de productie van de nodige vitamines. Voldoende vezels in het rantsoen van het paard zorgen ervoor dat dit proces zich kan voltrekken. We kunnen het dus niet genoeg herhalen dat kwalitatief ruwvoer het belangrijkste onderdeel dient te zijn van het rantsoen van het paard.

Patricia Borgenon

Lees ook in Paarden

Meer artikelen bekijken