Startpagina Schapen

Bart van Doorn: Ik wil diervriendelijk werken

Melkschapenhouders Wubbo de Jong en Bart van Doorn trokken in de zomer van 2017 met een volle portemonnee naar Spanje om 500 jonge ooien te kopen. Momenteel hebben ze 400 melkschapen aan de melk met een rollend jaargemiddelde van 550 l per melkschaap.

Leestijd : 9 min

Bart van Doorn en Wubbo de Jong hebben in het Friese Gorredijk (NL) een melkschapenhouderij. Inmiddels is de dochter van Wubbo, Christine, toegetreden tot de vennootschap. Bart is tevens financieel directeur van de agrarische bedrijfsverzorging in de Nederlandse noordelijke provincies Friesland en Noord-Holland.

Bart komt van oorsprong uit een boerenfamilie in het Betuwse Eck en Wiel dat in het midden van Nederland ligt. “Mijn opa van mijn vaders kant had daar in het rivierengebied een paar koeien in de uiterwaarden lopen. Die van mijn moeders kant was voor die tijd al een grote boer met trekkers en een melkinstallatie.” Zijn vader werkte in de utiliteitsbouw en deed grote projecten. Hiervoor moest hij zijn werk achterna reizen en was regelmatig langere tijd van huis, onder andere in België. Uiteindelijk kreeg de vader van Bart werk in Friesland, dus besloot de familie te verhuizen naar het Friese Jubbega. Bart: “Ik ben als kind opgegroeid tussen de koeien bij de opa's en oma's van beide zijden. Van mijn moeders kant hebben familieleden nog steeds grote agrarische bedrijven in Oost-Duitsland en Canada.”

Aankoop boerderij

Na de middelbare school ging Bart naar de Middelbare Agrarische School (MAS). Na schooltijd ging hij altijd al melken bij een melkveehouder, de familie De Jong, die op 200 m van het huis van zijn ouders een boerderij had in Jubbega. “In eerste instantie wilde ik vooral boer worden en niet doorleren, maar de vader van Wubbo stimuleerde me toch een goede opleiding af te maken. Ik ben hoger economisch en administratief onderwijs (heao) gaan doen.” Hij deed deze opleiding omdat je die in de avonduren en zaterdags kunt volgen. Op een gegeven moment kwam er een vacature als agrarisch accountant c.q. agrarisch adviseur bij een accountantskantoor voorbij. Bart solliciteerde hiervoor en werd aangenomen.

Na een paar keer hun huis goed verkocht te hebben, kon de familie Van Doorn in 2017 het melkveebedrijf kopen, waar nu hun melkschapenhouderij gevestigd is. De melkveehouder verkocht zijn bedrijf, omdat hij de regelgeving helemaal zat was. Bart: “En ik heb natuurlijk altijd een goede, vaste baan gehad, dus dan kun je ook makkelijker investeringen doen die nodig zijn.”

Wubbo de Jong, die op het ernaast gelegen adres 350 koeien molk met ruim 200 ha land, en Bart besloten om gezamenlijk een bedrijf op te starten. Bart verzorgde op zijn boerderij al de droge koeien en het jongvee van Wubbo. Ze wilden in eerste instantie gezamenlijk 500 stuks melkvee melken, maar de Nederlandse fosfaatwetgeving gooide roet in het eten. Bart: “De Rabobank was positief over onze plannen, maar door die fosfaatwetgeving ging dat plan helaas niet door.”

De vergunning voor het plaatsen van 2 boogtenten van ieder 200 m2 is al binnen. Bart: “Wij hebben inmiddels te weinig stalruimte en ‘s winters moeten alle schapen natuurlijk wel binnen kunnen staan.”
De vergunning voor het plaatsen van 2 boogtenten van ieder 200 m2 is al binnen. Bart: “Wij hebben inmiddels te weinig stalruimte en ‘s winters moeten alle schapen natuurlijk wel binnen kunnen staan.” - Foto: DvD

Jonge ooien uit Spanje

Bart en Wubbo bekeken welke alternatieve opties er waren. Bart: “Melkgeiten en -schapen leken ons de beste opties. Nico Verduin, die zelf een melkschapenbedrijf heeft in Noord-Holland, hield een lezing over de mogelijkheden met melkschapen. Wubbo was meteen heel enthousiast. In principe hadden wij alleen een melkinstallatie nodig, het land en de schuur hadden wij al.” Bart en Wubbo deden eerst gedegen marktonderzoek en gingen op bezoek bij collega-schapenmelkers. Daar kwam vooral uit naar voren dat het niet heel makkelijk was om te beginnen, omdat afnemers graag grotere volumes melk ontvangen. Bart: “Maar er was één afnemer in Oost-Nederland die wel schapenmelk van ons af wilde nemen. Hij wilde de melk niet heel ver weg halen. Op dat moment haalde hij de melk helemaal uit Frankrijk. Melk met een lagere footprint, zoals dat heet, paste beter bij zijn concept.”

Bart en Wubbo moesten wel minimum 500 schapen melken om voldoende volumes te kunnen leveren. Dus trokken ze naar Spanje om er jonge ooien te gaan kopen. Waarom naar Spanje? Bart: “Ja, in Nederland kun je dergelijke grote aantallen jonge ooien niet krijgen en ook niet van de kwaliteit die ze in Spanje hebben. Sommige Spaanse melkschapenhouderijen melken duizenden schapen. Dus je moet wel met een volle portemonnee naar Spanje afreizen.”

In de buurt van Burgos, in het noorden van Spanje, vonden ze meerdere potentiële schapenbedrijven die grote aantallen jonge ooien konden leveren. Bart en Wubbo keken hun ogen uit, met name wat betreft de professionaliteit van deze melkschapenhouderijen en ook wat betreft de hoge rollende jaargemiddelden tot maar liefst 750 l/jaar/ooi. Bart: “Wij waren wat de aankoop van jonge ooien betreft echter te laat, want die moet je namelijk al in het seizoen daarvoor bestellen.” Dus bestelden Wubbo en hij 500 jonge ooien voor levering april 2018. De prijs per ooilam lag op 265 euro.

Bart en Wubbo hadden nog geen melkstellen voor de melkschapen. Bij een lokale verdeler konden zij een gebruikte SAC- geitenmelkinstallatie kopen.
Bart en Wubbo hadden nog geen melkstellen voor de melkschapen. Bij een lokale verdeler konden zij een gebruikte SAC- geitenmelkinstallatie kopen. - Foto: DvD

Diervriendelijk werken

Het duo had echter nog geen melkstellen voor melkschapen. Bij een lokale verdeler van melkinstallaties in Friesland konden zij een gebruikte Duitse SAC-geitenmelkinstallatie kopen. Bart: “De melkstellen hebben wij deels zelf op de melktafel geïnstalleerd en de verdeler heeft de rest van de installatie geïnstalleerd.” Meteen vanaf het aflammerseizoen in het voorjaar van 2019 werden medewerkers ingezet, ook voor het melken van de schapen. Ze hadden meteen goede resultaten. De betere ooien gaven in die tijd een kleine 2 l per melkschaap. Het rollend jaargemiddelde lag daarmee meteen al op 450 l per melkschaap. Momenteel zitten ze, met inmiddels al de derde lactatie, op zo’n 550 l per melkschaap. “Dat doen we met weidegang zonder ze vol te pompen met krachtvoer. In Spanje doen ze aan summer feeding en krijgen ze heel veel krachtvoer. Als wij dat zouden doen, zou ons rollend jaargemiddelde zeker hoger zijn. Wij willen echter op een diervriendelijke en natuurlijkere manier werken. Onze schapen blijven heel mooi en gezond en dat is beter dan het uiterste van ze te vragen.”

Eigen kaas

De schapenmelk gaat naar Rouveen Kaasspecialiteiten in Noord-Nederland. De kaas die Rouveen maakt, wordt geëxporteerd naar onder meer EU-landen en zelfs naar Amerika. Een klein deel van de kaas die terugkomt, wordt onder eigen label verkocht. Bart lachend: “Het is kaas met een verhaal uit de Friese Wouden. Onze kazen zijn onder meer verkrijgbaar via de plaatselijke Boerenbond in Jubbega, bij kaasboerderijen in de regio en bij Restaurant Smûk en bij Streekvlees in het plaatsje Katlijk. Marianne, de vrouw van Wubbo, en dochter Christine zorgen voor de marketing van deze kaas.

Omdat de melk aan een kaasmakerij wordt geleverd, moet de schapenmelk uiteraard een laag cel- en kiemgetal hebben. Bart: “We moeten dus heel hygiënisch werken en het cel- en kiemgetal continu in de gaten houden.” De schapen worden 2 keer per dag gemolken, ‘s ochtends om 5 uur en ‘s middags om half 5. Bart en Christine melken beiden zo’n 2 à 3 keer per week, de andere dagen melken medewerkers de schapen voor hen. Momenteel zijn er 400 ooien aan de melk en met de 50-stand melkstal van SAC duurt het melken zo’n 2 uur. Na het melken gaan de schapen de weide in en daarna worden de lammeren verzorgd. In totaal is er voor de schapen 37 ha weiland beschikbaar. Daar staat absoluut géén rode klaver in. Bart: “In rode klaver zit te veel blauwzuur en dat is slecht voor de vruchtbaarheid van de melkschapen.” Als de schapen ‘s nachts binnen zijn, dan ligt er voer voor ze klaar op het voerpad.

Brexit bleek voordelig

Een groot voordeel van schapen is volgens de Friese melkschapenhouder ook dat er een goede afzet is van jonge schapenrammen. “Bij geitenbokken is dit natuurlijk wel een probleem, maar schapen worden natuurlijk veel gegeten door moslims en in Nederlandse restaurants staat lamsvlees ook steeds meer op de kaart.” De prijzen voor schapenvlees zijn de laatste tijd overigens enorm omhoog gegaan door de Brexit. Invoer van schapenvlees uit Engeland is door de Brexit – invoeren in EU is moeilijker geworden – sterk teruggelopen. Bart: “En dat terwijl de vraag naar lamsvlees in Europa alleen maar toeneemt.”

Inmiddels hebben Wubbo, Christine en Bart besloten om het gezamenlijke bedrijf in goede harmonie te splitsen. De familie De Jong wil verder met Jersey-melkvee. Wubbo de Jong heeft naast de schapen namelijk samen met zijn dochter Christine inmiddels ook een melkveebedrijf met dit ras. Afgelopen winter verkocht Wubbo de voormalige 350 stuks melkvee. Bart: “Daardoor kunnen wij helaas niet meer optimaal gebruikmaken van het land. Wij lieten voorheen de melkkoeien 2 dagen de weide in en lieten daarna de melkschapen naweiden. Daar molken wij super van en ook voor het gras was het perfect. Koeien en schapen vullen elkaar qua grazen heel mooi aan. Je hoefde vrijwel nooit schoon te maaien.”

Israëlisch melkschaap

In totaal heeft de Friese melkschapenhouder nu 600 ooien. 400 daarvan zijn aan de melk, 100 staan er droog en 100 zijn in de leeftijd 0-7 maanden (bedoeld voor eigen aanfok). Momenteel selecteren ze bij de fokkerij nog niet op productie, maar dat willen ze op de duur wel gaan doen. Bart: “Net als in Spanje, daar doen ze ook aan melkmeting per ooi en hebben ze ook melkcontrole. Daar wil ik ook naartoe werken.” Het schapenras dat in Spanje is gekocht, is het ras Assaf, wat een kruising is tussen de rassen Awassi (5/8e deel) en het Duitse (eigenlijke Oost-Friese) Melkschaap (3/8e deel). In Israël zijn deze rassen zo'n 50 jaar geleden gekruist om een melkschaap te fokken dat robuust genoeg was voor de omstandigheden in die regio. Bart: “Toevallig worden alle ooien volgende week geschoren. Daarvoor huur ik schapenscheerders uit de buurt in, die ook alle wol meenemen die van onze schapen komt.”

Bart werkt nog steeds heel bewust ook buitenshuis. “Een groot voordeel is dat je financieel minder afhankelijk bent en dat je makkelijker kunt investeren in je eigen bedrijf, omdat je een vast inkomen hebt. En je krijgt natuurlijk makkelijker een lening van de bank als schapenbedrijf.” Verder wil de Friese schapenhouder niet alleen maar 24/7 schapenboer zijn. Daar is hij naar eigen zeggen nog te jong voor. Vandaar dat hij tevens financieel directeur is van de Agrarische Bedrijfsverzorging in de Nederlandse noordelijke provincies Friesland en Noord-Holland. Bart heeft samen met zijn vrouw Tea 2 zonen, Kluun van 12 jaar oud en Kijn, die 15 jaar oud is. Bart: “De oudste wil de melkschapenhouderij zeker overnemen. En daar zijn Tea en ik heel blij mee.” Ze zijn dan ook bezig om het bedrijf klaar te maken voor de toekomst. Zo liggen er al 110 zonnepanelen op de daken met een kW-piek van 30.000 kWh. Hierdoor is het bedrijf qua elektra al voor 80% energieneutraal. Als één of allebei de zoons het bedrijf willen overnemen, dan gaat Bart de stal ook groter maken. Een vergunning voor het plaatsen van 2 boogtenten van ieder 200 m2 heeft hij al. Eén boogtent is al geplaatst en hij wil op termijn ook de tweede boogtent plaatsen. Bart: “Wij hadden inmiddels te weinig stalruimte en ‘s winters moeten alle schapen natuurlijk wel binnen kunnen staan.”

Onderbouwde EU-visie ontbreekt

Als directeur van de Agrarische Bedrijfsverzorging in de Nederlandse noordelijke provincies Friesland en Noord-Holland heeft de Friese schapenmelkhouder natuurlijk een brede kijk op de Europese agrarische sector. “Wat ik mis bij de Nederlandse en Europese politiek is een degelijke onderbouwde visie wat betreft de toekomst van de agrarische sector”, aldus Bart. Hij is geen voorstander van een sterke bescherming tegen marktwerking, maar volgens hem wordt nu zowel de kool als de geit gespaard. Bart: “Ik mis een degelijk langetermijnbeleid, het is nu vooral hapsnapbeleid waar de Europese boerensector weinig aan heeft. Een voorbeeld: hier in het noorden werd onlangs gediscussieerd over het toevoegen van water aan mest omdat dat de uitstoot van ammoniak verlaagt. Water toevoegen aan mest zorgt echter voor mest die niet gebruikt kan worden voor mestvergisters, waar momenteel eveneens vol op wordt ingezet. Politici moeten beseffen dat agrariërs behoefte hebben aan een perspectief van zo’n 30 jaar en dat ze daarop kunnen investeren en dat betekent dat je als politicus niet mee moet doen aan de waan van de dag.”

Volgens Bart zie je dat voedselzekerheid, zeker gezien de oorlog in Oekraïne, cruciaal wordt. De continuïteit van de voedselvoorziening moet volgens hem in heel Europa gegarandeerd zijn. Hij wijst op 2 akkerbouwers van een consortium in Oekraïne, die gezamenlijk in totaal 180.000 ha land hebben. “Dus als die 2 akkerbouwers in Oekraïne wegvallen, dan heeft dit enorme consequenties voor Europa. Europa dacht het zich te kunnen permitteren om voedselbeschikbaarheid als iets heel normaals te kunnen beschouwen, maar dat blijkt dus een vergissing. Van Europa één groot natuurgebied maken, is dus echt de verkeerde richting.” Bart is blij dat de melkschapenhouderij in Nederland en Europa nog weinig consequenties ondervindt van regelgeving. Hij ziet, zeker ook door zijn functie, dat andere agrarische sectoren wel last ondervinden van nationale en Europese regelgeving. “Ik pleit er dan ook voor dat, zowel voor de melkschapenhouderij als voor de andere agrarische sectoren, er ruimte genoeg overblijft en dat er beleid wordt ontwikkeld met een visie die boeren de ruimte geeft om gezond voedsel te kunnen produceren.”

Dick van Doorn

Lees ook in Schapen

Mooie Belgische finale van de Ovinpiades 2023

Agribex Wat in 2019 begon met een voorzichtige toenadering vanuit de Waalse schapensector naar Vlaanderen, groeide uit tot een volwaardige wedstrijd voor jonge schapenherders met een Belgische finale op Agribex in Brussel.
Meer artikelen bekijken