Startpagina Bedrijfsnieuws

Oplossingen zoeken met beperkt middelenpakket

Met een steeds kleiner wordend middelenaanbod is gewasbescherming niet evident. Syngenta werkt aan nieuwigheden en zoekt ondertussen oplossingen met de bestaande middelen.

Leestijd : 5 min

Een goed toegepast gewasbeschermingsschema blijft de sleutel voor een gezonde teelt, maar rassenkeuze is en wordt naar de toekomst toe steeds belangrijker. Dit bleek uit het proefveldbezoek dat we midden juni deden bij Syngenta.

Onkruidbestrijding in maïs

“Het onkruidbestrijdingsschema dat je in maïs wil gebruiken, hangt af van de aanwezige flora. In maïs zijn er geen actieve stoffen bijgekomen. Syngenta houdt zich vast aan de triketone mesotrione als basis” legt gewasadviseur Mario Lagrou uit. “Mesotrione zien we als basis in de schema’s, zowel solo als in combinatie met andere actieve stoffen, zoals bijvoorbeeld in Calaris, Camix en Elumis.” Verder verwacht Syngenta bij sommige herregistraties doseringsbeperkingen zoals ze al bij Calaris hebben gekregen en bijkomende restricties naar gebruik toe, zoals bij terbutylazine. “Calaris kon vroeger aan 1,5l/ha, maar dit werd beperkt tot de helft. De 0,75l moet je dan aanvullen met mesotrione als triketone. Syngenta is dus naarstig op zoek naar schema’s die nog mogelijk zijn.”

Naast een triketone heb je in een schema nog een bodemmiddel ( Dual Gold/Lecar/Codal) nodig, een specifiek grassenmiddel (nicosulfuron of foramsulfuron) en een middel tegen moeilijke dicotylen zoals Peak of Casper. Volgens de ervaring van Syngenta hebben Peak en Casper een zeer goede werking tegen moeilijke dicotylen zoals kamille, perzikkruid, zwaluwtong, zuring, datura en ook tegen haagwinde. Datura zien we in de praktijk enorm toenemen in diverse teelten. Met een standaard-schema (Lumica 1l + Dual gold 0,9l + Samson 0,5l + Peak 15g of met terbutylazine Lumica 0,75l + Gardo Gold 2l + Samson 0,5l + Peak 15g) is die in maïs goed te bestrijden. “We waarschuwen wel dat datura ook later kan kiemen, in juli/ augustus, en dan zit er niets anders op dan die handmatig met handschoenen te verwijderen.”

Zaaizaadontsmetting

Mario Lagrou wijst nog op de voordelen van Force Evo in aardappel en maïs. “Nu de neonics sinds enkele jaren niet meer als zaaizaadontsmetting gebruikt kunnen worden tegen ritnaalden, zijn immers andere oplossingen nodig.” De actieve stof teflutrine hebben we als zaaizaadontsmetting en die werkt goed tegen ritnaalden toe als je maximum 3 cm diep zaait. Het werkt als dampwerking rond het zaad. “Dit is echter geen 100% oplossing. Als de druk te hoog is, adviseren we het gebruik van het granulaat Force Evo op basis van teflutrine. Hiermee heb je een heel goede werking, op voorwaarde dat je het granulaat mooi verdeelt over de volledige diepte van de zaaivoor.”

Tarwe: op zoek naar een T1 met roestbestrijding

In tarwe biedt Syngenta Solatenol aan in het gamma. Dit is de handelsnaam voor de werkzame stof benzovindiflupyr, die wordt gebruikt in de fungiciden Elatus Plus, Velogy Era en Ceratavo Plus. Het is een SDHI die werkzaam is tegen roest in de T2-bespuiting.

Voor Syngenta ligt het echte probleem echter niet in de T2, maar in de T1. “Het aantal producten op de markt neemt van seizoen tot seizoen af en de actieve stoffen die nog op de markt zijn, dreigen te verdwijnen. Wij vrezen dat de enige nog beschikbare producten over een paar jaar niet meer de meest doeltreffende zullen zijn tegen roest. Bovendien is de veredeling sterk gericht geweest op resistentie tegen septoria, en veel minder op roest. We zien hierdoor een slechte evolutie, en meer problemen door roest. Daarom test de onderneming nieuwe oplossingen op haar proefpercelen”, aldus gewasadviseur Christian Walravens.

In eerste instantie werd een toepassing van prothioconazool in de T1 op de proef gesteld. Het resultaat: “Het gedrag tegen gele roest is goed, maar niet perfect. Bovendien geven wij er de voorkeur aan om deze werkzame stof voor de T2 te bewaren en vooral niet tweemaal tijdens het seizoen te gebruiken. In een tweede proef werd bromuconazool gemengd met fenpropidin, dat werd geselecteerd vanwege zijn versterkende werking op triazolen. Dit is een combinatie die we willen kunnen gebruiken voor de T1.”

Als derde proef worden bromuconazool en fenpropidin gecombineerd met Amistar (250g/l azoxystrobin). “Volgens onze waarnemingen kan dit mengsel op lange termijn een oplossing zijn voor gele roest”, aldus Christian Walravens. “Proeven zonder triazool tonen aan dat deze chemische familie onmisbaar is bij de aanwezigheid van deze schimmel.”

Rhizoctonia in suikerbieten

In suikerbieten vormt rhizoctonia in sommige gebieden een probleem. “Genetische vooruitgang op dit gebied is belangrijk en er zijn veel tolerante variëteiten op de markt. Tolerantie betekent echter niet dat ze resistent zijn. De rassenkeuze moet worden gecombineerd met gewasbescherming, vooral in geval van zware aantasting”, zegt Christian Walravens.

Syngenta heeft Angle, Quadris Gold en Bicanta in het gamma, met allen dezelfde samenstelling (125g/l difenoconazool en 125g/l azoxystrobin). Deze zijn goedgekeurd voor bescherming tegen klassieke bladziekten van bieten, voor gebruik van eind juli tot begin augustus. “Na een uitbreiding van hun registratie kunnen ze ook worden toegepast vanaf het 8-10 bladstadium om de bescherming tegen rhizoctonia te verzekeren”, voegt hij eraan toe. Er moet dus vanaf het begin van het seizoen worden ingegrepen, wat een perfecte kennis van de gezondheidstoestand van de percelen vereist.

Aardappelteelt

In aardappel werden verschillende aspecten besproken, waaronder de bescherming van de knollen. “We hadden eerder Maxim in onze catalogus, maar dit product had veel beperkingen. We hebben het verbeterd om het gebruiksvriendelijker te maken. Zo ontstond Maxim 100FS (100g/l fludioxonil), dat onlangs op de markt werd gebracht.”

Dit product kan in een dosis van 0,25 l/ton pootgoed worden aangebracht op een rollenleestafel of rechtstreeks op de pootmachine. Het is zo samengesteld dat het goed over de knollen wordt verspreid, waardoor ze worden beschermd tegen rhizoctonia, zilverschurft en zwarte spikkel.

Christian Walravens gaat verder over de onkruidbestrijding: “Wij testen momenteel Defi (800g/l prosulfocarb), in combinatie met andere actieve stoffen, in aanwezigheid van nachtschade. Dit onkruid heeft de bijzonderheid dat deze het hele seizoen door kan kiemen, wat het moeilijk maakt om het te bestrijden.”

Ten slotte werd aandacht besteed aan bladziekten. In het geval van phytophthora werd de nadruk gelegd op preventie, dus nog voor de schimmel zich op het perceel heeft gevestigd.

De andere bladziekte waartegen wordt opgetreden is alternaria. “Hier speelt de geschiedenis van het perceel een grote rol – veel meer dan het klimaat – omdat de sclerotia tot 7 of 8 jaar in de grond kunnen overleven. Er is echter nog een complicatie: er is geen curatieve bestrijding voorhanden.” Om te voorkomen dat de ziekte zich verspreidt, beveelt Syngenta aan om half juli een eerste behandeling uit te voeren met bijvoorbeeld Amphore Plus (18% cymoxanil + 25% mandipropamid) of Carial Star (250g/l difenoconazool + 250g/l mandipropamid), waarbij de producten moeten worden afgewisseld.

Marlies Vleugels

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken