Startpagina Granen

Xavier Vanden Avenne over de graanmarkten: “Paniek is niet nodig, er is graan genoeg”

Oekraïne, momenteel dé graanschuur van Europa, is even dicht. Er ontstond paniek, want waar moeten we nu ons graan vandaan halen? Xavier Vanden Avenne tempert die paniek: “Oekraïne is verantwoordelijk voor 3% van het graan, we moeten enkel de logistieke stromen reorganiseren.”

Leestijd : 5 min

Net zoals zoveel andere producten geldt op de markt van de landbouwgrondstoffen, zoals graan, zuivel of vee, de wet van vraag en aanbod. De USDA (het Amerikaanse ministerie van Landbouw) brengt maandelijks een verslag uit met cijfers van wereldwijde schattingen van oogsten: hoeveel stock is er, wat kan er in- en uitgevoerd worden… Er wordt een analyse van vraag en aanbod opgesteld en zo wordt de prijs vastgesteld. Xavier Vanden Avenne, CEO van het gelijknamige handelsbedrijf Vanden Avenne Commodities, heeft een goed zicht op hoe de graanmarkt werkt.

“De grondstoffen worden verhandeld op de futuremarkten. Er worden termijncontracten, ook wel futures genoemd, verhandeld op die producten. Zo kan je de prijs vastleggen voor een levering verschillende maanden later.”, legt Vanden Avenne uit. “Er is zo’n goederenmarkt in Chicago, maar voor Europese grondstoffen is die van Parijs (Euronext) de belangrijkste barometer voor tarwe, koolzaad en maïs. Voor Amerika zijn de belangrijkste granen maïs, tarwe, sojaolie, sojabonen en sojameel. Voor andere producten wordt niet gewerkt met futuremarkten, omdat de volumes te klein zijn. Die producten zijn wel vaak aan elkaar gelinkt, bijvoorbeeld: als de tarweprijs zal stijgen, zal de prijs voor haver ook mee stijgen.”

De graanmarkt werd onlangs wel stevig door elkaar geschud, maar toch was dit niet de eerste keer in de geschiedenis.

Events met impact

Nu weten we dat de oorlog in Oekraïne een impact heeft op de huidige graanmarkt, maar ook andere events of fenomenen zorgen voor prijsverschillen. Vorig jaar schudde het weersfenomeen La Niña de graanmarkt door elkaar. La Niña is gelinkt aan de stromingen in de oceaan, die de temperaturen en vochtigheid op het land beïnvloeden.

“Als er sprake is van La Niña is het vaak een stuk droger in Zuid-Amerika en kunnen er ook problemen opduiken in Noord-Amerika. La Nina beïnvloedde de graanprijzen al nog voor de crisis in Oekraïne begonnen was. Toen stond de prijzen op een vrij hoog niveau in vergelijking met andere jaren”, aldus Vanden Avenne.

Gestegen opbrengsten

Het is elk jaar cruciaal om te weten hoeveel is ingezaaid, geeft hij mee. “Voor tarwe weet men ondertussen hoeveel is ingezaaid. In maïs zijn ze nu aan het inzaaien. Dan moet men inschatten wat het rendement zal zijn. En het is impressionant hoe de opbrengsten zijn gestegen de laatste jaren. Dat heeft dan een effect op de prijs. Tussen 2015 en 2020 kenden we lage prijzen, maar erna stegen de prijzen door het feit dat er sprake was van de droogte in het zuidelijk halfrond. En toen is ook de crisis in Oekraïne erbij gekomen.”

Volatielere markt

Door de oorlog schoten de prijzen enorm omhoog, maar los daarvan zijn de markten in Europa wel volatieler dan vroeger. Vanden Avenne geeft aan dat zo’n 20 jaar geleden Oekraïne en Rusland niet de belangrijkste volumes graan produceerden. “De belangrijkste producties als het gaat om maïs en tarwe zaten in Noordwest-Europa en in de Verenigde Staten. Noordwest-Europa heeft een gematigd klimaat. We hebben hierdoor niet gemakkelijk een grote misoogst. We kunnen eens een minder rendement hebben zoals -5 of min 10%, maar niet meer. In een minder gematigd klimaat, zoals in Oekraïne omdat het continentaal is, zal men meer volatiliteit hebben met een rendement dat tot -30% kan gaan.”

Doordat er meer productieregio's zijn bijgekomen om te voldoen aan de vraag is de kans groter dat wanneer het in een van die regio's wat minder loopt, de markt wat volatieler wordt. “Daar komt bij dat Europa alle interventiestocks heeft afgebouwd eind jaren 90. Europa leek te zijn vergeten waarom die er waren. Die interventiestocks werden terug op de markt gebracht als de prijzen hoog waren omwille van een misoogst, om zo de prijzen te doen zakken. In tijden van lage prijzen boden ze een minimumprijs voor de boeren die zijn graan dan in interventie kon aanbieden. Het zorgde voor stabilisatie en zekerheid van bevoorrading. Toch vond Europa dat te veel kosten en heeft dat afgebouwd. Dat zorgde ervoor dat de prijzen wat volatieler werden.”

Graan genoeg, maar duurder

Hoewel Oekraïne de graanschuur is van Europa, maakt zijn graanproductie toch slechts 3% uit van de graanproductie over de hele wereld. “Dat is niet zo veel, maar ze exporteren wel 10% van wat geëxporteerd wordt wereldwijd en op die internationale markt wordt de prijs bepaald”, klinkt het. We moeten met andere woorden alles in zijn context bekijken: in de wereld is er graan genoeg.

Het is dus een kwestie van het graan elders vandaan te halen, zoals uit Noord-Amerika of Zuid-Amerika en Australië, als dat nodig zou blijken. De flows moeten gereorganiseerd worden. “Het nadeel is dat graan hierdoor duurder wordt. Oekraïne is voor ons niet ver, waardoor transport goedkoper is in vergelijking met graan van bijvoorbeeld Zuid-Amerikaanse oorsprong.”

Logistieke flows reorganiseren

De reorganisatie van de graanstroom en de bijhorende logistiek vragen dus tijd, want de graanhandel werkt met termijncontracten via de futuremarkten. “Omdat het tijd vergt om van punt a naar b te gaan, gaat het om een termijnhandel. Elk land, ook België, gaat termijncontracten aan. Een deel ervan kwam uit Oekraïne, maar oorlog is overmacht en dat geeft onzekerheid naar levering van granen toe. Oekraïne wil het graan dat er nog is immers zelf gebruiken. Dan moeten sommige landen ergens anders graan kopen om de eigen bevolking van voldoende graan te voorzien. Er zijn ook veel paniekaankopen en men legt grotere stocks aan dan nodig omwille van de onzekerheid. Daardoor stijgen de prijzen nog meer.”

Die paniek is volgens Vanden Avenne niet nodig. Europa is immers zelfvoorzienend als het om granen gaat. “Europa exporteert zelf al 30 miljoen ton tarwe. Wat wel echt een probleem is, is zonnebloemzaad. Europa heeft een tekort aan oliehoudende zaden, maar is een grote exporteur van graan. Oekraïne heeft een derde van de wereldhandel in zonnebloemzaad, want dat is een kleine markt.”

Fegra voor het belang van de graansector

België zelf is geen grote graanproducent. Door onze intensieve veeteelt gebruiken we meer dan we kunnen telen. Dat extra graan komt dan bijvoorbeeld uit Frankrijk of Duitsland, maar ook uit Oekraïne. Aangezien die stroom graan uit Oekraïne wegvalt, wil Fegra ervoor zorgen dat er ander graan beschikbaar is voor de Belgische boer.

Vanden Avenne: “Men heeft bijvoorbeeld gevraagd om bepaalde gmo-variëteiten tijdelijk toe te laten. Tot op vandaag hebben we geen toegang tot Amerikaanse maïs. De rassen met 1 genetische modificatie mogen van Europa, de rassen met 2 modificaties niet. Het zou goed zijn om toegang te krijgen tot die markt, zodat de prijzen hier kunnen dalen en zodat de markt kalmeert.”

Hij geeft ook aan dat flexibiliteit in de residuwetgeving bij gewasbescherming een tijdelijke oplossing kan zijn. “Er geldt bijna een zero tolerance voor residu’s van gewasbeschermingsmiddelen op Europese gewassen, maar dit geldt ook voor geïmporteerde gewassen. Dit is goed, want zo creëert Europa een eerlijk en gelijk speelveld voor import en export van graan. Omdat er nu een tekort is, zou het echter goed zijn mocht er tijdelijk wat flexibeler omgesprongen kunnen worden met die residunormen.

Marlies Vleugels

Lees ook in Granen

Meer artikelen bekijken