Startpagina Veeteelt

Partij voor de Dieren: “Mes en vork zijn machtigste wapens tegen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies”

De Partij voor de Dieren bestaat dit jaar 20 jaar. Hoewel deze partij begonnen was als een kleine Nederlandse politieke partij, werd het principe toch belangrijk genoeg om opgemerkt te worden in vele andere landen. Landbouwleven sprak met Europarlementariër Anja Hazekamp. Ze vertelt wat de partij betekent, voor haar en voor de wereld.

Leestijd : 8 min

H istorisch gezien is de Partij voor de Dieren een vrij recente partij. Ze werd 20 jaar geleden opgericht, in 2002. “Het is de eerste politieke partij die verkozen is in een parlement die zich niet focust op de kortetermijnbelangen van de westerse mens en op zijn geld, maar die zich vooral richt op de langetermijnplannen van de hele planeet en van al haar bewoners”, vertelt Europarlementariër Anja Hazekamp over de partij.

Ze voegde zich bij de partij als fractievoorzitter in de Provinciale Statenfractie in Groningen, en schopte het tot enige Europarlementariër van de partij. Haar initiële drijfveer was duidelijk dierenwelzijn. “Toen ik in de jaren 90 naar de Duitse televisie zat te kijken, zag ik beelden van een jonge stier met een gebroken heup. Die werd met zijn voorpoot uit het water getakeld… met een kraan. Dat dier zag echt af, en dat was voor mij de aanleiding om vrijwilliger te worden bij de dierenbescherming. Nu, 30 jaar later, dacht ik dat dat lang verleden tijd was, maar ik ging naar Kroatië en zag nog net hetzelfde: een dier dat uit het water werd getakeld toen het overboord viel van een schip. Het gebeurt dus nog steeds, ook op Europees grondgebied. Ondanks nieuwe wetgeving in 2005 was er niets veranderd.”

De Partij voor de Dieren ijvert echter niet alleen voor het welzijn van dieren. Hazekamp geeft in een interview een woordje uitleg over de partij en hun doelstellingen.

Over de Partij voor de Dieren

LBL: Hoe belangrijk is de Partij voor de Dieren in hun land van oorsprong, Nederland?

AH: “We zijn in 2006 voor het eerst verkozen in de Tweede Kamer in het Nederlandse parlement, met 2 zetels. Dat was voor de meeste andere partijen wel even wennen, want we hebben een compleet andere benadering voor problemen dan de meeste traditionele partijen. We hebben namelijk een ‘planeetbrede’ visie. Wij willen het maximale doen om de toekomst van onze planeet veilig te stellen voor de komende generaties. We zijn ook uniek in het feit dat we een heel actiegerichte partij zijn. We voeren acties zowel binnen als buiten het parlement. Binnen gebeurt dat natuurlijk subtieler dan buiten, door kleine nuances, zoals bijvoorbeeld in kleding. We zijn sinds onze oprichting langzaam gegroeid, we zijn het groeiend verzet. We zijn vertegenwoordigd in alle (12) provincies, we hebben volksvertegenwoordigers in 29 gemeenteraden, 6 leden in de tweede kamer, 3 in de senaat, 1 in het Europees parlement.”

Wat zijn jullie langetermijndoelstellingen?

We zetten ons in voor de belangen van de zwakkeren, om die te beschermen tegen het recht van de sterkste. Met de zwakkeren bedoelen we niet enkel de zwakkere groepen in de samenleving, maar ook de allerzwaksten. Dat zijn de dieren, de natuur en het milieu. Die worden vaak ondergeschikt gemaakt aan economische belangen. Velen gebruiken zinnen als 'we vinden dieren belangrijk, maar...' Niemand zal zeggen dat ze natuur of dierenwelzijn niet belangrijk vinden. We merken wel dat de ‘maar’ altijd aanwezig is. We willen dat hele systeem veranderen. Dan gaat het niet alleen over het landbouwsysteem, maar ook over het industriële systeem, het economisch systeem waarin alles gefocust is op groei. Zelfs als je spreekt over groene groei, is dat een illusie, want onze planeet heeft de grenzen van die groei al lang geleden bereikt. We moeten naar een model dat afziet van groei.

Opkomen voor de allerzwaksten

Welke acties doen jullie dan als partij?

We doen acties in Nederland en in het Europees parlement. In het Europees parlement hebben we debatten gehad over het biologische actieplan, maar stemmen we bijvoorbeeld ook over beschermde zeereservaten.

Nog een voorbeeld: ik nam het initiatief voor de oprichting van een parlementaire enquêtecommissie over wantoestanden bij dierentransport. Ik ben de afgelopen jaren vrij vaak op missie geweest om dierentransporten te volgen. De aanleiding was dat er honderden gedocumenteerde rapporten waren van maatschappelijke organisaties, van dierenbeschermingsorganisaties, die lieten zien dat de Europese regelgeving niet wordt nageleefd.

Wat is volgens u de grootste verdienste van de partij tot nu toe?

In Nederland zien we nu vooral dat tijdens debatten bijvoorbeeld over het landbouwbeleid heel lang wordt stilgestaan bij dierenwelzijn, volksgezondheid of milieu. Tijdens het eerste debat over landbouwbegroting dat de Partij van de Dieren kon meedoen in Nederland, ging zo'n 60% van de tijd over dierenwelzijn. Dat was bijzonder, want alle partijen zeggen dat dierenwelzijn belangrijk is, maar niemand nam ooit het initiatief, omdat ze andere dingen belangrijker vonden.

Wij noemen onszelf de haas in de marathon. Wij zijn de voorloper, wij zetten de andere partijen aan om meer te doen voor dieren, natuur en milieu. We sporen hen aan om harder te rennen dan ze ooit voor mogelijk hadden gehouden.

Dat klinkt eerder als een leeuw die de partijen achterna zit. Hebben jullie als ‘haas’ dan een extreme kant (links of rechts)?

Ja, toen we 10 jaar bestonden maakten we een documentaire over de partij en we noemden die ook ‘een haas in de marathon’. Elke partij maakt zijn eigen keuzes, maar die zijn nog altijd gefocust op het welzijn van mensen. We classificeren ons niet als links of rechts. In Nederland, maar ook in andere landen, houden die 2 blokken mekaar wel in evenwicht. Zelfs met 2 zetels in de beginperiode hadden we vaak de doorslaggevende stem. We trokken alle voorstellen naar de duurzame kant.

In 2018 is de Partij voor de Dieren gestart in België, DierAnimal. De beweging heeft zich wel verspreid.

Inderdaad. Toen wij met de partij startten, merkten we dat er vanuit andere delen van de wereld ook wel wat interesse was om zo’n partij op te richten. We hebben daarom een internationale beweging opgezet, die wordt aangevuld door de Animal Politics Foundation. Er zijn momenteel internationaal al 20 ‘Partijen voor de Dieren’, waaronder in België. DierAnimal heeft ook meegedaan aan de Europese verkiezingen. Veel van onze zusterpartijen bestaan al langer, maar hebben nog geen volksvertegenwoordigers.

We hebben er wel in Australië, Portugal, Duitsland, de UK,... We zien wel een groei en krijgen steeds meer naamsbekendheid. In Frankrijk is er bijvoorbeeld de ‘Parti animaliste’. Die kreeg bij de verkiezingen even na de oprichting al heel wat zetels. We weten echter ook wel dat het door het verschil in kiesstelsel in sommige landen lastiger is om volksvertegenwoordigers te krijgen dan in andere landen.

Tegen intensieve veehouderij

Welke uitdagingen ziet u nog?

Het is heel erg lastig om de systeemveranderingen die we voor ogen hebben, voor elkaar te krijgen. Een groot deel van het Europees budget voor de landbouw wordt namelijk vooral ingezet op het systeem dat het nu is. Dat komt deels door de lobby van de industrie en van de gevestigde orde. De veterinaire en de farmaceutische industrie, maar ook de industriële landbouw zijn in Europa nog steeds heel erg machtig. Als er progressieve ideeën komen vanuit de Europese commissie, dan zie je dat die worden geblokkeerd onder invloed van die lobby. Het is een uitdaging om dat te stoppen.

Wat zijn de belangrijkste knelpunten in Nederland qua dierenwelzijn?

We zijn de tweede exporteur van landbouwproducten in de wereld, na de VS, en dat terwijl we een klein land zijn. Onze veehouderij is enorm intensief en dat levert heel wat problemen op voor dieren. Het zorgt niet alleen voor dierenwelzijnsproblemen op boerderijen maar ook in slachthuizen. Omdat de snelheid van slachten heel hoog is, is er weinig aandacht voor de individuele dieren, en ook de controle daarop is ontoereikend.

Omdat er zoveel dieren dicht bij elkaar zitten, kunnen er problemen ontstaan met zoönose. We hebben ook problemen met vogelgriep en in 2007 hadden we problemen met Q-koorts. Q staat voor question, omdat over die ziekte heel veel onduidelijkheid was. Het is een ziekte die al langer bestaat en die overgebracht werd door schapen en geiten. Alleen mensen in direct contact met dieren tijdens de bevalling konden het krijgen. Vooral boeren en veeartsen kregen deze ziekte dus. Het is een milde ziekte, maar er zijn toch 100 mensen aan overleden in de periode 2007-2008. Vele 10.000 schapen en geiten zijn doodgemaakt. Nergens anders in de wereld in deze vorm uitgebroken.

Q-koorts is een milde ziekte die van schapen en geiten kan doorgegeven worden op de mens. Toch zijn er 100 mensen in Nederland aan overleden in de periode 2007-2008.
Q-koorts is een milde ziekte die van schapen en geiten kan doorgegeven worden op de mens. Toch zijn er 100 mensen in Nederland aan overleden in de periode 2007-2008. - Foto: LBL

Daar kwam nog bij dat het via de lucht overgebracht kon worden over een afstand van zelfs 5 km. Er is nog steeds heel veel onduidelijkheid over het waarom, maar wij weten het antwoord wel: Nederland heeft een heel intensieve geitensector en in het gebied waar de ziekte voor het eerst uitbrak, waren er heel veel intensieve geitenbedrijven (duizenden dieren per stal, intensief gesloten systeem). Wetenschappers zeggen dat de volgende pandemie waarschijnlijk niet ontstaat in Wuhan, China, maar in Nederland.

Werken met de natuur

Zijn jullie dan eerder biologisch gericht?

Wel, onze vorige fractieleider in de tweede kamer sloot altijd de speeches af met dezelfde woorden: 'Voorts ben ik van mening dat de bio-industrie moet worden afgeschaft'. (De bio-industrie is een oude term voor de intensieve veehouderij in Nederland). We willen dat afgeschaft zien.

Een van de oplossingen is om meer biologisch te werken. We moeten naar een landbouwsysteem dat meewerkt met de natuur en niet tegenwerkt. Ook in het biologisch actieplan wordt nog te vaak gedacht in technische maatregelen, zoals vermindering in gewasbescherming. Ik geloof dat na de transitie naar natuurlijke landbouw de opbrengsten niet moeten onderdoen in vergelijking met gangbare landbouw. Het houdt ook in dat we veel minder dieren moeten houden, niet alleen in Nederland, maar in de hele wereld.

Dus jullie willen ook minder export? Is dat de consequentie als er minder dieren zijn?

We pleiten eerder voor een gemeenschappelijk voedselsysteem dan voor een gemeenschappelijk landbouwsysteem. De vraag is: hoe produceer je voldoende kwalitatief voedsel op een duurzame manier met korte ketens in plaats van dat het voedsel heel de wereld door moet?

Wat we wereldwijd ook zien, is dat de veehouderij voor veel problemen zorgt, vooral omdat de eiwitproductie in dieren heel ongunstig is. Er gaat ontzettend veel veevoer naar dieren. Dat is een ongunstige conversie. Het grootste deel van onze landbouwgrond gaat naar veevoer en niet naar de productie van mensenvoeding. Tegelijkertijd merken we dat een te grote consumptie van vlees leidt tot problemen voor de volksgezondheid. En een groot deel van de uitstoot komt van de veehouderij, zowel direct als indirect door de productie van veevoer en de daarmee gepaard gaande ontbossing.

We praten momenteel over 2 grote crisissen in de wereld: de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis. 1 miljoen soorten worden momenteel met uitsterven bedreigd. In die 2 crisissen speelt de veehouderij een enorme rol. De universiteit van Oxford berekende dat als iedereen enkel plantaardig zou eten, dat een enorme bijdrage zou leveren aan het klimaat. Tegelijkertijd zou 76% van alle landbouwgrond niet meer nodig zijn. Die ruimte zou je dan kunnen gebruiken om te investeren in biodiversiteit.

Bent u dan zelf vegetariër?

Ik ben veganist. Ik geloof dat je het probleem niet kan oplossen zonder deze richting uit te gaan. We zien dat er vaak gewezen wordt naar de industrie, naar de transport... als het gaat om uitstoot. Als je je dan realiseert dat de veehouderij een grotere impact heeft op broeikasgassen dan alle verkeer en vervoer samen, dan kan je niet zeggen dat we het probleem enkel oplossen door elektrische auto's, door geen vliegtuig meer te nemen en door de veehouderij te negeren. Het probleem moet opgelost worden door in alle sectoren maatregelen te nemen. Om elektrische auto's goed in te voeren moet de infrastructuur er zijn en dat duurt een tijdje. Iedereen kan echter besluiten om vanaf vandaag geen of minder vlees te eten. Dat is een hele makkelijke oplossing. 'Mes en vork zijn de machtigste wapens tegen de klimaatverandering en biodiversiteitsverlies'. En zo help je ook het dierenwelzijn vooruit.

Marlies Vleugels

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken