Startpagina Schapen

Preventieve gezondheidszorg bij schapen: Ziekten van A(bortus) tot Z(woegerziekte) (deel 2)

De afgelopen weken waren er in Oudenaarde en Geel 2 praktijkdagen voor houders van kleine herkauwers, kaderend in het demo-project Preventieve Gezondheidszorg : Ziekten van A(bortus) tot Z(woegerziekte).

Leestijd : 6 min

Het demonstatieproject eindigde op 31 mei, na een looptijd van 2 jaar. De partners in dit project waren de vzw Vlaamse Schapenhouderij (VSH; coördinator), Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) en KU Leuven. Het project werd gefinancierd door Vlaanderen en Europa. Vorige maand bespraken we de ziekten blauwtong, listeriose en zwoegerziekte, naast de aandacht die er gegeven werd aan ergonomie (rugbelasting ) en het vaccinatiebeleid. In dit artikel gaan we dieper in op alles wat met klauwbehandeling en -verzorging te maken heeft en op rotkreupel.

Klauwaandoeningen

Norbert Steurbaut, dierenarts, startte met de beschrijving van diverse redenen van kreupelheid of manken. Eén daarvan zijn klauwaandoeningen. Bij melkgevende ooien kan manken aan de achterpoten echter ook wijzen op uierontsteking en op een pijnlijke uier, zonder dat er iets verkeerd is met de klauwen. Het is belangrijk dat een schapenhouder hiervoor voldoende aandacht heeft. De belangrijkste klauwaandoeningen zijn tussenklauwontsteking, een blein (= een witte lijn degeneratieabces) en rotkreupel.

De bouw van een ‘normale’ klauw wordt beschreven en de hoorn van de klauw groeit ongeveer 0,15 mm per dag. Bij een klassieke klauwverzorgingsvisie worden de klauwen twee- à driemaal per jaar bekapt: na het lammeren, bij het scheren en zeker ook voor het dekseizoen, samen met de uiercontrole. Bij tussentijdse kreupelheid wordt uiteraard ook het betreffende dier gecontroleerd. Meer recent is er vooral in de landen met grotere kudden een nieuwe visie ten opzichte van klauwverzorging ontstaan: hierbij wordt het systematisch bekappen achterwege gelaten en wordt alleen bij problemen opgetreden, eventueel met inzet van antibiotica.

Kreupelheid heeft een negatieve impact op het dier (welzijn) , maar ook op de schapenhouder (financiële kost) en op het milieu (producten voor de voetbaden). Kreupelheid heeft een negatieve invloed op de conditie, op de vruchtbaarheid (ook van de ram), op de weerstand van de lammeren (meer sterfte) en op de groei. Hoe de klauwverzorging juist moet gebeuren, werd na de lezingen in de praktijk gedemonstreerd (zie verder).

Rotkreupel

Rotkreupel wordt veroorzaakt door een synergisme van 2 bacteriën , namelijk Fusobacterium necrophorum en Bacteroïdes nodosus, maar van deze laatste zijn er meer dan 10 serotypes in omloop. De besmetting komt het bedrijf binnen door aankoop of huur van dieren, door deelname aan prijskampen of via laarzen of schoeisel (eigen laarzen, van de dierenarts of van de bezoekers). Fusobacterium veroorzaakt een tussenklauwontsteking, maar de impact van bacteroïdes is groter: een enzyme zorgt voor het losmaken van de hoornwand, maar ook voor de walgelijke geur, die zeer kenmerkend is voor rotkreupel. Zeer belangrijk is dat de bacteroïdesbacterie maximaal 14 dagen overleeft op de wei, als daar geen dieren lopen. Dit is voor het bedrijfsmanagement bij aantasting een belangrijk gegeven.

Rotkreupel komt vooral voor bij een temperatuur hoger dan 10 °C en wordt bevorderd door vochtigheid. Er zijn qua gevoeligheid rasverschillen, dierverschillen en jonge dieren zijn gevoeliger dan oudere. Bij aantasting betreft het meestal meerdere dieren, waarvan soms één poot die aangetast is of soms meerdere poten.

Voor de graad van aantasting heeft DGZ een scorekaart ontwikkeld. Score nul is een normale klauw, score 1 staat voor een rode tussenklauwhuid (maar droog), score 2 wijst op een ontsteking van de tussenklauwhuid (rood en vochtig), bij score 3 is er al het loslaten van de zoolhoorn, bij score 4 krijgen we de ergste situatie, namelijk een bloederig geheel.

De gevolgen van rotkreupel zijn niet min: de dieren gaan meer liggen, minder eten en bijgevolg vermageren, met als resultaat minder melk en minder lammeren. De nieuwe hoornvorming bij aanwezigheid van rotkreupel is voosachtig of overdadig. Gezien de wondsituatie tussen de klauwen is dit een ideale uitgangspositie voor myiasis.

Gezien de grote impact is de vraag hoe men bij aantasting weer alles (min of meer) onder controle kan krijgen? Punt 1 is besmette dieren en dragers reduceren, door behandelen, vaccineren, opsplitsen in besmet/niet-besmet en het finaal opruimen van de recidivisten. Punt 2 is de weerstand verhogen door genetische selectie en/of vaccinatie. Punt 3 is de pootgevoeligheid verminderen door klauwverzorging en klauwbaden. En punt 4 is een aangepaste bedrijfsvoering: quarantaine bij aankoop, droge weiden, droge stallen, en eventueel vaccinatie, aangevuld met ‘schone weiden’, waar 14 dagen geen schapen op liepen.

Behandeling van rotkreupel

Er zijn diverse vormen van ‘behandelen’: vooreerst de klauwen verzorgen, gecombineerd met een voetspray, of gebruik van voetbaden, of gebruik van antibiotica, of het toepassen van vaccinatie. De klauwen verzorgen betekent het reinigen van de hoeven, overtollige hoorn en ondermijnde hoorn wegsnijden, en dit voor de 4 poten en voor alle dieren in de kudde.

Eenmaal de hoeven bijgewerkt zijn, kan men een voetspray toepassen op basis van oxytetracycline. Bij gebruik van voetbaden moeten deze voldoende diep zijn en voldoende groot. Qua productengebruik in de voetbaden is er wat discussie wat nog toegelaten is. Er was formaldehyde, maar dit product is irriterend en zou kankerverwekkend zijn. Er is zinksulfaat, maar advies is momenteel eerder gericht op gebruik van organische zuren of etherische oliën.

Gebruik van antibiotica gebeurt uiteraard door en in overleg met je dierenarts. Middelen zijn onder andere lincospectin, mycotil (risicovol product), draxin of tylan. Om bij ernstige problemen terug op de goede weg te geraken, wordt vaccinatie met footvax aangeraden. Subcutaan, 1 ml, met een interval van 4 à 6 weken, en nadien ofwel om de 6 maand bij ernstige druk, of jaarlijks. Vaccinatie gebeurt niet de laatste maand van de dracht of de eerste maand na het werpen. Een nadeel van vaccinatie is dat er op de injectieplaats tijdelijk serieuze zwellingen (abcessen) kunnen optreden.

Om bij probleembedrijven uit de impasse te geraken is een combinatie van (herhaalde) klauwverzorging, het opsplitsen van de groep dieren in besmet/niet besmet, voetbaden, eventueel gebruik van antibiotica en het inscharen in ‘propere’ weiden, aan de orde om stap voor stap uit het dal te klimmen. En finaal moeten de dieren die blijven problemen geven, worden afgevoerd.

Praktijkdemo

Dr. Steurbaut heeft vervolgens ook voor elke groep in de praktijk gedemonstreerd hoe de klauwen moeten verzorgd worden, en ook hoe vaccinaties het best geplaatst worden. In het kader van rugontlasting en ergonomisch werken waren er, dankzij de medewerking van de firma AGRO-P.E.S. uit Sint-Katelijne-Waver, ook diverse kantelapparaten voor klauwverzorging en ook een schapenstoel beschikbaar, waarvan de werking kon gedemonstreerd worden. Dit is uiteraard erg verhelderend (zie ook de foto’s). De grootte van de kudde in relatie tot de kostprijs van de toestellen zal echter de haalbaarheid van deze investering bepalen.

De kantelstoel: een eenvoudig, maar doeltreffend apparaat.
De kantelstoel: een eenvoudig, maar doeltreffend apparaat. - Foto: AC

Een kantelapparaat voor klauwverzorging van schapen om de rugbelasting van de schapenhouder te verlichten.
Een kantelapparaat voor klauwverzorging van schapen om de rugbelasting van de schapenhouder te verlichten. - Foto: AC

Wat kost klauwbehandeling?

Jasper Tavernier (RCC-Belgium) gaf een toelichting omtrent het gebruik van een rekenmodel om kosten en opbrengsten van diverse methoden van klauwbehandeling te vergelijken. Hij vergeleek klauwbaden met ofwel het vaccineren ofwel met groepsbehandeling of met individuele verzorging (op basis van antibiotica). Zijn conclusie was dat elke methode kan werken. Klauwbaden hebben een verdoken arbeidskost, maar het meest rendabel zijn een individuele behandeling of vaccinatie of groeps-klauwverzorging. Belangrijk is dat de toegepaste methode geïntegreerd wordt in het globale bedrijfsmanagement.

Besluit

Op de 2 praktijkdagen, als afsluiting van het demoproject ‘Preventieve gezondheidszorg voor kleine herkauwers’ werd heel wat interessante informatie gebracht voor de talrijke bezoekers. Als we de 4 ziekten echter van nabij bekijken, zijn zwoegerziekte en rotkreupel door strenge bioveiligheidsmaatregelen te vermijden, is listeria vooral te voorkomen door streng te zijn op de kwaliteit van het verstrekte voeder en is blauwtong- beveiliging het best gediend met de nodige vaccinatie(s). Het project heeft terecht ook ergonomie en de methodiek van omgaan met schapen onder de loep genomen, want rugproblemen zijn voor menig schapenhouder wel reëel.

André Calus

Lees ook in Schapen

Franse schapenhouderij op weg naar meer duurzaamheid

Schapen In Frankrijk is de schapenhouderij zowel qua vlees- als melkproductie heel wat belangrijker dan in Vlaanderen. Door het Idele , het Institut de l’Elevage, met zetel in Parijs, wordt dan ook nogal wat onderzoek gedaan in verband met schapenhouderij. Tijdens een webinar op 14 december 2023 werden de eerste Franse resultaten voorgesteld van het project ‘Green Sheep’.
Meer artikelen bekijken