Startpagina Vleesvee

Een toekomst voor dubbeldoelkoeien

Op dinsdag 14 juni hield Boerenforum een bijeenkomst in Poperinge in het teken van de dubbeldoelkoeien uit onze streken. De organisatie wilde een eerbetoon geven aan onze eigen dubbeldoelkoeienrassen en aan de boerinnen en de boeren die ze al die tijd in stand hielden.

Leestijd : 9 min

De dubbeldoelkoe leek in het tweede deel van vorige eeuw een relict uit het verleden. De moderne landbouw had nood aan gespecialiseerde bedrijven en we gingen aan de slag met de ultieme melkkoe of de vleeskoe bij uitstek (of was het ‘uit-steak’?). Naast wat robuuste koeienrassen voor extensieve begrazing en enkele robuuste melkveerassen, zoals Jersey of Montbéliarde, was de toekomst er één van mevrouw Holstein en meneer Belgisch witblauw of ‘den dikbil’.

Geef dubbeldoelkoeien opnieuw een kans

Met de opkomst van de biologische landbouw kwam er schijnbaar terug een kans voor de lokale rassen van dubbeldoelkoeien, maar daarvoor is het percentage aan biobedrijven nog te laag. Zeker wanneer we vaststellen dat nog geen kwart van die bedrijven koeien heeft én dat er vaak gekozen wordt voor buitenlandse koeienrassen.

Het Vlaamse landbouwlandschap is echter gezegend met doorbijters: boerinnen en boeren die geen afstand deden van de kudde van hun ouders... of van hun grootouders. Ze hebben iets in stand gehouden dat voor hen waarde had. En, anders dan het stereotype misschien doet vermoeden, deden ze dat niet enkel uit nostalgie, maar hadden ze ook heel goed hun rekening gemaakt. Zelfs al bleven veel van deze bedrijven in de gangbare sector, toch weten ze heel goed waarom die dubbeldoelkoeien bij hun bedrijf passen en hoe hun bedrijfseconomisch model eruitziet.

West-Vlaamse rode koeien

Boerenforum ging tijdens de bijeenkomst langs op het bedrijf De Stoppel van Fien Deschacht. Fien heeft een gemengd landbouwbedrijf met biologische groenten, lokale West-Vlaamse rode koeien en koeien die een kruising zijn tussen Holstein met Brown Swiss. Haar kudde bestaat momenteel uit 7 koeien. De verkoop van haar zuivel gaat hand in hand met de verkoop van haar groenten. Beide liggen keurig naast elkaar in de hoevewinkel.

Iedereen verzamelde op het bedrijf van Fien Deschacht om naar haar bedrijfsidee te luisteren.
Iedereen verzamelde op het bedrijf van Fien Deschacht om naar haar bedrijfsidee te luisteren. - Foto: CC Wervel.be 2022

De West-Vlaamse rode koeien kocht Fien bij Joël en Martine Bulckaert, een gedreven boerenechtpaar dat zeer goed weet waarom ze aan hun West-Vlaamse rode koeien hebben vastgehouden. Het is een verhaal van wikken en wegen, maar vooral ook een verhaal van goed doorrekenen en de kosten zo laag mogelijk houden. Joël en Martine lichtten hun bedrijfskeuzes toe in de prachtige vergaderruimte op de zolder van de boerderij van Fien.

Martine en Joël lichtten tijdens het overleg toe waarom zij aan de West-Vlaamse rode koeien vasthielden.
Martine en Joël lichtten tijdens het overleg toe waarom zij aan de West-Vlaamse rode koeien vasthielden. - Foto: CC Wervel.be 2022

Daarnaast gaf ook Jarno Vandepoel, veeteler met dubbeldoelkoeien in Hoeleden, een woordje uitleg over zijn dieren. Hij heeft van kinds af gezien hoe zijn vader Luc verder ging met de kudde witblauwe dubbeldoelkoeien van zijn grootouders. Hij leerde er ook hoe je dergelijke koeien mooi ‘aan de melk’ krijgt door een goede voederstrategie vanaf de jonge jaren.

De dubbeldoeleconomie: voor koe, mens en bodem

Jarno beschreef zijn bedrijfsmodel als dubbeldoeleconomie. De dubbeldoeleconomie gaat uit van de fysieke sterkte van de dubbeldoelkoeien. Het zijn robuuste koeienrassen die gemaakt zijn om met een zeer basic voederrantsoen toch melk te produceren. De sterke hoeven en het sterke gestel van een koe ‘met wat vlees om het lijf’ zorgen ervoor dat de veeartskosten flink kunnen worden teruggedrongen en dat we spreken over moederdieren met een goede langleefbaarheid. De goede koeien van de kudde mogen vaak meer dan 10 jaar doorgaan met kalveren en de periode tussen 2 lactaties kan vaak flink worden teruggedrongen door de hoge vruchtbaarheid van de koeien.

De goede voederconversie en de mogelijkheid om met de dieren te grazen op extensievere percelen zoals natuurgebieden, maken het mogelijk om de kostenstijging aan de inputzijde van onze bedrijven terug te dringen.

De dubbeldoeleconomie gebruikt de robuuste eigenschappen van de runderen. Vooral het jongvee is gebaat bij een jeugdgroei op schralere graasweides of met minder voedselrijke snedes. Op die manier wordt de penswerking gestimuleerd en optimaliseer je als boer(in) de pensgrootte. De bedoeling is om die vaarzen, in hun toekomst als melkkoe, optimaal te laten presteren op zeer voedselrijke grasklaversnedes. De dubbeldoel-economie is er één waarmee we niet alleen de koe voeden, maar ook de bodem en de mens.

West-Vlaamse rode koeien op de weide

De kansen voor dubbeldoelkoeien in onze bedrijven vanuit theoretische hoek belichten, viel in goede aarde bij de aanwezige boeren en boerinnen. Bij het bezoek op het bedrijf van Martine en Joël gaf ook Carlos Scharlaeken een woordje uitleg. Hij is één van de andere boeren die nog met West-Vlaamse rode koeien werken.

De West-Vlaamse Rode koeien waren net bezig met herkauwen in hun weides. Met onze aankomst ging het grootste deel rechtstaan en konden we zien hoe prachtig die dieren zijn met een dieprode kleur, de lage, stevige poten en de mooie, goedgevormde uier. Aan die dames ontbrak niets én het vakmanschap van de familie Bulkaert komt erin terug. Op het bedrijf wordt gretig gebruikgemaakt van de databank die het CRV beheert. De verschillende stieren uit die databank worden op een doordachte manier in de kudde ingekruist.

Jarno Vandepoel roemde die doordachte kruisingsstrategie van de Bulkaerts. Het levert mooie koeien op met een goede achterhand en een mooie ophanging van de uier, maar het duidt ook wel op de risico’s binnen de oude dubbeldoelrassen van ons land. Die risico’s zijn er 'ondanks' de goede zorgen van de laatste boerinnen en boeren die voor die oude koeienrassen kiezen.

Landrassen in nauwe schoentjes

In het Vlaamse scenario zijn we tot hiertoe nog gezegend met nog 4 lokale dubbeldoelkoeienrassen. Wij noemen die koeienrassen graag onze landrassen. Die landrassen ontstonden spontaan in bepaalde regio's doordat er weinig genetische uitwisseling was in het verleden en doordat een kruising van een ander ras vaak heel strategisch gebeurde. We merken echter ook op dat die landrassen vaak een duw in de rug kregen door een stamboekwerking en door enkele enigmatische jaarmarkten en veehouders.

Het gaat vandaag echter heel wat moeilijker met die lokale landrassen. Van al de lokale rassen blijft, na de zogeheten rationalisering van de landbouw, niet zo veel meer over. Jarno Vandepoel somde de cijfers van de 4 overblijvers op: 3 bedrijven met West-Vlaamse rode en 231 dieren (enkel de dubbeldoelkoeien meegeteld) waarvan 57 onder melkcontrole; 22 bedrijven met Oost-Vlaams wit-rood met 1.205 dieren, waarvan 489 onder melkcontrole; 19 bedrijven witblauw dubbeldoel met 1.270 dieren in Vlaanderen, waarvan 590 onder melkcontrole, een 3.000-tal in Wallonië en een kleine 500 in Noord-Frankrijk; daarnaast nog 5 bedrijven met Kempisch roodbont met zo’n 461 dieren, waarvan 162 onder melkcontrole.

Te weinig geïnteresseerde boeren

De zwakke plek in heel dit verhaal is niet alleen het lage aantal van de veestapels, maar ook het beperkt aantal bedrijven dat ermee aan de slag gaat. Er zijn simpelweg te weinig boer(inn)en mee bezig, waardoor de genetische diversiteit enorm aan het vernauwen is.

De aanwezigheid van nog flinke aantallen 'rietjes' in de spermabanken is een kans, maar voor Jarno Vandepoel is meer nodig. “Stieren aanhouden zou een cruciaal onderdeel moeten vormen van die 'dubbeldoeleconomie',” stelde hij. “Eigenlijk moet je op een kudde van 60 dieren enkele van de topkoeien laten insemineren met zaad van een topstier, maar de overige koeien uit je kudde moet je laten dekken met stieren die je aankoopt of zelf aanhoudt. Op die manier creëer je ruimte in de genetica van je kudde, maar creëer je ook de kans dat er opnieuw topstieren bijkomen. Het is niet aan elke boerderij gegeven om een drietal stieren aan te houden, maar het is wel van vitaal belang voor de genetische diversiteit.”

Hij ziet dat die strategie nu vruchten afwerpt in de witblauwe dubbeldoelsector: “Doordat enkele boerderijen in Wallonië en Vlaanderen (waaronder hijzelf red.) stierkalveren aanhouden, is de genetische diversiteit in die witblauwe dubbeldoelveestapel aan het stijgen. Momenteel hebben we op die manier al meer genetische basis dan de dikbilsector, ook al lopen er hier flink wat meer dikbillen rond.”

Eisenpakket

Dat brengt ons bij de eisen die voortkwamen uit deze studiedag. We merken op dat de subsidies die de Vlaamse overheid geeft voor het in standhouden van de landrassen hun vruchten afwerpen. Het scheelt iets in de jaarlijkse eindafrekening als je per koe zo’n 260 euro krijgt, maar het is duidelijk gebleken uit het verleden dat dat niet voldoende is.

Op het vlak van individuele bedrijfsgerichte steun halen we de 3 volgende eisen naar voren:

• De premie per melkkoe moet worden behouden.

• Er is ook nood aan een financiële tegemoetkoming voor boerinnen en boeren die stieren aanhouden.

• Er moet ook ondersteuning zijn voor boerinnen en boeren die zelf zaad (lees rietjes) van hun dieren willen bijhouden om hun genetische keuzemogelijkheden te vergroten.

Voor een bredere ondersteuning van de landrassen moet er echter ook op een ander niveau worden gedacht. Een landbouwsector is meer dan een som van de bedrijven. Er is ook sprake van een boer(inn)engemeenschap en er moet ook op dat gemeenschapsniveau worden gedacht.

• Steun voor kenniscirkels met betrekking tot dubbeldoelkoeien en voor bedrijfsnetwerken van landbouwers die landrassen aanhouden.

• Steun voor evenementen. De prijskamptraditie uit het verleden toont mooi aan dat prijskampen met mooie prijzenpotten een stimulans zijn om met goed fokmateriaal bezig te zijn.

• Steun voor het administratief werk. De boeren en boerinnen die voor de landrassen kiezen, moeten voor hun administratie kunnen worden ondersteund. Zowel op het vlak van doelgerichte fokkerij als voor het verwerven van subsidies moeten een aantal actoren het overzicht kunnen bewaren en de individuele bedrijven bijstaan met raad en daad.

• Financiële middelen, organisatie en mensen om stieren voor rietjes te screenen en alle administratie in orde te brengen, zodat boer hiervoor geen enkele moeite of kosten moet doen.

Onderwijs

En dan is er nog het pijnpunt van het onderwijs. Het is schrijnend dat enkel de Odisee-hogeschool in haar praktische landbouwopleiding echt aandacht heeft voor de landrassen en hun prestaties. Hun huidige participatie in de boerenmiddens geeft ons een duidelijk beeld dat dergelijke initiatieven enorm veel kunnen betekenen. Daarom heeft Boerenforum ook eisen naar het onderzoeks- en onderwijsbeleid.

• Steun voor onderzoekers die correct cijfermateriaal willen verzamelen.

• Steun voor onderzoekers en scholen die de bedrijven met een 'dubbeldoeleconomie' willen opvolgen. Enkel door een goede opvolging kan worden nagegaan of de cijfers per koe verbeteren en op welke manier de duurzame bedrijfsmethode economisch goed presteert.

• Steun voor onderwijzers die op een correcte manier dit thema willen belichten. Het is van belang dat onze nieuwe generaties boer(inn)en afstuderen met een volledige blik op de mogelijkheden die de veehouderij hen biedt.

Duurzame toekomst met dubbeldoelkoeien

Uit een rapport van UC Louvain komt duidelijk naar voor dat een duurzame toekomst voor de landbouw enkel kan met dubbeldoelkoeien. Het rapport duidt dat de dubbeldoelkoe door haar robuustheid een onderdeel is van een duurzaam veeteelt-scenario waar de melkproductie en de productie van kwaliteitsvol vlees uit dezelfde kuddes komen. Die kuddes worden volgens de onderzoekers het best gehouden op duurzame bedrijven met veel productie van gras-klaver en een doordachte weidegang (rotational grazing is het buzz-woord).

Om voedselzekerheid te garanderen, gaan we met onze landrassen op zoek naar voedselsoevereiniteit voor de verschillende regio's, voederautonomie op de boerenbedrijven, een verbetering van de bodemvruchtbaarheid en de versterking van ecosysteemdiensten zoals gezonde lucht en zuiver water.

Het is dan ook hoog tijd om strategisch na te denken over de toekomst van onze landbouw. Zowel op beleidsniveau als op het niveau van onze eigen bedrijven liggen er kansen. De die-hards die de voorbije decenia niet wilden afstappen van hun landrassen en hun veekudde bewijzen dat het anders kan.

Velen van hen zijn – zonder de hogere prijzen van de biosector – nog steeds rendabel. Elke nieuwe investering werd onder de loep genomen, elke renovatie werd zo low-budget en eenvoudig mogelijk gehouden, elke voederproductie die binnen het eigen bedrijf kon worden georganiseerd werd daar georganiseerd en zowel op de productie van de melk als op de productie van kwalitatief vlees werd flink gewerkt.

Keuze voor eigen landrassen

Voor landbouwers die graag stap voor stap aan de slag gaan met onze eigen landrassen had Jarno een heel specifiek advies: “Kies een lokaal landras dat goed bij je bedrijf past en kruis dat stelselmatig in bij een deel van je kudde. Daarmee gaat de overstap heel langzaam naar één van onze lokale rassen, maar dat is juist de sterkte. Op die manier kan je heel goed aftastten of dat lokaal ras wel een goede keuze is voor je bedrijf én kan je de sterktes van je huidige kudde behouden. De aankoop van goede fokstiertjes of de strategische aankoop van een goed moederdier kunnen deel uitmaken van een versnelling eens je voelt dat je goed zit.”

Boerenforum aan zet

Boerenfourm was tevreden over deze dag. Niet alleen werden enkele eisen op de kaart gezet om onze lokale koeienrassen op een strategische manier te beschermen. Het was ook duidelijk hoe boerinnen en boeren van en aan elkaar leren. “We zagen hoe trots de boerin kan zijn op haar kudde en hoe die bedrijfseigen kudde ook deel uitmaakt van een sterk economisch model. Het thema van de dubbeldoelkoeien wordt vervolgd. Hou onze kalender in de gaten op www.boerenforum.be .

Tijs Boelens,

Boerenforum en zelf bioboer

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken