Startpagina Varkens

Varkenshouder Lageschaar uit Vragender (NL): Neem een voorbeeld aan Frankrijk

Door een biologische luchtwasser achter hun stal te zetten kon de familie Lageschaar uit het Nederlandse Vragender toch uitbreiden met vleesvarkens. Ze hebben momenteel 5.800 vleesvarkens volgens het Nederlandse 1 ster Beter Leven-concept. Volgens Bernard Lageschaar moeten Europese landen maar eens een voorbeeld nemen aan Frankrijk: “Die sturen nu eindelijk aan op voedselzekerheid en gaan 300.000 ha braak terug in productie brengen.”

Leestijd : 8 min

De familie Lageschaar uit het Nederlandse Vragender, dat bijna tegen de Duitse grens aan ligt, woont al eeuwenlang op de huidige locatie, buiten één periode tussenin waarin ze anders geboerd hebbend. Opa Lageschaar had een gemengd bedrijf met melkvee, zeugen en vleesvarkens en pluimvee en verder zo'n 10 ha grond. De vader van Bart, Bernard, ging op dezelfde voet voort toen hij het bedrijf begin 1980 overnam. Wel deed Bernard de zeugen en het pluimvee weg, dus bleven de vleesvarkens en het melkvee over. In de jaren 90 groeide het bedrijf daardoor naar zo’n 2.300 vleesvarkens. Bernard: “Ik ben echt een melkvee- en varkenshouder, maar Bart is echt een varkensboer. Vandaar ook dat wij de laatste jaren vooral uitgebreid hebben met de varkens.”

Varkensstal erbij

Bart ging in 2010 in maatschap met zijn ouders, dit jaar nam hij de varkenstak over. Zijn jongere broer doet het melkvee. Wel helpt vader Bernard nog mee op het bedrijf. Ze hebben 130 stuks melkvee en 40 ha grond in eigendom, en nog 15 ha gehuurd. Daarvan is 33 ha weiland en de rest maïs. De maïs is bestemd voor de melkkoeien. In 2003 had het bedrijf 4.000 vleesvarkens. Op het moment dat Bart in 2010 de maatschap binnenkwam, liet hij zijn ouders direct weten dat hij uit wilde breiden met de varkenshouderijtak. Bart: “Ze vonden dat een goed idee en in 2013 vroegen wij een bouwvergunning aan. Daarmee zouden wij groeien van 4.000 naar 5.800 vleesvarkens.” Als gevolg van de Nederlandse fosfaatwetgeving, waardoor de melkveehouderij moest inkrimpen, verminderde het aantal stuks melkvee na 2015 dus wat.

Omdat ze kortbij een Natura 2000-gebied zitten, duurde de vergunningverlening iets langer, maar in 2019 hadden ze dan de vergunning binnen. Bart: “Ik wilde per se een stal waarmee ik voor het 1 sterconcept van het Beter Levenkeurmerk zou kunnen produceren.” Vandaar ook dat de nieuwe stal over de gehele lengte een grote lichtstraat heeft. De centrale gang zit aan één kant in verband met de ruimte op het bouwblok, dat is ook de reden waarom het een lange, smalle stal geworden is, met aan één zijde een uitbouw. Deze uitbouw is de luchtinlaat. De lucht gaat hierna onder de bolle vloeren via een luchtkoker en dan onder het waterkanaal door naar de voergang. De luchtinlaat is geregeld op onderdruk om windinvloeden zoveel mogelijk te beperken. De volledige ventilatie wordt aangestuurd met apparatuur van Stienen BE.

De centrale gang zit bij de nieuwe stal aan één kant, met aan één zijde een uitbouw voor de luchtinlaat.
De centrale gang zit bij de nieuwe stal aan één kant, met aan één zijde een uitbouw voor de luchtinlaat. - Foto: DvD

Pioniers met brijvoer

De familie Lageschaar koos er al in 1979 voor om de vleesvarkens met brijvoer te voeren. Volgens de jonge vleesvarkenshouder waren zij echt de pioniers wat betreft het voeren van brijvoer in de Achterhoek. Het brijvoer wordt gemengd in een mengmachine van Voltman (eigen bouw). Bernard: “Er was nog niks op de markt in die tijd. In 1984 hebben wij de brijvoerkeuken compleet nieuw opgebouwd met apparatuur van het merk Fancom. Bart gebruikt als bijproducten CCM, gerst, tarwe, tarwezetmeel, aardappelstoomschillen, wei en tarwegistconcentraat. Omdat veel van deze producten ook een zure toon hebben, zijn ze ook nog eens supergezond voor de dieren. Bart: “Het is wel zo dat, als gevolg van de oorlog in Oekraïne, ook de bijproducten duurder zijn geworden. Vandaar dat, als sommige bijproducten heel duur zijn, wij tijdelijk gedeeltelijk ook brok/krachtvoer geven aan de lange trog. Van zodra de prijzen van het brijvoer weer dalen, schakelen wij meteen weer over op bijproducten.” Alle bijproducten koopt familie Lageschaar in via Duynie, Looop en Van Triest, allemaal bijproductenbedrijven die vlakbij zitten. De brok koopt de familie aan via ForFarmers. Het aanvullende voer komt via Gunnewick en ForFarmers.

Dat de vleesvarkens werkelijk dol op het brijvoer zijn, blijkt wel als we in de stal zijn en de voermachine net aanslaat. Ze rennen letterlijk direct naar de lange trog. Volgens Bart doen de vleesvarkens het uitstekend op brijvoer. “Verder ben je met brijvoer flexibeler, droogvoer is wel stabieler. Op warme zomerdagen ben je echter weer blij dat je brijvoer voert, want met brijvoer heb je op dit soort dagen een veel betere voeropname. En dus groeien ze beter door.” Momenteel is de dagelijkse groei bij familie Lageschaar zo’n 900 g/dag. Bart wil de lat echter hoger leggen en volgend jaar op 1.000 g/groei per dag zitten. Dat wil hij onder meer bereiken door de kruising aan te passen. Zijn vermeerderaar met wie hij een goed contact onderhoudt, gaat de kruising dus aanpassen van TN70 x PIC 408 naar TN70 x Tempo beer.

Dat de vleesvarkens werkelijk dol zijn op het brijvoer, blijkt wel als we in de stal zijn en de voermachine net aanslaat. Ze rennen letterlijk direct naar de lange trog.
Dat de vleesvarkens werkelijk dol zijn op het brijvoer, blijkt wel als we in de stal zijn en de voermachine net aanslaat. Ze rennen letterlijk direct naar de lange trog. - Foto: DvD

Familie Lageschaar was een pionier inzake brijvoer. Als bijproducten mengen ze CCM (zie foto), gerst, tarwe, tarwezetmeel, aardappelstoomschillen, wei en tarwegistconcentraat.
Familie Lageschaar was een pionier inzake brijvoer. Als bijproducten mengen ze CCM (zie foto), gerst, tarwe, tarwezetmeel, aardappelstoomschillen, wei en tarwegistconcentraat. - Foto: DvD

Biologische luchtwasser

Al had Bart in alle stallen besturings-, klimaat- en voercomputers van Fancom, in de nieuwste stal koos hij bewust voor Stienen BE. “Reden is dat hier vlakbij een goede verdeler zit en doordat er minder varkensboeren in Nederland zijn, zie je dat er minder voor Fancom gekozen wordt. Stienen BE geeft bovendien een hele goede service.” Ook wat betreft merk en type luchtwasser is de familie Lageschaar overgestapt. Hadden ze achter een stal al een chemische luchtwasser van Uniqfill, achter de nieuwe stal staat een biologische luchtwasser van Prismafilter uit het eveneens Achterhoekse Lichtenvoorde, dus ook weer dichtbij. Bart: “Al is onder meer de ammoniak-reductie bij een chemische luchtwasser van Uniqfill maar liefst 95%, het voordeel van een biologische luchtwasser is dat je geen zwavelzuur nodig hebt.” De biologische luchtwasser van Prismafilter reduceert ammoniak met minstens 85% en je hebt verder geen middelen nodig. Bart: “De uitstoot van ammoniak is dus nihil door deze biologische luchtwasser en ik heb minder mest doordat ik lagere aantallen varkens in mijn stallen heb, vermits ik aan het 1 sterconcept van Beter Leven mee doe.”

De 25 kg biggen komen van een vermeerderingsbedrijf uit Horssen. De familie Lageschaar werkt niet met all in all out , maar krijgt iedere week biggen aangeleverd. het voordeel hiervan is volgens Bart dat hij ook gelijkmatig aan slachterij Westfort kan leveren. Die vindt dat prettig. “En de vermeerderaar ook, want die werkt met een eenweeksysteem, dus het is voor alle partijen gunstig.” Wat aantallen varkens per afdeling betreft, werkt het varkensbedrijf met 42 stuks per afdeling en tot 185 stuks per afdeling in de nieuwste stal. In ieder hok zitten 23 dieren. Dit zijn 2 hokken die door een poortje met elkaar verbonden zijn. Bart: “Dit zogeheten groepshuisvestingssysteem vind ik persoonlijk niet echt goed werken. Het nadeel is meer onrust dan met kleinere aantallen per hok. Een ander nadeel is dat ze meer mesten vooraan in het hok, terwijl je natuurlijk wil dat ze vooral achteraan mesten.”

Voorlopig vooral optimaliseren

De vleesvarkens gaan via handelshuis Schuttert naar slachterij Westfort in IJsselstein. De slachterij van de familie is tevreden over de kwaliteit van het vlees en ook de spier-spekdikte is prima. Bart: “Als het nodig is, dan pas ik het voer natuurlijk aan. Zodoende kan ik op de spier-spekdikte sturen.” De familie heeft één vast personeelslid, dat alle voorkomende werkzaamheden verricht, zowel bij de vleesvarkens als bij het melkvee. Het personeelslid melkt 3 keer per week voor de familie en controleert ook de vleesvarkens om de zondag.

Met het melkvee gaat de familie Lageschaar voorlopig niet uitbreiden. De ligboxenstal uit 2015 functioneert nog prima en de resultaten zijn ook goed. Het rollend jaargemiddelde per melkkoe ligt op een kleine 10.000 l/jaar. Dat ze een splinternieuwe vleesvarkensstal gezet hebben, is ook omdat er opvolgers zijn. Bernard: “Dan is het ook logisch dat je nieuwe stallen zet. Een stal moet in principe 30 jaar mee kunnen, dus dan kan de opvolger ook goed verder boeren.” Met de vleesvarkens gaat de familie voorlopig niet uitbreiden. Volgens Bart is het nu vooral een kwestie van zo goed mogelijk optimaliseren. “Dus dat je met hetzelfde aantal varkens en dezelfde m2 meer productie kunt draaien.”

Frankrijk geeft goede voorbeeld

Wat de huidige klimaatdiscussie betreft, heeft Bart een duidelijke mening. “Ik heb mijn hele mestkelder vol met onder meer stikstof zitten en dan maken ze kunstmest (stikstof dus) in een fabriek! Dat kost enorm veel energie en is dus zeer slecht voor het milieu. En dan wordt nog niet eens meegerekend wat je aan energie kwijt bent om die kunstmest uiteindelijk op het land te krijgen en alle brandstof die daarvoor verstookt wordt. Dan kun je toch veel beter 10 kuub extra mest op een ha doen en dan in Europa geen kunstmest meer strooien? Of in ieder geval een stuk minder kunstmest strooien.”

Natura 2000-gebieden zijn er in Nederland veel te veel volgens de familie Lageschaar. Bernard: “Het zorgt ervoor dat wij nog heel moeilijk kunnen uitbreiden. Dan willen ze je uitkopen, maar ja, waar moet je dan heen? En er moeten nog wel boeren overblijven in Europa om voedsel te produceren. Je ziet het nu aan de gevolgen van de oorlog in Oekraïne hoe belangrijk voedselproductie is. In Nederland wordt voedsel momenteel razendsnel duurder. En als je vruchtbare weilanden en akkers afgraaft voor natuurontwikkeling, dan kun je er decennialang niets meer mee. Neem als Europese landen nou eens een voorbeeld aan Frankrijk. Die gaan maar liefst 300.000 ha braak-gronden terug in productie brengen om de voedselzekerheid te garanderen.” Volgens Bart moet er daarbij tevens een beter verdienmodel komen voor de Europese boer. Dus betere prijzen voor onder meer melk en vlees. En duurzaamheid moet gestimuleerd worden. Op de 2 nieuwste stallen heeft de familie inmiddels 2.000 zonnepanelen liggen met een kWh-piek van 750.000 kWh. Op zonnige dagen kan de helft daarvan gebruikt worden voor de woonhuizen en het complete melkvee- en varkensbedrijf. Bart: “De rest wordt teruggeleverd aan de Nederlandse energiemaatschappij Eneco.”

Maak regels soepeler

Momenteel denkt Bart ook na over het plaatsen van accupakketten voor stroomopslag om niet meer (goedkoop) terug te hoeven leveren aan het net. “Accu’s zouden wat ons bedrijf betreft heel voordelig zijn, omdat je als vleesvarkenshouder ‘s nachts veel stroom verbruikt.” De jonge Nederlandse varkenshouder verwacht dat over een paar jaar heel veel Europese agrarische bedrijven accupakketten hebben staan om stroom in op te slaan.

De familie Lageschaar zou echter ook graag van het gas af willen en dus volledig energieneutraal willen worden. Ze zouden graag met biovergisting willen beginnen. Door dagverse mest te vergisten kunnen ze zo warmte produceren voor alle stallen. Bart: “Het probleem is echter dat de investering voor ons als bedrijf te groot is én, misschien nog wel lastiger, is de vergunningverlening. Het zou heel mooi zijn als de Nederlandse overheid – om niet meer afhankelijk te zijn van bepaalde gasstromen – de (vergunnings)regels voor alternatieven voor gas voor agrarische bedrijven zou versoepelen. Daar zouden wij heel content mee zijn. En je slaat 2 vliegen in één klap: wij hoeven dan geen gas meer te gebruiken en wij kunnen onze mest nóg efficiënter inzetten.”

Dick van Doorn

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken