Startpagina Actueel

Minister Demir zorgt voor onnodige polarisering

De agrovoedingssector vertegenwoordigd door Algemeen Boerensyndicaat (ABS), Belgian Feed Association (BFA), Boerenbond, Febev, Fenavian en de Landsbond der Beenhouwers reageert in een open brief op de uitlatingen vanZuhal Demir, Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme van 3 juli.

Leestijd : 4 min

Ondertussen berichtten verschillende media al over de uitspraken en tweets die Zuhal Demir zich gisteren liet ontvallen. “Als agrovoedingssector betreuren we het dat een minister van de Vlaamse overheid voor onnodige polarisering zorgt door feitelijk onjuiste informatie te verspreiden. We willen dan ook graag de feiten rechtzetten. Het is te kort door de bocht om te stellen dat we zelfvoorzienend zijn in de hoeveelheid vlees die we produceren en bijgevolg de productie gemakkelijk kunnen afbouwen. Het is belangrijk die productie (‘meer dan dubbel dan wat we zelf eten’) te kaderen en van de nodige nuance te voorzien.”

De huidige productie in Vlaanderen beantwoordt aan een concrete nood/marktvraag binnen Europa. De keuze voor vlees uit Vlaanderen komt vanuit de kwaliteit, de expertise en de nabijheid binnen de Europese Unie. Onze Vlaamse dierlijke productie behoort tot de wereldtop qua efficiëntie en beperkte impact op het klimaat. Het is beter dat de lokale Europese vraag wordt ingevuld met vlees dat in Vlaanderen geproduceerd wordt dan met vlees dat elders ter wereld geproduceerd wordt.

Er is ook nood aan nuance in de cijfers van vleesproductie, export en consumptie. Momenteel worden de cijfers uitgedrukt in aantal dieren en aantal kg vlees – delen die we in Europa minder consumeren vinden vlot hun weg op complementaire markten buiten Europa. Export laat ons met andere woorden toe het dier helemaal te valoriseren en in te zetten op een volledige circulariteit van de eiwitten die we produceren. Meer nog, deze sector kent amper voedselverlies: alles aan een dier wordt via het ‘van kop tot staart’-principe toegepast. Dierlijke producten komen uiteindelijk ook nog in allerhande andere eindproducten terecht. Denk aan remblokken, cosmetica, medische protheses, snoepgoed, dierenvoeding, …

Laat ons niet vergeten dat landbouw en veehouderij een strategische expertise is in Vlaanderen. Dat toont zich onder andere in het handelssaldo: onze vleessector genereert 1,6 miljard euro van een totaal handelssaldo van zowat 20 miljard euro (cijfers www.nbb.be).

Vlaanderen speelt zo een centrale rol in de voedselbevoorrading van Europa: het aandeel van handel binnen Europa ligt voor vers vlees (zonder bijproducten) ruim boven de 90%. Dat wil zeggen dat wat we in Vlaanderen produceren voornamelijk in onze buurlanden geconsumeerd wordt. We kunnen dus met zekerheid stellen dat we vooral produceren ter bevoorrading van de lokale (Europese) markt.

Wanneer we de veestapel zouden inkrimpen zal het aanbod de vraag niet meer kunnen beantwoorden. We mogen ook niet vergeten dat onze Vlaamse/Belgische consument een voorkeur heeft voor inlands vlees. Die voorkeur voor inlands vlees komt er vooral omwille van de steun voor de inlandse economie, het vertrouwen in de controles in België (veiliger) en de milieuvriendelijkheid (kortere afstanden in transport).

De sector zet al jaren in op verschillende concrete inspanningen om voortdurend te verduurzamen. Een stuk vlees van bij ons zit bij de wereldtop qua beperkte CO2-uitstoot, beperkt waterverbruik enz. Het is dus ook duidelijk dat onze lokale sector ver boven het globale gemiddelde zit. Daar mogen we terecht trots op zijn. Met al deze sterktes indachtig, is het ook logisch dat we inzetten op het ondersteunen van een lokale productie: in ideale omstandigheden met een sterk wettelijk kader. Dat geeft ons uiteindelijk een product van topkwaliteit. Het gaat ten slotte ook om onze voeding. Het alternatief is kiezen voor een buitenlands product waarvan we weten dat het minder sterk presteert op kwaliteit, duurzaamheid, ... Dat lijkt allesbehalve wenselijk.

Er werken bijna 90.000 mensen in de landbouwsector. Dat is ongeveer 2% van de totale werkende bevolking. In de vleesverwerking zetten 180 bedrijven dagelijks zo’n 6.000 werknemers aan het werk, in de verkoop zijn dat er nog eens 16.000, waarmee ze een gigantische bijdrage realiseren aan onze economie.

Wij hebben altijd een constructieve en collaboratieve houding aangenomen naar onze beleidsmakers om alle uitdagingen aan te pakken. Het is ook een engagement dat we blijven aanhouden. Het is echt wel essentieel dat er gewerkt wordt vanuit een wederzijds respect en er geen feitelijke onjuistheden worden verspreid om het maatschappelijk debat te polariseren of te vertroebelen.

In cijfers

84% van de veestapel bevindt zich in Vlaanderen. Dit was in 2020 goed voor 52.708.694 dieren (varkens, runderen, schapen, hoefdieren, geiten en pluimvee). . In Vlaanderen concentreert zich vooral de varkenshouderij, pluimvee en de helft van de rundveehouderij. Dit bedraagt:

- 1.231.534 runderen, waarvan ongeveer een gelijke verdeling tussen melkvee en vleesvee. Een belangrijke nuance is dat vleesvee gebruikt wordt voor de productie van vers vlees. Melkvee wordt natuurlijk ingezet voor zuivelproductie en uiteindelijk worden de dieren gebruikt voor vleesbereidingen (gehakt etc.)

- 6.218.271 varkens

Momenteel exporteert België 1.737.833 ton vlees en wordt er 909.734 ton vlees geïmporteerd.

- De export van vlees bedraagt voornamelijk varkensvlees (40%), kippenvlees (26%) en vleeswaren (13%).

- De import van vlees zit voornamelijk in vleeswaren (27%) en kippenvlees (22%). Het aandeel van varkensvlees en rundvlees in import bedraagt momenteel respectievelijk 13% en 6%.

ABS, BFA, Boerenbond, Febev, Fenavian, Landsbond der Beenhouwers

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken